Zaterdag 10/06/2023

ReportageRolling Stones

Het lichaam van Mick Jagger is een fenomeen waarover geneeskundestudenten dikke proefschriften zouden kunnen schrijven

null Beeld Redferns
Beeld Redferns

De Amsterdam Arena was al aardig volgelopen toen het eerste Nederlandse concert van The Rolling Stones in vijf jaar werd afgelast: corona had Mick Jagger bij de lurven gevat. Ol’ Rubberlips heeft gelukkig nog even om weer de oude te worden voor hij en de zijnen het Koning Boudewijnstadion innemen – op 11 juli is het zover. Wij weten al wat u dan mag verwachten: samen met 45.000 andere blije zielen zagen we de nog kiplekkere Stones toen ze hun SIXTY-tournee aftrapten in het Estadio Wanda Metropolitano in Madrid, op de eerste dag van juni.

Serge Simonart

De naam van hun nieuwe tournee verraadt het natuurlijk al: in 2022 vieren The Rolling Stones zestig jaar in het vak. Om dat jubileum even te duiden voor de jonge lezers: toen de Stones debuteerden, was de kleurentelevisie nog niet geïntroduceerd, laat staan de mobiele telefoon, het wereldwijde web of de gps. Zestig jaar rock-’n-roll spelen in dezelfde groep: het is ongezien in de geschiedenis van de pop.

HALLO HANGBORSTJES

Al van ’s ochtends vroeg trotseren Spaanse fans de hitte om vooraan te kunnen staan in de Diamond Pit en de Golden Circle. Op rij 3 of 27 zie en hoor je net zo goed, maar deze mensen willen gezíén worden, contact maken met hun helden, willen een blik, een hand, een zegening krijgen. En Mick Jagger is een gulle gastheer. Straks zal hij een dozijn keer naar het midden van het stadion rennen om ook de goedkopere plaatsen te bedienen. Hij zal, promiscue als vanouds, flirten met alle 45.000 fans, man, vrouw en non-binair.

Ik waad door een zee van bloedrode uitgestoken tongen. Als John Pasche, de ontwerper van het Stones-logo, het copyright van zijn vinding niet aan de groep had verkocht (voor een schamele 26.000 pond in 1984) zou hij nu miljardair geweest zijn. Ik zie een meisje van hooguit 14 jaar met een T-shirt van een Stones-tournee uit 1969 – toen waren haar ouders nog lang niet geboren! Ik zie een zwaarlijvige zeventiger die het hoofd van Keith Richards op zijn borst heeft laten tatoeëren, ik schat omstreeks 1980. Sindsdien hebben zijn rimpels niet alleen gelijke tred gehouden met die van de echte Keith: hij kreeg ook hangborstjes, zodat de tattoo-Keith nu wangen in 3D heeft. Zijn toewijding wordt alleen overtroffen door een oudere dame die op haar onderrug Micks naam en gezicht heeft staan, vergezeld van een pijl die naar beneden wijst – waar Jagger zonder bellen binnen mag.

Want ook dát is, behalve het grote geld, de roem en de liefde voor muziek, een reden waarom de Stones van geen stoppen weten: in het gewone leven zijn ze impotente opa’s, op de planken levende legendes. Hoe leef je het liefst? Ik zag de 78-jarige Keith onlangs naast het podium strompelen en waggelen. Op het podium, terwijl de adrenaline door z’n lijf raast, heeft hij de motoriek van een minstens twintig jaar jongere man.

Hun status kun je ook afmeten aan kleine dingen. Jaren geleden speelden de Schotten van Simple Minds, die zelf moeiteloos sportpaleizen vullen, in het voorprogramma van de Stones. Later vertelde frontman Jim Kerr hoe hun gitaartechnicus hem terechtwees toen hij nog maar kéék naar de gitaren van Keith Richards: “Ik ben ook een rockster, maar de Stones zijn van een andere planeet.” Ze kunnen top of the bill zijn op gelijk welk festival, maar ze hebben dat niet nodig. Ze zijn een festival op zich.

