We waren de geschiedenis van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna vergeten. Heeft de VRT-reeks over de kinderen van verzetsstrijders daar nu verandering in gebracht?
Vlaanderen heeft alvast een Cyriel Verschaevestraat minder. Het stadsbestuur van Kortrijk besliste vorig week om de naam van de priester-dichter, die tijdens de oorlog collaboreerde met het nazibewind, van het naambord te schrappen. Voor Hannelore Vanhoenacker, de fractieleidster van CD&V in Kortrijk die het voorstel lanceerde, was het de Canvas-reeks over het verzet die het debat weer heeft geopend.
“Dat was inderdaad de aanleiding”, zegt Vanhoenacker. “De Cyriel Verschaevestraat lag tussen straten die vernoemd zijn naar andere schrijvers. Maar bij hem worden zijn literaire kwaliteiten overschaduwd door het collaboratieverhaal. Misschien keek men daar vroeger minder naar, maar nu zijn de tijden veranderd.”
Zelfs 75 jaar later heeft een tv-reeks over de Tweede Wereldoorlog dus nog impact. De les die we eruit leren, is dat het verhaal van het verzet bijna in de nevelen van de geschiedenis was verdwenen. Tot de kinderen van verzetsstrijders er voor de VRT-camera’s over gingen getuigen. Morgenavond geven experts in de laatste aflevering hun toelichtingen.
Collaboratie
Er zijn verschillende redenen waarom het verzet na de oorlog minder aandacht heeft gekregen dan de collaboratie, zegt programmamaker Geert Clerbout. “Verzetsgroepen waren ideologisch eigenlijk zeer divers: van uiterst links, tot rechts en koningsgezind. Tijdens de oorlog hadden ze een gemeenschappelijk doel, namelijk vechten tegen de bezetting. Maar nadien viel dat weg, waardoor enkel de verschillen overbleven.”
Bij de collaboratie was het volgens Clerbout net omgekeerd. Ex-collaborateurs konden zich na de oorlog verenigen rond hun afkeer voor de Belgische staat, die hen in hun ogen veel te hard had gestraft. Collaborateurs waren ook beter in het leggen van politieke connecties. In de reeks wordt uitgelegd hoe de toenmalige CVP in hun rangen stemmen kwam ronselen. Naarmate Vlaanderen zelfbewuster en welvarender werd in de decennia na de oorlog, was er een noodzaak voor meer eigen symboliek. Vooral in de jaren 60 en 70 werden er straten naar Cyriel Verschaeve vernoemd.
Ook in het historisch onderzoek kregen collaborateurs meer aandacht, waardoor het verzet uiteindelijk wel de oorlog had gewonnen, maar de strijd om de herinnering verloor. Een echt standaardwerk over het verzet is er vooralsnog niet. “We zijn eraan bezig”, zegt historicus Bruno De Wever (UGent). “Maar er is niet meteen een boek in het verschiet. De geschiedenis van het verzet is veel moeilijker te schrijven omdat het gaat over clandestiene organisaties. Het verzet had niet de bedoeling om documenten bij te houden of een archief. Dat hield natuurlijk te veel risico’s in als ze gepakt werden.”
Musea over het verzet zijn er nauwelijks. Het Nationaal Museum van de Weerstand is gevestigd in een rijhuis in Anderlecht. Toch besteden ook musea zoals de Kazerne Dossin er aandacht aan. Zo wordt daar het verhaal verteld van de drie mannen die in 1943 een transport met meer dan duizend joden naar Auschwitz konden tegenhouden. Van de 231 gedeporteerden die uit dat twintigste konvooi konden ontsnappen, haalden uiteindelijk maar 115 mensen het. De anderen werden opnieuw opgepakt of neergeschoten.
“De verhalen die enkel bij academici bekend waren, komen nu door de Canvas-reeks wel in het publieke debat terecht”, zegt voormalig Dossin-directeur Christophe Busch. “Maar een straatnaam veranderen is nog geen oplossing.”
Verscherpte aandacht
De vraag is dus of de televisiereeks iets heeft veranderd aan het collectieve bewustzijn. Natuurlijk is het volgens de makers nog te vroeg om daar echt iets over te zeggen. Toont het voorbeeld van de naamsverandering in Kortrijk dan niet dat er op zijn minst iets beweegt?
“Van de getuigen horen we dat ze veel reacties krijgen”, zegt Clerbout. “Ook horen we dat er vragen zijn om het monument voor het executieoord in Oostakker, waar tijdens de oorlog 66 verzetsstrijders zijn geëxecuteerd, weer op te waarderen. Er zijn mensen die schrijven dat ze niets over het verzet wisten, dus op zijn minst groeit het bewustzijn dat dit te lang onder de mat is geveegd.”
Historicus Koen Aerts (UGent), die meewerkte aan de reeks, voegt eraan toe dat er bij de timing van deze serie verschillende zaken samenkomen die de aandacht voor de Tweede Wereldoorlog aanscherpen, omdat er dit jaar ook herdenkingen zijn geweest rond 75 jaar bevrijding. Toch valt het op dat Kinderen van het verzet een pak minder kijkers haalde dan Kinderen van de collaboratie. Per aflevering over de collaboratie keken er 500.000 Vlamingen live mee of binnen de zeven dagen uitgesteld. De eerste aflevering over het verzet haalde 380.000 kijkers, om dan te zakken. “Ik merk in vergelijking met Kinderen van de collaboratie veel minder reacties in mijn persoonlijke mailbox”, zegt Aerts. “Maar ook veel minder haatmail.”
Volgens hem is er nog een hele weg af te leggen om het verhaal van het verzet echt gemeengoed te maken. “Telkens als ik een lezing ga geven, toon ik een foto van een collaborateur en een van een lokale verzetsstrijder. Er is nog nooit iemand geweest die de verzetsman of -vrouw uit zijn eigen gemeente heeft herkend.”
Kinderen van het verzet, morgenavond om 21.20 uur op Canvas