InterviewCinema
Het post-corona filmlandschap: ‘Die ervaring en emotie zal je thuis nooit krijgen’
Belgische cinema’s hebben dit jaar een flinke eindspurt ingezet – met dank aan een handvol Belgische films. Maar 2022 was voor de bioscoopwereld nog geen topjaar en ook over 2023 blijft iedereen voorzichtig. ‘Ik verwacht nog zowel pieken als dalen.’
“We zijn actief in negen landen en België is het enige land dat het echt goed doet.” De toon van ons gesprek over heden en toekomst van de cinema wordt al gezet tijdens de fotoshoot met Eddy Duquenne van Kinepolis (1.137 zalen in negen landen), Alexander Vandeputte van Lumière (twaalf zalen in Antwerpen, Brugge en Mechelen) en Wendy Vercauteren van Sphinx (vijf zalen in Gent).
De ticketverkoop van Avatar: The Way of Water en Black Panther: Wakanda Forever of zelfs die van Zillion en Close zou anders kunnen doen vermoeden, maar cinema is nog steeds bezig aan een flinke inhaalbeweging. In 2019 bedroeg de wereldwijde box-office 40 miljard euro, dit jaar zal dat zo’n 25 miljard zijn en analisten vermoeden dat ook volgend jaar onder de 30 miljard blijft.
“In China is corona nog niet opgelost,” zegt Eddy Duquenne, die sinds 2008 aan het hoofd staat van de Belgische bioscoopgroep Kinepolis, “en China is voor de filmindustrie even belangrijk als Noord-Amerika.” Maar ook Zuid-Europa hinkt nog flink achterop, weet Wendy Vercauteren, die sinds 1995 mee aan het roer staan van de Gentse stadsbioscoop Sphinx. “De voorbije twee jaar zijn daar redelijk wat cinema’s dichtgegaan, en wat overblijft, krijgt vandaag nog niet de helft van het aantal bezoekers over de vloer dan voor corona.”
Al wil ze daarmee niet gezegd hebben dat cinema op sterven na dood is, zoals de afgelopen drie jaar al eens door een journalist en technologiegoeroe werd beweerd. “Als je alle artikels zou verzamelen die de voorbije dertig jaar over het einde van de cinema zijn geschreven, krijg je een dík boek”, lacht Vercauteren.
“Ik maak mij evenmin zorgen,” voegt Alexander Vandeputte toe, wiens Lumière niet enkel vier bioscopen runt, maar ook films als Close van Lukas Dhont verdeelt en tv-series als Grond van Adil & Bilall produceert. “Ik wil niet zelfgenoegzaam klinken, maar die ervaring, die gedeelde emotie, dat zijn dingen die je thuis nooit zal krijgen.”
De afgelopen drie jaar waren natuurlijk niet de prettigste.
Vercauteren: “We zitten in een business die nooit dichtgaat. Behalve vrijwillig op kerst- en oudejaarsavond. Dus die eerste lockdown was echt paniek.”
Duquenne: “Sindsdien hebben we, denk ik, allemaal hard moeten werken om te houden wat we hadden.”
Vandeputte: “Het is een oefening geweest in ‘lean & mean’, zodat we konden overleven. We hebben in die periode echter ook verschillende mensen zien vertrekken omdat de situatie te lang aansleepte. En dat maakte de eerste maanden van dit jaar misschien zelfs nog de moeilijkste van de voorbije drie jaar. Want je mag dan wel terug open, maar plots vallen ook alle steunmaatregelen weg, je moet een hoop nieuwe mensen opleiden, het filmaanbod was eerder mager en het publiek vond maar traag zijn weg terug.”
Vercauteren: “De zomer van vorig jaar was met Drunk en Dune een pak beter dan die van dit jaar.”
Vandeputte: “Ja, maar het weer was toen ook een pak slechter.” (lacht)
Er zijn in ons land geen cinema’s gesneuveld tijdens corona, maar zoals in de meeste landen werd wel de ‘theatrical window’ opgeofferd, die maakt dat films eerst maanden exclusief te zien zijn in de bioscoop.
Duquenne: “Ja, maar het nieuwe management van Warner Bros. Discovery, dat vorig jaar al zijn bioscoopfilms gelijktijdig op de streamingdienst HBO Max uitbracht, is nu wel van plan om terug de kaart van de bioscoop te trekken. Tegen 2024 willen ze weer 23 films per jaar eerst in de cinema uitbrengen – hetzelfde aantal als vroeger. En de recente machtswissel bij Disney wijst er, denk ik, op dat ze daar dezelfde richting uitgaan.”
Vercauteren: “Waarom denk je dat ze terugkeren naar de bioscoop?”
