Zondag 26/03/2023

InterviewFabienne De Staerke, vrouw van Dominique Persoone

‘Hij was 19, ik was 23. Ik heb mijn vriend als een baksteen laten vallen en ben voor hem gegaan’

Fabienne De Staerke: ‘Bezweet en onder de modder ging hij op z’n knie: ‘Wil je met mij trouwen?’’ Beeld Joris Casaer
Fabienne De Staerke: ‘Bezweet en onder de modder ging hij op z’n knie: ‘Wil je met mij trouwen?’’Beeld Joris Casaer

‘Ik ben echt wel de vrouw in de schaduw ván’, zegt Fabienne De Staerke (57) verontschuldigend in haar kantoor boven de Brugse vestiging van The Chocolate Line. Ook op een herfstige weekdag staan de toeristen beneden in de rij voor de zoete parels van haar man Dominique (53) en zoon Julius Persoone. Maar haar bescheidenheid is misplaatst: als Dominique al jaren de Indiana Jones onder de chocolatiers is, dan is zijn Fabby de Lara Croft. ‘Chocolade is een afrodisiacum, en Dominique eet héél graag chocolade.’

Hanne Van Tendeloo

Fabienne De Staerke: “Ik heb vrede met die plaats in de schaduw, hoor. Richt een tv-camera op mij en ik ga dood.”

Terwijl Dominique niet van het tv-scherm weg te slaan is. Hij heeft al jaren zijn eigen kookprogramma op Njam!, is jurylid in Junior Bake Off, maar hij is ook te zien in programma’s die niks met eten te maken hebben, zoals De grootste lefgozer, De verraders en Marble Mania.

De Staerke: “Soms vind ik het wat te veel. Dan waarschuw ik hem: ‘Pas op dat het geen overkill wordt.’ Hij kan nooit nee zeggen. Ze vragen hem voor alles, zeker sinds Over de oceaan. Dat had met zijn naturel te maken, denk ik: zoals je hem zag op die boot, zo is hij in het echt. Dat kun je niet van elk tv-gezicht zeggen.”

Gault&Millau heeft Dominique en Julius net allebei bekroond tot Vlaamse Chocolatier van het Jaar.

De Staerke: “We maken geen chocolade om prijzen te winnen, maar zo’n award is wel een mooie beloning voor ons harde werk.”

Het zijn wel altijd de mannen die met de aandacht gaan lopen.

De Staerke: “Dat stoort me niet. Zij zijn de chocolatiers, ik niet. Ik heb niet het gevoel dat ik me moet wegcijferen.

“Dertig jaar geleden zijn we hier begonnen met z’n tweeën: ik stond in de winkel, Dominique een paar meter verderop in z’n atelier. Nu werken 42 mensen voor The Chocolate Line, en ik ken ze allemaal bij naam. Elke werknemer is hier gelijk en niemand heeft een ingewikkelde titel. Geen managers of managers-boven-managers.”

Jij staat in voor de zakelijke kant.

De Staerke: “De winkels – we hebben ook een vestiging in Antwerpen – zijn mijn terrein, de fabriek dat van Dominique en Julius. Ik probeer me niet te veel te bemoeien met wat daar gebeurt.

“Zodra ik ’s ochtends in de auto stap, begin ik te bellen. Ik overloop de mails, bekijk de bestellingen met de assistenten, maak de planning met mijn zoon, bedenk een ontwerp om onze chocoladerepen in een nieuw jasje te stoppen… Straks komt kerst eraan, dus moet er weer worden nagedacht over de etalage – daarin kan ik mijn creativiteit uitleven. Samen met Pasen is dat onze drukste periode.”

Sinterklaas niet?

De Staerke: “Minder. Vóór corona dacht ik dat de sint op z’n laatste benen liep, maar door de pandemie heeft hij weer aan populariteit gewonnen. Mensen zijn weer traditioneel geworden, hè. Ze gaan op zoek naar emoties en gezelligheid. Ik begrijp dat: ik laat nu ook geen feestje meer liggen. Ik ben vorige week voor het eerst meegegaan naar Club Brugge: slechte match, maar toch weer iets om van mijn bucketlist te schrappen.