Andere artiesten verdienen tegenwoordig een flinke duit bij door publiek toe te laten op hun soundchecks. Kostprijs: tot 1.000 euro per ticket. Dat hebben de Stones evenmin nodig. Ook ik mocht de geluidstest in Madrid niet bijwonen: “Sorry, da’s privé.”

Natuurlijk is hun status mee het resultaat van manipulatie. Een insider vertelde me ooit: “Als de Stones een concert filmen, huren ze fotomodellen en ander vrouwelijk schoon in om op de eerste rijen uit de bol te gaan, zodat iedereen kan zien dat opa Jagger hét nog altijd heeft.”

De Stones zijn overigens een week geleden al in Madrid geland met hun privéjet. Gisteren mocht Mick het Museo Reina Sofía na sluitingstijd bezoeken. Hij veroorzaakte een pseudorelletje toen hij zich door zijn pr-dame liet fotograferen voor Pablo Picasso’s Guernica, terwijl dat strikt verboden is.

BLOED OP DE PLANKEN

Al sinds 1982 werkt Patrick Woodroffe als lichtdesigner en creatief directeur voor de Stones. Vlak voor de soundcheck mogen we de man spreken. Op zijn cv staan ook namen als ABBA, Adèle, Elton John, Lady Gaga, Madonna en Michael Jackson, en hij liet zijn lichten onder meer schijnen op de openings- en slotceremonie van de Spelen in Londen in 2012.

SIXTY is een stadiontournee: wat jij ontwerpt, moet even luid en duidelijk zijn op de laatste rij als op de eerste.

Patrick Woodroffe: “Alles moet larger than life zijn, maar de Stones hebben me op het hart gedrukt: ‘We willen bewijzen dat we ook zónder stunts kunnen imponeren.’ De muziek primeert. Het mag geen circus worden.

“Nu moet ik aan wijlen Charlie Watts denken… Tijdens vergaderingen zei hij altijd: ‘Laten we niet te veel poeha maken.’”

Kun je uitleggen hoe de belichting spréékt, hoe je songs ermee kadreert?

Woodroffe: “De SIXTY-concerten beginnen allemaal bij daglicht, dan volgt de schemering, dan valt de nacht: aan die opeenvolging is de belichting aangepast. Een song als ‘Sympathy for the Devil’ wordt nog theatraler door het bloedrode licht waarin we het podium laten baden en dat de hel evoceert. Het publiek moet wel het gevoel krijgen dat Mick, de duivel, dat licht zélf opwekt en niet dat een technicus het heeft aangeknipt.

“Bij ‘Steel Wheels’ zijn draaiende en tollende wielen en raderen het centrale motief, en bij ‘Bridges to Babylon’ werkt de wandelbrug goed. Bij alle songs suggereer ik een sfeer, zorg ik voor een spanningsboog. De Stones hebben onlangs stiekem zes weken lang gerepeteerd in Amsterdam, en die hele tijd ben ik details blijven bijsturen.”

Op tournee in de VS is Keith eens gevallen op het podium: hij bleef met zijn schoen haken aan een vloernaad. Had hij schoenen met een gekrulde neus gedragen, zoals jij nu, dan was dat niet gebeurd.

Woodroffe: “Schoenen met gekrulde neuzen garanderen niets, hoor: ik ben vorige week met de mijne gevallen, en ik was buiten westen (lacht).

“Door het minste ongelukje kan de hele tournee in het gedrang komen, dus proberen we elk risico uit te sluiten. Op het podium is water uit den boze, want dan kunnen de bandleden uitglijden. De verzekeraar houdt ook rekening met hun hoge leeftijd en past zijn tarieven aan. Het kost allemaal ettelijke miljoenen – mensen onderschatten dat.”

20 KILOMETER ZINGEN

Wat Patrick Woodroffe er níét bij vertelt, is dat het podium ontworpen is om de frontman te sparen. Maar dan nog is het uithoudingsvermogen van Mick Jagger indrukwekkend. Ik herinner me de Still Life-tournee van 1982, toen de Stones voor het eerst op een gigantisch podium speelden: halverwege de set was de zanger uitgeput en sloeg hij, naar adem happend, hele lappen tekst over. Vier decennia later legt hij tijdens één show tot 20 kilometer af, meer dan een doorsneevoetballer tijdens een wedstrijd. Hij speelt bovendien gitaar en is nog altijd een meester op de mondharmonica.

