Cultuur
‘Het noodfonds voor cultuur voelt aan als Russische roulette’
2.500 individuele kunstenaars en 150 structureel gesubsidieerde organisaties dienden een aanvraag in voor het noodfonds cultuur van de Vlaamse regering. Maar uit een bevraging van State of the Arts blijkt dat de helft van de cultuurwerkers niet eens in aanmerking komt.
Wie een beroep wil doen op het noodfonds van 65 miljoen euro dat de Vlaamse regering begin juli aankondigde voor de cultuursector, had tot 31 augustus om een dossier in te dienen. Volgens Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), ook bevoegd voor Cultuur, hebben 2.500 individuele kunstenaars een aanvraag voor een eenmalige cultuurcoronapremie van 1.500 euro ingediend. Zowat 150 structureel ondersteunde organisaties vragen van het fonds een bijkomende subsidie.
Maar in de sector en bij de oppositie rijzen vragen over de werking van het noodfonds. Uit een lopende bevraging van kunstenaarsplatform State of the Arts (SOTA) bij ruim 400 individuele kunstenaars blijkt dat 11,9 procent niet op de hoogte was van het bestaan van het noodfonds. 2,7 procent van de bevraagden deed een aanvraag en kreeg een positief antwoord, 24,9 procent deed een aanvraag en wacht nog op antwoord. Net geen 50 procent geeft aan niet in aanmerking te komen voor het noodfonds.
Te streng en te complex
“Het noodfonds voelt aan als een Russische roulette”, zei Vlaams Parlementslid Katia Segers (sp.a) op een uitzonderlijke bijeenkomst van de commissie Cultuur. “Er vallen te veel mensen door de mazen van het net.” Onder anderen wie recht heeft op een andere steunmaatregel, zoals de Vlaamse of Brusselse hinderpremie en coronacompensatiepremie, kan geen aanspraak maken op het noodfonds. In de antwoorden van de SOTA-bevraging klagen cultuurwerkers die deeltijds lesgeven of nog maar pas aan hun loopbaan beginnen, dat ze niet in aanmerking komen. “De financiële voorwaarden zijn te streng”, klinkt het.
Ook de aanvraagprocedure zelf zou te complex zijn. “Die ingewikkelde regelgevingen en dat administratieve gedoe wringen artiesten de nek om”, antwoordde een van de bevraagden.
Bovendien kijkt Jambon enkel naar de verliezen die zijn geleden tussen 13 maart – het begin van de lockdown – en eind augustus. Dat is ontoereikend, vindt de sector. “De noodsituatie bestond al voor velen maar verergert exponentieel vanaf de zomer”, zegt Overleg Kunstenorganisaties (oKo). “Werken in onze sector is in seizoen 2020-2021 voor de meeste organisaties verlieslatend.”
De ongerustheid zit ook in Jambons eigen meerderheid. “Ik vrees voor drama’s in het najaar”, stelde parlementslid Stephanie D’Hose (Open Vld). Segers vraagt dat Jambon de aanvragen opnieuw openstelt en dat de voorwaarden worden aangepast. “Het is absoluut nodig dat het noodfonds en de federale steunmaatregelen, zoals de tijdelijke werkloosheid, verder toegankelijk blijven tot aan het einde van de crisis.”
Jambon geeft aan dat hij de werking van het noodfonds wil evalueren en wil bijsturen als dat nodig blijkt. “Maar het is nooit de bedoeling geweest van het noodfonds om de laatste euro verlies dicht te rijden.”