“We hebben al moeilijke tijden gehad. Tijdens de pandemie draaiden de bakker en de slager op de hoek als nooit tevoren, terwijl wij lange tijd dicht zijn gebleven. Kilo’s pralines hebben we moeten weggooien. Ik heb vijf mensen moeten laten gaan. Dat deed pijn. Stap voor stap zijn we uit die put geklommen, maar bij elke crisis krijgen we weer een knauw. Ook na 9/11 zijn we door een dal gegaan: iedereen was bang, de toeristen bleven weg. Ook de praline is onderhevig aan de grote geopolitieke schommelingen.”

De torenhoge energieprijzen treffen jullie ook.

De Staerke: “Ik lig er soms wakker van. Op sommige pralines maken we geen winst meer, maar we hebben onze prijzen nog niet verhoogd. Dan haken de mensen af, hè. Als ze hun energierekening krijgen, denken ze: ach, chocolade van de supermarkt is ook lekker.

“Als Dominique met klanten praat, draag ik hem op het niet over geld te hebben. Daar heeft hij geen enkele notie van. Samen met mijn assistente maak ik een kostprijsberekening voor elke praline: hoeveel amandel zit erin? Hoeveel boter? Hoeveel tijd kost het om ze te maken? Pas dan kun je je winstmarge berekenen. Of dan komt een klant honderd Chocolate Shooters kopen en bereken ik daar een prijsje voor. Dominique zou ze zo weggeven. Als ik de financiën aan hem overliet, waren we al lang failliet. Hij de creaties, ik het papierwerk. Wat dat betreft zijn we de perfecte yin en yang.”

Die Shooter ontwierp Dominique ooit voor een verjaardagsfeest van Ron Wood van The Rolling Stones. Je kunt er een shot cacao mee snuiven.

De Staerke: “We verkopen ’m nog altijd, vooral aan jonge mensen. Ik stel me dan voor dat ze die Shooter bovenhalen na een gezellig dinertje. Het heeft iets kinky’s, denk ik. Of misschien leggen ze er iets anders in, weet ik veel (lacht).

De Staerke: ‘Zoals je hem zag op die boot, zo is hij in het echt. Dat kun je niet van elk tv-gezicht zeggen.’ Beeld Joris Casaer
De Staerke: ‘Zoals je hem zag op die boot, zo is hij in het echt. Dat kun je niet van elk tv-gezicht zeggen.’Beeld Joris Casaer

10.000 lege doosjes

Denk jij mee na over nieuwe pralines?

De Staerke: “Nee, dat doen Julius en Dominique samen met het team. Ik ben wel altijd het proefkonijn. Julius’ nieuwste creatie is de Tarte Citron: witte chocolade met meringue en een crème van citroen. Heel lekker, al mocht het voor mij nog een tikje zuurder. Ik mag dat zeggen, van mij neemt hij dat aan.

“Dominique heeft altijd al extravagante pralines ontworpen, maar de zoon vindt het nu allemaal ouderwetse bullshit en zou het liefst van al elke praline opnieuw uitvinden. Bij ons is alles sowieso een beetje wabi-sabi.”

Wabi-wát?

De Staerke: “Het idee dat het imperfecte perfect is. Onze collega-chocolatiers maken vooral strakke, vierkante pralines. Niks mis mee, maar wij doen de dingen graag anders. Wij kunnen ons wat meer experiment permitteren. Soms verwachten de klanten dat zelfs wat te véél. Dan denken ze dat ze elke week iets nieuws kunnen proeven, maar ze onderschatten hoeveel tijd er in elke creatie kruipt.”

Lees ook

Julius Persoone: ‘Als ik paddo’s wil proberen, zal mijn pa zeggen: ‘Doe maar, zolang het maar goeie kwaliteit is’’

Dominique en Julius Persoone: ‘Zijn eerste jointje hebben we samen gerookt’

Jij hebt je eigen praline: de Fabby.

De Staerke: “Een laagje praliné met daarop een laagje marsepein en in het midden een in rum gemarineerde rozijn. Ik vind ’m nog altijd lekker. En egostrelend.

“Af en toe moet ik Dominique wat temperen. Hij zit altijd vol ideeën, maar het ene werkt al beter dan het andere. Op een bepaald moment wilde hij absoluut een ijspraline, zoals in de cinema. Daar moest een speciaal doosje voor ontworpen worden, en natuurlijk hadden we in de winkel een speciaal beklede diepvries nodig. Niemand wilde die ijspralines. Ik heb hier nog 10.000 doosjes liggen. Léég, gelukkig.”

Waarom verkocht die ijspraline niet?