Geen wonder dat zijn gymregime even indrukwekkend als gruwelijk oogt. Mick jogt, zwemt, fietst en doet aan yoga, powertraining, pilates, kickboksen en zelfs ballet. De man die ik in Madrid zag dartelen als een bronstig veulen, heeft in 2019 nog een hartoperatie ondergaan. Twee maanden later stond hij alweer op de planken!

Vanzelfsprekend eisen de jaren hun tol. Tussen twee concerten lassen de Stones nu vier of vijf dagen recuperatietijd in – vroeger was het: maandag Brussel, dinsdag Parijs, woensdag Berlijn enzovoort. En toch: het lichaam van Mick Jagger is een fenomeen waarover geneeskundestudenten dikke proefschriften zouden kunnen schrijven.

Sommige fans beweren dat Keith Richards het hart van de Stones is, andere fans dat ze zonder Mick nooit meer dan een onbekend bluesgroepje geworden zouden zijn. De waarheid ligt in het midden. Ik sluit me aan bij de commentator die ooit beweerde: “Mick maakt de Stones rijk, en Keith maakt Mick cool.” Mick was altijd degene die verder keek dan blues en rock, die een langetermijnvisie had, lucratieve deals afdwong en de vrouwen lijmde. Maar wat Keith zegt, is óók waar: “Mick is rock, ik ben roll.”

null Beeld Redferns
Beeld Redferns

HET VOORPROGRAMMA

Er is een lelijk woord voor vaders die hun zonen bevoordelen. Sting, bijvoorbeeld, laat zoonlief Joe Sumner zijn voorprogramma verzorgen. Maar het gebeurt ook onder broers. Vanavond pleziert Mick Jagger zijn broer Chris door de Vargas Blues Band van diens zoon John Byron Jagger als special guest in te huren. Ze zijn niet beter dan The Calderons, het passionele Madrileense covergroepje dat daarstraks drie uur lang de bodega om de hoek platspeelde. Aan het eind van de set zingt Chris Jagger een song mee. ‘We got a family thing going,’ zegt hij. En hij roept met overslaande stem: ‘Viva Oekraïne!’ Hoe zou het voor Chris zijn om al zestig jaar in pubs te spelen, terwijl zijn broer stadions als dit vult?

Overigens zingt John Byron Jagger wél veel beter dan de Spaanse pseudorock-’n-rollers van Sidonie, de tweede supportact in Madrid. Zij zijn hier hondspopulair (bijna alle Spanjaarden kwelen hun teksten mee) maar ik vind niets erger dan Spaanse rock. Tenzij misschien Finse rap. Het is willen maar niet kunnen.

DE STOOFPOT

Terwijl de spanning stijgt, verschijnt op het middelste videoscherm een gigantische tong die minutenlang zal likken, alsof ze bij wijze van voorspel het hele stadion beft. Als we nat genoeg zijn, vlak voor de Stones opkomen, schalt ‘Break on Through (to the Other Side)’ van The Doors door het stadion, nog zo’n topgroep die de gastheren van vanavond een halve eeuw hebben overtroefd. Zoals Keith al zijn dokters heeft overleefd, hebben de Stones al hun concurrenten begraven.

Het concert opent met een ode aan Charlie Watts. We zien beelden van de drummer op en naast het podium, verlegen, ernstig en met een zeldzame grijns. Charlie was een jazzfanaat die door een speling van het lot in de rock-’n-roll was verzeild, een man van driedelige kostuums uit Savile Row voor wie een concert pas voorbij was als zijn drumsticks weer netjes in het gelid lagen. Verbazingwekkend dat zo’n neuroot het net geen zestig jaar uithield met de je-m’en-foutistische chaoot Keith Richards.

null Beeld Dave J Hogan/Getty Images
Beeld Dave J Hogan/Getty Images

De huidige drummer van de Stones, al jaren een maat van Keith, heet Steve Jordan. Hun vaste livepianist is Chuck Leavell, die in 1985 Ian Stewart opvolgde na diens dood. En oud-Stones-bassist Bill Wyman leeft weliswaar nog enigszins (onbeweeglijk was hij altijd al) maar hij vertrok in 1993 en werd vervangen door Darryl Jones.

