Woensdag 07/06/2023

InterviewAngel Olsen

‘Het voelt goed om op een plek met wat minder mensen te wonen, waar het makkelijker is om de rust in je hoofd te bewaren’

Angel Olsen. Beeld Angela Ricciardi
Angel Olsen.Beeld Angela Ricciardi

Als Angel Olsen (35) het podium betreedt, ziet zij twee mensen zitten die de rest van het publiek niet zal zien: haar adoptieouders, die in 2021 kort na elkaar overleden. Hun vingerafdrukken staan ook op Big Time, de prachtige troostplaat die Olsen dit voorjaar uitbracht. Een plaat die rouwt, maar die ook iets te vieren heeft: de zangeres is gelukkig samen, en voor het eerst in haar leven met een vrouw.

Jasper Van Loy

Olsen outte zich en kon dat nog net op tijd aan haar ouders vertellen. Maar dan nog is het onmogelijk om het er níét over te hebben, zozeer is haar leven in haar muziek verweven. “Zo’n persdag is als één lange sessie bij de therapeut”, vertelt ze ons terwijl we minzaam knikkend tegenover haar zitten.

Waarover zou je liever willen worden bevraagd dan over liefde of rouw?

Angel Olsen: “Mensen vragen me nooit: ‘Wat doe jij buiten de muziek, Angel?’ Of: ‘Welk boek ligt op je nachtkastje?’ Of: ‘Waar kijk je tegenwoordig naar?’ Of zelfs: ‘Hoe was je dag?’ Dat soort dingen, dus.”

Hoe was je dag, Angel?

Olsen: “Vandaag heb ik voor de eerste keer craniosacrale therapie ondergaan (een alternatieve manuele therapie waarbij de schedelbeenderen gemanipuleerd worden, red.). Een vriendin van mij is acupuncturist en ik bezoek haar altijd als ik terug ben van een tournee. On the road zijn haalt echt je hele lijf overhoop. Als ik goed wil eten, moet ik een zak spinazie op mijn rider zetten (grijnst).

“Hoe ouder ik word, hoe beter ik mijn best doe om gezond te blijven. Dit voorjaar heb ik twee maanden niet gedronken, en dat kon je duidelijk zien aan mijn huid. Ik drink nu opnieuw, maar het is echt belangrijk om af en toe lange pauzes te nemen. Ik wil vaste grond onder mijn voeten blijven voelen.”

Ik begin te begrijpen waarom je in Asheville woont, een onooglijk stadje in North Carolina.

Olsen: “Al meer dan tien jaar. Als twintiger had ik de drang om naar een grote stad te trekken, daar allerlei dingen te doen en bekend te worden. Maar het voelt goed om op een plek met wat minder mensen te wonen, waar het makkelijker is om de rust in je hoofd te bewaren.”

Heeft Asheville je muziek beïnvloed?

Olsen: “Ik heb me dit keer laten inspireren door het landschap, dat wel, maar laten horen waar ik woon: dat is niet per se mijn bedoeling. All Mirrors, mijn met synthesizers gevulde – en dus allesbehalve bucolische – vorige plaat, is tenslotte óók in Asheville geschreven.

“Terwijl we aan Big Time werkten, vroeg ik aan mijn muzikanten: ‘Wat zou de band van Neil Young hiermee doen als ik hen zou vragen: ‘Hou het minimalistisch?’”

Waarom Neil Young?

Olsen: “Hij is mijn favoriete gitarist. Het gevoel dat ik krijg als ik naar hem luister: dat probeerde ik in de studio op te roepen.

“De laatste tijd omarm ik de plek waar ik vandaan kom, ook muzikaal. Ik luister naar Big Star, George Harrison, Kris Kristofferson, Nancy Sinatra: noem mij een snob, maar zulke muziek maken ze niet meer. Er worden nog prima platen gemaakt, maar dan met zoveel productie en autotune dat we niet meer echt naar de stém luisteren. Op Big Time hoor je mij een paar keer knoeien, en ik heb dat bewust niet verbeterd. Ik wil zelf ook artiesten de mist in horen gaan op een plaat. Dat voelt echter.”

De release van Big Time, begin juni, viel vrijwel samen met die van We’ve Been Going About This All Wrong van Sharon Van Etten, met wie je bevriend bent: hebben jullie het er met elkaar over gehad dat het publiek tussen jullie moest ‘kiezen’?