De Staerke: “Tja, waarom? Niemand kan zeggen waarom het voor de ene praline storm loopt en de andere de mensen koud laat. Met de jaren hebben we geleerd met kleine hoeveelheden te beginnen. Dan scheuren we er onze broek niet aan. En het moet gezegd: Dominiques buikgevoel zit vaker juist dan fout.”

Jij durft weleens voor bio en vegan te pleiten. Mijn groene doze noemt Dominique je.

De Staerke: “Vegan pralines liggen moeilijk, om te maken en om te verkopen. Geen dierlijke producten, dat betekent dat je geen melk mag gebruiken, maar ook geen honing. Daarover kan ik weleens clashen met Julius: ‘Komaan mama, moet dat nu echt?’ Maar ja, vegan móét in onze collectie zitten. Daar sta ik op.

“Ben ik groen? Ik weet het niet. Als je iets kunt doen voor de natuur, waarom niet? De voorbije twee weken waren we in Mexico, waar we een plantage en een vakantiehuis hebben. Er lopen massa’s straathonden rond, en ik zou niks liever willen dan daar een project rond opstarten. Ik heb Mathieu, de beste vriend van Dominique en de man die de plantage runt, al gevraagd me te helpen. ‘Weet jij wel hoe hoog de kindersterfte hier nog altijd is?’ antwoordde hij – waarmee hij me meteen de mond snoerde. Ooit zal ik misschien iets doen voor de kinderen én de dieren in dat land. Tot het zover is, probeer ik de wereld te redden met kleine dingen.”

Zoals groene verpakkingen?

De Staerke: “Ook, maar dat is onbegonnen werk. Piepschuim is een vuiligheid, maar ecologisch piepschuim gemaakt van mais is onbetaalbaar én verbrokkelt zodra je het vastpakt. Heel ontgoochelend.

“Vroeger hadden we een biologisch afbreekbaar zakje. Dat moest op de composthoop, maar niet iedereen heeft een tuin. Eigenlijk is het beter om voor plastic te gaan: dan kan je zakje gerecycled worden. Het is stuitend hoeveel we weggooien, maar een praline blijft een luxeproduct: je stopt ze niet zomaar even in je broekzak. Zolang de grote spelers geen ecologische verpakkingen eisen, kunnen wij als kleintjes weinig doen.”

Kook je thuis ook vegan en bio?

De Staerke: “Ik moet mijn mannen niet te vaak iets vegetarisch voorschotelen, anders krijg ik ruzie. Ze hebben allebei bloedgroep O-positief.”

Wat wil dat zeggen?

De Staerke: “Dat het carnivoren zijn. Je bloedgroep bepaalt wat voor voeding goed voor je is. Mensen met O-positief kunnen niet zonder vlees, terwijl iemand met bloedgroep A beter vlees kan afzweren en veel zaden en noten kan eten. Zelf ben ik B-negatief: ik kan alles eten.

Werkt een ‘bloedgroepdieet’?

Wetenschappelijk onderzoek naar het bloedgroepdieet laat zien dat de theorie erachter niet te onderbouwen is. Eric De Maerteleire, bio-ingenieur en doctor in de toegepaste en biologische wetenschappen, noemt het ‘bloedgroepdieet’ in een recent interview met De Morgen een ongezonde dieethype die hij het liefste zo snel mogelijk ziet verdwijnen. “Enkele jaren geleden hoorde ik van het ‘bloedgroependieet’: afhankelijk van je bloedgroep, zou je een ander voedingspatroon moeten volgen. Maar er is geen enkel wetenschappelijk bewijs om die theorie te staven”, verduidelijkt hij.

“Ik ben ook gepassioneerd door kruiden. Ik heb er stapels boeken over.”

Vanwaar die interesse?

De Staerke: “Ik had hier een jonge verkoopster die me voorstelde samen een opleiding tot herborist te volgen. Dat heb ik drie jaar gedaan. Best zwaar: je moet de Latijnse benaming van al die planten studeren. De kruiden in mijn tuin pluk ik en zet ik op alcohol. Rozenbottel, bijvoorbeeld, zit tjokvol vitamine C – goed voor je weerstand. Echinacea doet hetzelfde. Mariadistel is goed voor de lever, salie voor de keel. Rozenblaadjes zijn goed voor je binnenwerk, en als je binnenwerk goed zit, straal je dat ook uit.”