De eerste vijf songs zijn uppercuts: ‘Street Fighting Man’, ‘19th Nervous Breakdown’, ‘Sad Sad Sad’, ‘Tumbling Dice’ en ‘Out of Time’. Stuk voor stuk foutloos gezongen en haast perfect gespeeld. Ome Keith laat weleens een steek vallen, ja, maar net dat achteloze, smoezelige van hun muzikale stoofpot heeft de Stones altijd authentieker doen lijken dan veel aalgladde, platgeproducete concurrenten.

Ook Ronnie Wood verbeeldt de gevoelsmatige aanpak van de Stones. Toen Mick Taylor de Stones in 1974 verliet, kozen ze niet voor de beste, snelste, technisch perfectste gitarist, maar voor een gezellige bohemien wiens coole, nonchalante vibe perfect paste in de bestaande constellatie.

Twee dingen vallen meteen op: het tijdloze, nog altijd grenzeloze charisma van de ultieme frontman, en het speelplezier van iedereen. Keith, de vleesgeworden riff en meer dan ooit een kruising tussen een hobbit en een reptiel, oogt vanavond zowaar vitaal. Dit is de man die ooit verklaarde: “Ik ging naar een feestje in het huis van Muddy Waters en werd wakker in het huis van Howlin’ Wolf.” Dit is de man die, nadat hij een indringer op het podium met z’n gitaar had neergeslagen, laconiek opmerkte dat het incident ‘goeie reclame voor Fender’ was: “Hij was nog altijd perfect gestemd!”

Ook Keith is aan zijn zevende jeugd bezig – als minuscule toegeving aan de vergankelijkheid is hij twee jaar geleden wel gestopt met roken. Vanavond blijft hij maar grijnzen en ‘Muchas gracias’ mompelen. Je zíét hem denken: ongelooflijk, hè, dat ik nog leef, en dat wij al zoveel jaren wegkomen met deze zooi?! Hij zei het zelfs tijdens een concert in Texas, met de timing van een droogkomiek: “Het is leuk om hier te zijn. Nu ja, op mijn leeftijd is het leuk om gelijk wáár te zijn.”

Keith slaagt er nog net in om ‘Happy’ het vuur van weleer te geven, en even later ontroert hij met een mooi ‘Slipping Away’. Vlak daarvoor hebben luchtkanonnen confetti geëjaculeerd om de verjaardag van Ronnie te vieren: met 75 is hij het jongste groepslid! Maar nu, uitgerekend tijdens Keiths gevoelige ballad, stapt een roadie het podium op om die confetti weg te blazen. Een verontwaardigde Keith stopt met zingen, rent vijf passen naar voren en jaagt hem weg: ‘Slip away, pal!’

DE SMEERLAPPEN!

Mick Jagger probeert zijn bindteksten altijd een lokaal tintje te geven. Benieuwd of hij in Brussel iets over Arno zal zeggen. De Stones hebben iets met België. Ze hebben er meermaals incognito gerepeteerd voor hun tournees, en hun eigen favoriete bootleg is ‘The Brussels Affair’, de neerslag van de twee spetterende optredens die ze in 1973 in Vorst Nationaal gaven.

In maart vroeg Mick de fans in een kort filmpje om suggesties te doen voor de setlist. Ik betwijfel of de Stones daar écht rekening mee houden, ook al omdat doorgewinterde fans het liefst zo obscuur mogelijke songs suggereren (‘She Smiled Sweetly’, ‘Back Street Girl’, ‘Dandelion’, ‘Do You Think I Really Care’, ‘Torn and Frayed’…) waarmee je doorgaans niet scoort in een gigantisch stadion. In Madrid wint ‘Beast of Burden’ de poll. Mijn verzoeknummer, ‘Everything Is Turning to Gold’, hebben ze nog nooit live gespeeld. De smeerlappen!