Duquenne: “Omdat ze daar hun geld verdienen. In 2018 zorgden bioscopen voor 55% van de inkomsten van een film. Dat gaat om veel geld dat je niet zomaar compenseert met streamingabonnementen. Zeker niet in een sterk concurrentiële markt waarin niet elk gezin vijf zo’n abonnementen heeft en al die spelers op hun limieten botsen. Dat besef is er nu ook op Wall Street.”
Vandeputte: “Hollywood wint er bovendien niet alleen bij in de bioscoop, maar ook op streaming. Beeld je in dat een Bond-film als No Time to Die online in première was gegaan. Dat was een non-event geweest. Nu was er anticipatie, maandenlang wordt er over die film gesproken. Zo creëer je iets van waarde. Ook voor streaming, dus. Ik denk dat iedereen dat terug begint in te zien.”
In de VS heeft Netflix vorige maand Glass Onion: A Knives Out Mystery van Rian Johnson een week lang in de bioscoop gebracht – op redelijk grote schaal en een maand voor hij op streaming kwam. Waarom niet hier?
Duquenne: “Omdat ze hem ons niet hebben aangeboden. Het was een experiment met de drie grootste Amerikaanse bioscoopgroepen. Maar we hebben intussen al andere Netflix-films gespeeld. Geen enkel probleem mee. Alleen staan we dan niet de gebruikelijke 50% van de ticketinkomsten af omdat Netflix ons simpelweg niet dezelfde exclusiviteit biedt als andere filmmaatschappijen. Hoeveel wel? Dat mag ik niet vertellen. Dat is de afspraak.”
Vandeputte: “Ten tijde van Roma heb ik nog wel wat kwade mails van andere distributeurs gekregen omdat we die in de cinema vertoonden. Maar jongens, die is gemáákt voor de cinema! Ik ga niet aan mijn klanten vertellen dat we die niet tonen. Of de nieuwe films van Martin Scorsese en Jane Campion. Dat is belachelijk.”
Vercauteren: “Die ideologische debatten voeren wij vandaag ook niet meer. Intussen is trouwens duidelijk dat Netflix niet onze concurrent is. Of omgekeerd. Cinema is een heel andere beleving. Als ik lees hoeveel mensen hun tv-abonnement opzeggen, denk ik dat Netflix en tv-zenders veel meer in dezelfde vijver vissen.”
Duquenne: “Eerlijk, ik denk dat Netflix ons zelfs helpt. Want hoe langer Netflix mensen aan hun tv gekluisterd houdt, hoe meer die verlangen naar beleving. We zagen dat het voorbije jaar duidelijker dan ooit. Cosy seats, Laser Ultra, nu ook weer 3D met Avatar, klanten geven daar – ondanks de recessie – méér geld aan uit. De bereidheid om te betalen voor beleving is vandaag groter dan voor content, want content is overal. Vaak ook gratis, want de jeugd gebruikt het familie-abonnement van haar ouders. Content heeft geen waarde, beleving wel.”
Er gaat nu een dolk door elk cinefiel hart.
Vandeputte: “Maar het klopt wel. Je moet je onderscheiden, want iedereen kan vandaag altijd en overal naar een film kijken. We zetten bijvoorbeeld zelf ook meer in op eten en drinken, wat vroeger altijd met multiplexen (benaming voor een grote bioscoop met een aantal zalen waarbinnen gedeeltelijk dezelfde film draait op dezelfde tijd, red) werd geassocieerd. Maar er is ook bij ons publiek vraag naar een goed glas wijn of een Gouden Carolus. Ik ben trouwens blij dat Kinepolis onlangs met Cine K is begonnen (een cinema-in-cinema met een meer cinefiel aanbod, red.) omdat dat die onnozele polarisatie wegwerkt. Sommigen komen Zillion bewust bij ons zien, anderen bewust in Kinepolis. Zelfde film, andere ervaring.”
Duquenne: “Wij moeten nu nog nadenken over hoe we een pintje in de zaal kunnen brengen. Maar verder merk je inderdaad dat een film als Close bij ons perfect naast een Hollywoodfilm kan staan.”
Vercauteren: “Maar bij Close ga je nu toch geen pintje serveren?”
Duquenne: “Ik weet dat niet. Ik zeg niet dat we Close in 4DX moeten aanbieden, maar een goed bier past daarbij. Wat wij nog wel beter moeten doen, en waar jullie al in uitblinken, is om echt als sommelier van de film te worden gezien. Dat als wij iets aanbevelen dat je maar beter komt kijken. Ik kan mij voorstellen dat jullie heel wat klanten kennen en hen echt ook persoonlijke tips geven?”
Vercauteren: “Ze komen die zelf vragen.”