Als Dominique of Julius ziek is, haal jij je flesjes boven?

De Staerke: “Bij Julius wel. Ik weet niet of Dominique zoveel vertrouwen heeft in mijn kruiden. Hij grijpt al rapper naar paracetamol: ‘Dan ben ik ervan af.’

“Ik zweer de klassieke geneeskunde niet af. Als ik ziek ben, ga ik ook gewoon naar de huisarts. En ik geef nooit doktersadvies Als iemand me belt met depressieve klachten, zal ik niet zeggen: ‘Neem gewoon sint-janskruid.’

“Wat ik wel geloof: de wilde kruiden die in jouw tuin groeien, dat zijn de kruiden die jij nodig hebt. Alsof ze weten: hier moet ik komen staan. Eén jaar had ik opeens een veld vol kamillebloemen. Die heb ik allemaal geplukt en gedroogd. Kamille helpt onder meer bij buikkrampen.

“Die kruiden, dat is een schat aan kennis die we in stand moeten houden.”

De Staerke: ‘Ik heb vaak het laatste woord, maar Dominique en ik komen altijd ergens in het midden uit. Anders hadden we het niet al 34 jaar met elkaar uitgehouden.’ Beeld Joris Casaer
De Staerke: ‘Ik heb vaak het laatste woord, maar Dominique en ik komen altijd ergens in het midden uit. Anders hadden we het niet al 34 jaar met elkaar uitgehouden.’Beeld Joris Casaer

Krokodillenvoer

Dominique vermoedt dat hij ergens onderweg een ADHD-diagnose heeft gemist: ‘Ik heb soms het gevoel dat ik geboren ben met Red Bull in mijn bloed, alsof er cocaïne in de lucht hangt waar ik kom.’

De Staerke: “Hij heeft heel weinig slaap nodig. Ik moet soms echt zeggen: ‘Doe eens rustig.’ Hij is net Teigetje uit de verhalen van Winnie de Poeh. Julius begint dat nu ook te krijgen. Op zaterdag zegt hij soms: ‘Ik ga nog snel wat testjes doen in de fabriek.’ Maar laat je hersenen nu toch eens rusten! Terwijl we in Mexico aan het strand lagen, ging het ook de hele tijd over pralines. Op den duur heb ik gezegd: ‘Wie nu nog over het werk begint, stopt 2 euro in de pot.’ Ik had rijk kunnen terugkeren.”

De plantage in de jungle van Yucatán hebben jullie nu al tien jaar. Hoe vaak gaan jullie naar ginder?

De Staerke: “Ik probeer twee keer per jaar te gaan, Dominique drie of vier keer. In coronatijden hebben we een huis gebouwd aan het strand van Sisal, op anderhalf uur rijden van de plantage. Dat klinkt als een luxe, en dat is het ook, maar we gaan ernaartoe om het échte Mexico te beleven. Soms zie ik er Amerikaanse toeristen de hele dag tot aan hun middel in de zee staan, een biertje in de hand. Als ik dan vraag of ze al iets bezocht hebben, zeggen ze: ‘Wij zijn hier om te profiteren van het hotel.’ Daarvoor hoef je toch niet zover te reizen?

“Op de plantage zit je midden in de jungle, tussen de wilde dieren. Als ik er rondloop, mag ik er niet aan denken dat er jaguars in de buurt zijn. Af en toe wordt een van onze waakhonden door zo’n wild dier gepakt. Tja, de wet van de sterkste. Aan ons vakantiehuis zitten dan weer veel krokodillen. Die lusten ook af en toe een straathond.”

Durf jij er te zwemmen?

De Staerke: “Ja, maar Mathieu stuurde me laatst een foto van een krokodil in het stukje zee vlak voor ons huis. Die moet een verkeerde afslag hebben genomen in de mangrove. Als ik nu ga zwemmen, kijk ik extra uit mijn doppen.”

Jullie hebben er een opvangproject voor spinapen.

De Staerke: “Het zijn allemaal mishandelde dieren die niet meer in het wild uitgezet kunnen worden: aapjes die in bleekwater zijn gedoopt, die geen armen meer hebben... Hun jongen, die bij ons in gevangenschap zijn geboren, trekken wel de jungle in. Zo herstellen we stilaan de natuur.”

Hoe kijkt de lokale bevolking naar jullie?