De coronasingle ‘Living in a Ghost Town’ is een miniem minpuntje, niet omdat het een slechte song is – al steekt hij pijnlijk af tegen al die onverbiddelijke klassiekers – maar omdat het geen stadionscoorder is. ‘Honky Tonk Women’ en ‘You Can’t Always Get What You Want’ worden wél door 45.000 Spanjaarden meegebruld. Later volgen ‘Paint It, Black’ – ruiger dan op plaat – en de showstopper ‘Sympathy for the Devil’.

Ondertussen heeft een prachtige zonsondergang het werk van Patrick Woodroffe moeiteloos overtroefd.

Het onverwoestbare ‘Miss You’ is alweer een splinterbom. Ik heb alleen nooit gesnapt waarom Mick tijdens die song per se gitaar wil spelen. ‘Miss You’ was het resultaat van de Stones die, eind jaren 70, op de discotrein sprongen. Het had Mick, die ook privé graag danst, altijd al dwarsgezeten dat hun songs álles waren, maar niet dansbaar. Dat de Stones uniek zijn, komt ook doordat ze, binnen de grenzen van hun genre, zulke diverse songs hebben gemaakt: ‘Angie’ heeft minder dan niets gemeen met ‘Midnight Rambler’, en ‘Melody’ nog minder met ‘Rock and a Hard Place’.

Onder het motto ‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’ is tijdens ‘Gimme Shelter’ even een foto te zien van een flatgebouw in Marioepol, gebombardeerd door de Russen.

En dan, als de fans na bijna twee uur nog moeër zijn dan Mick, gooit Keith nog een vracht iconische riffs op het vuur: ‘Start Me Up’, ‘Jumpin’ Jack Flash’, en het even onvermijdelijke als onmisbare ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’. Die laatste klassieker speelden de Stones op vorige tournees te vaak te slordig en te snel, maar vanavond klinkt hij perfect. Het is ook zo’n oersong waarvan je je niet kunt voorstellen dat een andere groep hem had kunnen bedenken, zelfs niet Led Zeppelin of The Who.

Dit concert was echt The Greatest Show on Earth. Een rollercoaster die genoeg energie genereerde om een kerncentrale of twee te vervangen. It’s only rock ’n roll, maar godallemachtig wat kan die muziekvorm toch schitteren. Ik hou ook van klassiek, maar ik heb medelijden met mensen die déze euforie, deze boost, deze massaal beleefde intensiteit nog nooit hebben meegemaakt.

***

De volgende dag loop ik overal in Madrid Stones-fans tegen het lijf. In het hotel, in de straten, in de luchthaven, overal die rode tongen die zeggen: ‘Ik ben lid van de sekte! Ik was erbij, gisteren!’

De sluwe vossen die hun maat Brian Jones in juni 1969 uit het nest duwden – het was zíjn groep, minder dan een maand later zou hij verdrinken in zijn eigen zwembad – zijn anno 2022 nog alive and kicking. Ik zie nog altijd niemand die hen van hun troon kan stoten. Ze zijn alleen nog in competitie met hun jongere zelf.

Time waits for no one, natuurlijk. Niets blijft ooit hetzelfde, alles gaat teloor. De drogisterij in Chelsea uit ‘You Can’t Always Get What You Want’ is nu een McDonalds. Ooit zullen de Stones móéten stoppen. Maar zoals Keith onlangs zei: “Ik vraag me niet af wanneer het voorbij zal zijn. Ik zal het wel door schade en schande ondervinden.”

Ga dus toch maar kijken, op 11 juli in Brussel. En kom later niet klagen als u die afspraak met de geschiedenis hebt gemist. Met de Stones die op hun gezegende leeftijd hun eigen songs nog vertolken. Ik sluit me ondertussen aan bij de grapjas die deze meme postte: “Als ze The Rolling Stones niet spelen op mijn begrafenis, dan gá ik niet.”

The Rolling Stones spelen op maandag 11 juli in het Koning Boudewijnstadion in Brussel.

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234