Duquenne: “Voilà. En dat moeten wij doen met 150.000 mensen per dag. Want we enquêteren die allemaal – elke klant krijgt na zijn bezoek een mail – en het verband tussen de prijssatisfactie en hoe goed iemand de film vond, dat is één op één. Als iemand de film slecht vond, is de reactie: heb ik daar dertien euro voor betaald? Bij een goede film: cheapest night out! En misschien betekent dat dan ook dat we ons meer moeten focussen op minder titels, en dat we die ook wat langer op de affiche moeten houden. In 2019 hebben we in België vierhonderd films vertoond en met 79 daarvan hebben we tachtig procent van onze tickets gedaan. We gooien films op het scherm en zien wat blijft plakken. Dat kan anders.”
Is dat in het arthousecircuit ook zo?
Vandeputte: “Ja. Er gaan meer mensen naar minder films. Mensen kiezen voor the movies that matter. Al de rest kun je gelijk waar en wanneer nog wel eens zien. Komt daar nog bij dat er gewoon te veel films uitkomen. Soms twaalf films per week! Zelfs ik kan niet meer volgen, laat staan het publiek. Dat creëert een onverschilligheid waar dan grote, zichtbare films als Close en De acht bergen van profiteren. Het wordt tijd dat we durven toegeven dat je voor bepaalde films geen publiek meer vindt buiten het festivalcircuit.”
De Vlaamse film is, naast enkele Amerikaanse blockbusters, de motor gebleken van het succesvolle najaar in de Belgische bioscopen. Zagen jullie dat aankomen?
Vandeputte: “Een beetje. Cannes heeft begin dit jaar gezorgd voor een positieve vibe rond Close, De acht bergen en Rebel, en na de zomer kwamen daar dan ook nog Onze natuur en Zillion bij. Het ene salvo na het andere. Alleen had ik nooit kunnen vermoeden dat Zillion zo zou exploderen. Dat is echt een Vlaamse blockbuster zoals in de gouden jaren.”
Vercauteren: “Ik had ook niet gedacht dat het met Zillion zo’n vaart zou lopen. Maar de hype rond die andere films was wel al even voelbaar. Pas op: we zitten daarmee nog niet op hetzelfde niveau als in 2019 – eerder tachtig procent – en we gaan dit niet elk jaar meemaken, hé.”
Duquenne: “Het valt mij toch op dat we de afgelopen twee jaar in alle landen goed hebben gewerkt met lokale films. Ik denk dat de wereld op dat vlak sterk aan het evolueren is. De VS is niet langer het walhalla en op den duur vraag je je toch af hoeveel sequels ze nog van iets kunnen maken. Ik denk dat er echt een mooie toekomst is weggelegd voor lokale cinema, en dat zo’n Zillion weer nog meer mensen heeft warm gemaakt voor de Vlaamse film.”
Wat verwachten jullie van 2023?
Vandeputte: “Ik denk dat we sowieso nog voor uitdagingen zullen komen te staan. De markt is nog niet hersteld en ik verwacht dat we ook volgend jaar nog zowel pieken als dalen zullen kennen. En dan zijn er vanzelfsprekend ook de inflatie en de hoge energieprijzen.”
Vercauteren: “Die maken ook dat we binnenkort onze prijzen moeten opslaan. Ik ben daar altijd wat terughoudend in, maar we moeten ook wel blijven investeren in onze cinema.”
Duquenne: “Niemand gaat daar aanstoot aan nemen, Wendy. Wij volgen altijd de inflatie, want anders heb je effectief geen financiële ruimte meer om te investeren in vernieuwing en kom je in een vicieuze cirkel terecht. Mensen hebben bovendien nood aan een avondje uit en cinema’s zijn dan nog altijd de goedkoopste vorm van entertainment. De klant kijkt niet op een euro.”
Vercauteren: “Dat merken we zelf ook aan ons café. Dat draait ongelofelijk goed. Bij een avondje uit hoort duidelijk eveneens een drankje.”
Duquenne: “Bij de laatste Bond-film hebben we een voorstelling gedaan in Laser Ultra waarbij iedereen een glas Bollinger kreeg. We hadden zelfs ‘007’ laten graveren in het feitelijk glas en mensen mochten het mee naar huis nemen. Tickets kostten 50 euro en op twee uur tijd hadden we er vierduizend verkocht.”
Vandeputte: “Ik vond dat wreed straf.”
Duquenne: “Het is goed mogelijk dat we de komende jaren in volume verliezen, maar dat een kleiner aantal bezoekers meer zal willen betalen voor de ervaring. We gaan daardoor allicht ook minder vastgoed nodig hebben, zodat we naar een hoger rendement op dat vastgoed kunnen. Want dat is vandaag laag, terwijl al die vierkante meters wel een grote kost zijn. Uiteraard gaan we dat niet van de ene dag op de andere realiseren – misschien duurt het tien of vijftien jaar – maar dat is wel de richting die we uit willen. Voor ons is dat de toekomst.”