De Staerke: “Met veel dankbaarheid. Het valt me op: die mensen hebben niks, en toch lachen ze veel vaker dan wij. Wij zijn te veel verwend.”

Hoe zorg je ervoor dat ze je niet als een witte kolonist zien?

De Staerke: “We hebben veertien mensen in dienst op de plantage. Ze werken al zo lang voor ons dat het vrienden zijn geworden. Ze hebben een ziekteverzekering, ze hebben een lokale basketbalploeg opgericht… Als ze iets nodig hebben – boekentassen of schooluniformen voor de kinderen – dan laat Mathieu ons dat weten.”

Naar verluidt heb jij Dominique ooit zes paar veiligheidsschoenen uit België laten meenemen.

De Staerke: “Ze trokken die schoenen niet aan voor het zware werk op de plantage: ze zaten er op zondag mee te blinken in de kerk (lacht).

“Dominique gaat ginder geregeld op expeditie. Dan trekt hij de jungle in, op zoek naar nieuwe cacaovariëteiten. Binnenkort opnieuw: dan reist hij naar Bolivia. Hij heeft die spanning nodig. Achteraf vertelt hij honderduit. Over hoe hij een waterslang van wel 2 meter heeft gezien. En telkens als hij dat verhaal vertelt, wordt die slang een meter langer (lacht).”

Heeft hij een stevige levensverzekering?

De Staerke: “Sinds Virunga wel, ja. In het Virungapark in Congo gaat hij op verzoek van prins Emmanuel de Merode de lokale werknemers van een chocoladefabriek opleiden.”

Ga jij dan mee?

De Staerke: “Ik kan die schrijnende armoede niet aan. Dat is egoïstisch, ik besef het. Maar je moet het je voorstellen: de vrouwen komen hun baby aan Dominique overhandigen, omdat ze te arm zijn om het kind zelf groot te brengen.”

Mickey & Kim

In Over de oceaan vertelde Dominique dat hij jouw toestemming had moeten vragen om mee te mogen.

De Staerke: “Ik zou Dominique nooit iets verbieden – als iets hem gelukkig maakt, moet hij het doen – maar hij was natuurlijk wel heel december weg, onze superdrukke topmaand.

“Hij zegt altijd dat ik thuis de broek draag. Ik heb vaak het laatste woord, maar uiteindelijk komen we altijd ergens in het midden uit. Anders hadden we het niet al 34 jaar met elkaar uitgehouden.”

In het juryverslag van Gault&Millau stond te lezen: ‘Dominique maakt het ambacht sexy.’

De Staerke: “Hij is een sensuele man, hè. Chocolade is een afrodisiacum, dat weten we allemaal. En hij eet héél graag chocolade.”

Is het dat sensuele waarop je bent gevallen?

De Staerke: “De eerste keer dat ik Dominique zag, op een feestje van een gemeenschappelijke vriendin, wist ik: dat wordt de man van mijn leven. We hadden nog geen woord gewisseld. Hij was 19, ik was 23 en nog samen met iemand anders. Ik heb mijn vriend als een baksteen laten vallen en ben voor Dominique gegaan. Na een paar maanden vertrok hij voor zijn koksopleiding naar Parijs. Ik ben meegegaan. Mijn vriendinnen zeiden: ‘Waar ben je mee bezig?! Je gooit alles weg voor een jongetje van 19!’ Maar ik was verkocht. Hij was ook een heel mooie jongen. Ken je de film 9½ Weeks met Mickey Rourke en Kim Basinger? Dominique had diezelfde coolheid. En hij aanbad mij. Dat was voor mij genoeg.

“In Parijs hebben we geweldige tijden beleefd. Het was net la bohème: we woonden op een kleine studio, hadden geen frank en aten ravioli uit blik, maar we hadden het zó naar onze zin.”

Dominique komt uit een familie van bakkers en slagers. Zijn vader heeft lange tijd het casino van Middelkerke gerund.

De Staerke: “Bij ons thuis hadden we niks met eten of horeca. Mijn vader was boekhouder, mijn moeder huisvrouw. We waren met drie dochters. We kwamen niks tekort, maar alles wat ik extra wilde, daar moest ik zelf voor gaan werken. Vanaf mijn 15de had ik na school studentenjobs: afwassen, kamers schoonmaken…”

Mode was toen jouw grote passie. Je hebt zelfs het toelatingsexamen afgelegd aan de Modeacademie in Antwerpen.

