DM ZaptLight & Magic
Hoe één fanatiek baasje de filmindustrie voorgoed veranderde
Mark Moorman zet de blik op oneindig. Vandaag: Light & Magic.
In de krochten van Netflix stuitten we op de Britse documentaire Filmed in Supermarionation uit 2014, waarin de geschiedenis van de poppenfilms van het Britse duo Gerry en Sylvia Anderson werd gereconstrueerd, aan de hand van de anekdotes van de inmiddels hoogbejaarde marionettenspelers. Misschien helpt het om hier de titel Thunderbirds te noemen. In het oververhitte hoofd van een 10-jarige was dit het grootste spektakel dat hij ooit op televisie had gezien, des te ontroerender om die oudjes in een afgetrapte bedrijfsloods te zien rondschuifelen, waar op een of andere manier deze magie vandaan kwam. Allemaal handwerk en superieur geknutsel.
Dezelfde sfeer hangt er rond de zesdelige documentaireserie Light & Magic, waarin de geschiedenis van het special-effectsbedrijf Industrial Light & Magic van George Lucas wordt verteld. Maker is Lawrence Kasdan, regisseur van films als Body Heat (1981) en The Big Chill (1983). Vooral de eerste aflevering, over de totstandkoming van de oorspronkelijke Star Wars (1977), is een soort schatkamer. Ook omdat er zo ongelooflijk veel beeldmateriaal van die begindagen is, niet in de gelikte making-of-stijl, maar eerder homevideo’s.
Er worden een paar dingen duidelijk: George Lucas was een maker met een drive en een visie die wellicht te vergelijken valt met Steve Jobs, die in deze zelfde periode Apple Inc. oprichtte. De film die hij halverwege de jaren zeventig in zijn hoofd had, kon met de stand van de filmtechniek van toen nauwelijks worden gemaakt. Natuurlijk, er was 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick, maar Lucas had meer iets in zijn hoofd als American Graffiti (zijn nostalgische autocultuurfilm uit 1973) in de ruimte. Lekker racen met die raketten, waarbij de rebellen zich bedienden van ruimtevaartuigen als zelfgebouwde hot rods.
Misschien was dat wel zijn meest geniale en invloedrijke ingreep; het bij elkaar vinden van een stel volstrekte outsiders in Hollywood, geniaal op verschillende terreinen, van programmeren tot camerabouw, van modelbouw tot stop-motion. Een groep mannen die verder zouden gaan onder de bedrijfsnaam Industrial Light & Magic (ILM) en die de filmcultuur blijvend zouden veranderen. Het begon allemaal met het voorstel van een fanatiek baasje in een geruit shirt of ze niet eens met hun hobby van hun kelder zouden willen verhuizen naar een onooglijke bedrijfsloods, waar ze konden samenwerken met geestverwanten.
Echt elk shot van Star Wars moest worden uitgevonden, en je ziet bij elk eurekamoment het begin van een ontwikkeling die de komende decennia van invloed zou zijn op de manier waarop films werden gemaakt. Tegelijk wordt er een beeld geschetst van George Lucas als een extreem ongeduldige visionair, die eigenlijk altijd ontevreden was over de beperkingen van de techniek waarmee hij het moest doen, in afwachting van de ontwikkelingen die op dat moment nét om de hoek lagen. Geen wonder dat hij die eerste Star Wars-trilogie opnieuw ging maken toen hij een nieuwe digitale gereedschapskist had.
De latere delen van de serie worden wat corporate, maar je eindigt wel met een nieuw respect voor de acteurs die in deze special effects-extravaganza’s moeten spelen (zoals in The Sandman, House of the Dragon en The Rings of Power). Zij moeten al hun emoties laten zien, hangend aan een veiligheidslijn, in een lelijke loods, voor een gigantisch groen scherm.
Light & Magic is te zien op Disney+.