Olsen: “Nee, hoor. Door de muziekindustrie en het patriarchaat worden afab-artiesten (assigned female at birth, een term die ook doelt op mensen die als vrouw geboren zijn en zich later anders identificeren, red.) tegen elkaar opgezet. Wat maakt het in godsnaam uit dat Sharon en ik tegelijk een plaat uitbrengen? Ik heb een groot vertrouwen in wat ik maak, en zij is een van de meest open en niet-competitieve mensen die ik ken. Er is geen spanning tussen ons. We zijn allebei succesvol, en ik ben blij met het publiek dat ik heb. Zo groot worden als Kacey Musgraves is sowieso niet mijn ambitie.”

Lees ook

Angel Olsen en Sharon Van Etten verschillen zoveel als ze overlappen, maar hun albums bieden houvast in tijden van persoonlijk leed

Zijn er naast Musgraves nog artiesten met wie je, al dan niet terecht, vergeleken wordt?

Olsen: “Ja, zoveel! Mensen die elke vrouw met een gitaar met Joni Mitchell of Patsy Cline vergelijken, onthullen vooral dat ze niet echt naar muziek luisteren. Het is lui. Maar goed, ik weet dat journalistiek niet bijzonder goed betaalt: daar probeer ik aan te denken wanneer ik me weer eens loop op te winden. Ik hoop gewoon dat mensen na zo’n stuk nog altijd nieuwsgierig zijn naar mijn werk.

“Wat ik nog wilde zeggen over Sharon: van haar heb ik geleerd dat je niet per se alles alleen hoeft te doen. Samenwerken is mooi. Loslaten ook.”

Wat me bij twee regels uit ‘Through the Fires’ brengt: ‘To remember the ghost who exists in the past / But be freed from the longing for one moment to last’: loslaten is een belangrijk thema op je nieuwe plaat, en de dood van je adoptieouders is nooit ver weg. Wat voor mensen waren zij?

Olsen: “Ik heb hen altijd meer als mijn grootouders gezien – ze waren al vrij oud toen ze me adopteerden. Het waren heel traditionele mensen, liefdevol op hun eigen manier. Mijn adoptievader, een veteraan, zei nooit zomaar: ‘Ik hou van je’ – dat had hij nooit geleerd. Maar toen ik te gast was in de talkshow van Jimmy Fallon, belde hij wel naar alle buren: ‘Jullie moeten kijken!’ Ik ben een heel ander mens geworden dan hij was, maar we begrepen elkaar. Mijn adoptiemoeder was kinderlijk puur en grappig, net een comedian.

“Weet je, het voelt raar om naar de buitenwereld te stappen en te zeggen: ‘Alsjeblieft, hier is alles wat ik heb doorgemaakt.’ Tegen de tijd dat ik met een plaat op tournee ga, zijn die gebeurtenissen alweer verleden tijd, en toch blijven ze resoneren. Er komt natuurlijk ook almaar meer fucked up shit bij in mijn leven.”

Angel Olsen. Beeld Angela Ricciardi
Angel Olsen.Beeld Angela Ricciardi

Merk je dat mensen je anders behandelen als ze eenmaal weten wat jij al hebt doorgemaakt?

Olsen: “Niet echt. Mijn goede vrienden gaan niet anders met me om dan vroeger.

“Weet je wat wél een ding is? Mensen die niet weten wat het is om queer te zijn, gaan er makkelijk van uit dat je op hen valt. Ik herinner me een vrijgezellenavond waarop ik aan mijn gezelschap had verteld dat ik gay ben. Algauw vroeg de ene na de andere vriendin me: ‘Heb je soms een crush op mij?’ Dan moest ik telkens weer zeggen: ‘Maar jij bent gewoon mijn vriendin!’

“Ik breng tegenwoordig wel meer tijd met queer mensen door: uit nieuwsgierigheid, en om open over mijn geaardheid te kunnen praten.”

Je klinkt gelouterd. Zit er eigenlijk nog iets in jou van de zeventienjarige popfan die haar muzikale leven begon in een punkband?

Olsen: “Het was eigenlijk meer een póstpunkband (lacht). In het begin schreef ik veel powerpop à la ‘Shut Up and Kiss Me’, en achteraf dacht ik: dit suckt. Vandaag ben ik minder kritisch. Er zijn muzikanten in alle soorten en maten, soms is minder meer, en niet elke songtekst hoeft een essay te zijn.”

Amen.

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234