De Staerke: “Drie keer heb ik het geprobeerd, maar ik kon niet tekenen (lacht). Die interesse is ontstaan door naar oude films te kijken. Marilyn Monroe en Marlène Dietrich in hun mooie jurken de trap zien afdalen: dat sprak tot mijn verbeelding. Elke zaterdag ging ik een paar meter stof kopen en naaide ik een jurk om ’s avonds uit te gaan. Het waren de jaren 80, de tijd van de new wave en de punk. Ik stak overal ritsen in, zette mijn haar recht overeind met tandpasta en maakte zelf gaatjes in mijn oren.”

Afgaande op je praline en de ontwerpen aan de muur is de luipaardprint nu je favoriet.

De Staerke: “Daar heb ik altijd al een zwak voor gehad. Je moet er alleen mee oppassen als je ouder wordt: dan wordt het al snel wat trashy (lacht).

“Op verzoek van de vader van Dominique ben ik teruggekeerd uit Parijs om in het casino te werken. Als serveuse, en later ook als dj in de nachtclub. Ik begon om 9 uur ’s avonds en werkte tot de vroege uurtjes. Dominique kwam na zijn shift in het sterrenrestaurant aan de bar zitten, maar erg lang kon hij nooit blijven: om 7 uur moest hij er alweer uit.

“We hebben lang gedacht dat we samen een restaurant zouden beginnen. Pas nadat Dominique in Parijs op de dessertenafdeling van de keuken was beland, is zijn passie voor chocolade beginnen te groeien. Opeens begon de beste vriend van zijn vader een pralinewinkel in Brugge. Hij vroeg of ik gerante wilde worden. Eerst verkocht ik aangekochte pralines, maar Dominique zei algauw: ‘Dat lijkt nergens naar.’ Hij begon zelf pralines te maken, en zo zijn we er ingerold.

“In het begin lachten ze hem vierkant uit met zijn wilde ideeën: ‘Pralines met chili, pralines met koriander: wat een zot!’ Maar zijn creaties werden gesmaakt. Hij heeft de praline weer hip gemaakt.

“We hebben er wel keihard voor moeten werken. Lange tijd draaiden we weken van 60 uur. In het begin kon ik het werk niet loslaten.”

Als een rasechte West-Vlaming.

De Staerke: “Ging Dominique demonstraties geven in het buitenland, dan ging ik niet mee: ‘Ik kan mijn winkel niet zomaar achterlaten.’”

Raak je elkaar dan niet kwijt?

De Staerke: “Twee keer zijn we door een dip gegaan, maar we hebben elkaar telkens teruggevonden en zijn er sterker uitgekomen.

“Ik heb nu wel spijt dat ik vroeger tegen alles nee zei. Ik denk dat ik veel heb gemist, omdat ik zo hardnekkig bezig was met mijn job. De laatste vijf jaar probeer ik wat vaker pauzes in te lassen. Maar altijd zit dat duiveltje op mijn schouder in mijn oor te fluisteren: ‘Zou je vandaag toch niet doorwerken?’”

‘De eerste keer dat ik Dominique zag, wist ik: dat wordt de man van mijn leven. We hadden nog geen woord gewisseld. Hij was 19, ik was 23. Ik heb mijn vriend als een baksteen laten vallen en ben voor Dominique gegaan.’ Beeld Joris Casaer
‘De eerste keer dat ik Dominique zag, wist ik: dat wordt de man van mijn leven. We hadden nog geen woord gewisseld. Hij was 19, ik was 23. Ik heb mijn vriend als een baksteen laten vallen en ben voor Dominique gegaan.’Beeld Joris Casaer

Maanologie

En toch zijn jullie te midden van al die drukte aan een gezin begonnen.

De Staerke: “Julius is een in-vitrokindje. Zwanger worden lukte niet. Met ivf was het meteen prijs. We waren dolgelukkig. Nog liever hadden we drie kinderen gehad. Dat is er niet van gekomen, maar ik mag niet klagen: er zijn zoveel mensen bij wie ivf niet lukt. En mijn band met mijn zoon is onverwoestbaar.”

Julius lijkt erg op zijn vader. Wat heeft hij van jou geërfd?

De Staerke: “Mijn spirituele kant.”

Heeft Dominique die totaal niet?

De Staerke: “Nee. Ik studeer al tien jaar feng shui. Ons huis, de winkel, de fabriek: alles is feng shui. Een paar jaar geleden hebben we hier de boel verbouwd, en toen is het wat fout gelopen. De dame bij wie ik les volg, had ons een architecte aangeraden die volgens de feng-shuiprincipes ontwerpt – een heel zweverig type. Op een ochtend kwam ze hier binnen, de werkmannen stonden klaar om te beginnen: ‘Vandaag kan er niet gewerkt worden, het is een closed day.’ Een dag met slechte energie, zeg maar. Komaan, zeg. Sindsdien moet Dominique er niks meer van weten en val ik hem er ook niet meer mee lastig.”

Maar je richt je huis nog wel in volgens de principes van feng shui?

De Staerke: “Niet meer zo krampachtig als vroeger. Bij feng shui gaat het allemaal over een goede flow. Je huis is opgedeeld in verschillende zones: slechte, goede en neutrale. Die veranderen door de tijd. In de slechte zones kun je beter zo weinig mogelijk zijn. Maar als mijn slaapkamer opeens in de slechte zone ligt, ga ik ons bed niet verplaatsen. Vroeger zou ik dat wel hebben gedaan. Nu denk ik: het moet zo zijn.

“Schilder me nu niet af als een zweverig type. Dat ben ik niet. Ik leid een bedrijf, ik leef niet met mijn hoofd in de wolken. Alleen lees ik in mijn vrije tijd graag boeken over kruiden, feng shui en maanologie. Het intrigeert me.”

Wordt er te veel neergekeken op spiritualiteit?

De Staerke: “Ik vind net dat spiritualiteit opgang maakt. Ik heb meer en meer vriendinnen die ermee bezig zijn. Ik denk soms: ik zou een clubje moeten beginnen (lacht). Als ik ooit veel tijd heb, wil ik een opleiding tot witte heks volgen.”

Een wicca?

De Staerke: “Ja. Maar niet om te gaan dansen rond paddenstoelen bij volle maan, hè.”

Je bent wel geïnteresseerd in maanologie.

De Staerke: “Dan bestudeer je de stand van de maan. Het hangt samen met de sterrenbeelden. Ik ben een Waterman, Dominique is een Weegschaal.”

Moeilijke mensen.

De Staerke: “Ben jij dat ook? De ene dag zus, de andere zo: dat is een Weegschaal. Dan beslist Dominique dat we voor een indianenthema gaan in de etalage. Ik bereid dat helemaal voor, tot hij opeens iets op televisie ziet en alles wil omgooien. Dat is de Weegschaal die overslaat. Ik heb geleerd me daar niet aan te ergeren. Laat hem maar razen, morgen denkt hij toch iets anders.

“Na 34 jaar weten we van elkaar dat we allebei een hevig karakter hebben. Hij zou het ook niet anders willen: hij houdt wel van wat tegenwind.”

Vorig jaar heeft hij je opnieuw ten huwelijk gevraagd.

De Staerke: “Wat een verrassing was dat! Een vriend van hem was getrouwd in een Maya-ceremonie, geleid door een sjamaan. Heel idyllisch allemaal. Ik zei: ‘Dat zou ik ook wel willen.’ Het jaar erna had ik zelfs mijn oude trouwjurk mee naar Mexico genomen. Maar de vraag kwam niet (lacht). Ik was het alweer vergeten toen we vorig jaar op een dag terugkwamen van de plantage, helemaal bezweet en onder de modder. Op het brugje aan ons huis ging hij op z’n knie: ‘Schatje, wil je nog eens met mij trouwen?’ Het werd een geweldig feest, dat is geëindigd met tequila en een duik in het zwembad met onze kleren aan.”

Toen Dominique op de oceaan zat, heeft hij hier zes boeketten laten afleveren. Dan ben je een romantische ziel.

De Staerke: “Bij elk boeket zat een lief kaartje. Kijk, ze hangen nog altijd op de kast. Het zit ’m in de kleine dingen: elke ochtend perst hij voor mij een citroensapje en smeert hij mijn boterham met confituur. Ik ga intussen de kippen eten geven en ruim de hondenstront op. Ik zei het al: yin en yang (lacht).

“Als ik terugkijk op die 34 jaar, ben ik dankbaar dat we zover zijn gekomen. Dat had ik nooit durven te voorspellen. Die gedrevenheid zit in ons allebei. Waren we voor een restaurant gegaan, dan zaten we nu in de ratrace voor de sterren, zeker weten.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234