AchtergrondExpositie
Held van toen botst met wereld van nu: de tijd veranderde sneller dan Marc Sleen en Nero
Het regende niet alleen stereotypen in Nero, ook Marc Sleen hield er karikaturale ideeën op na. In het Brusselse Stripmuseum loopt een expo waarin ’s mans oeuvre met de wereld van vandaag wordt geconfronteerd. Althans, dat belooft het. Een gesprek met Sleens weduwe Catharina Kochuyt. Over ego’s, vrouwen en gekleurde mensen.
“Ik heb een hekel aan vrouwen die het even goed willen doen als een man. Ik vind het verschrikkelijk als een vrouw even hard met de auto wil kunnen rijden als ik (…) Een vrouw moet steun zoeken aan de brede borst van de man. Zo hoort het…”
De oren werden gespitst toen bovenstaande quote in 1970 in het vrouwenblad Mimo verscheen. Marc Sleen (1922-2016) reageerde daarmee op de kritiek van feministen nadat hij eerder in het Nero-album De dolle Dina’s de spot dreef met de Nederlandse feministische beweging Dolle Mina’s. Op zijn negentigste nuanceerde hij die uitspraak ietwat, al bleef hij vooral achter die bewering staan.
De vrouw is slechts één van de vele thema’s op de expo Een eeuw in verandering in het Brusselse Stripmuseum. Verder wordt er gefocust op onder meer de telefoon, sport, dictators, vijanden, tabak en mensen van kleur. Maar dat tabak en telecommunicatie op eenzelfde lijn worden geplaatst én behandeld als vrouwen en mensen van kleur, doet verbazen. Op de veranderende fysiek van een telefoon had Sleen immers geen enkele invloed, des te meer op hoe hij in een van Vlaanderens populairste stripreeksen maatschappelijke issues aanbracht. “En dat was geen zwart-witverhaal”, meent Catharina Kochuyt (71), Sleens levenspartner.
Controle
Beiden ontmoetten elkaar toen zij als studente voor Sleen vertaalde. “Er was een enorme aantrekkingskracht tussen ons. Maar hij was getrouwd en mijn leven moest nog beginnen.” Ze vonden elkaar later terug. Hoe dat was, zo’n sterke jonge vrouw en een bekende oudere man met een groot artistiek ego en een conservatief man-vrouw beeld?
“Marc begon als politiek karikaturist. Dat is altijd op zijn harddisk blijven staan. Als hij toestanden zag, kon hij via Nero zijn boodschap aankaarten. Daarom vond hij de strip zo’n subliem medium. Maar hij stootte ook op grenzen als zijn houding tegenover vrouwen of de gekleurde bevolking, en het hielp niet dat hij als karikaturist alles uitvergrootte. Voor mij was dat soms te eenzijdig en stereotiep.”
Maar ze wil wel context bieden. “Marc kon soms ongepaste opmerkingen maken tegenover en bij vrouwen. Het klopt dat hij geen tegenspraak duldde, maar ik realiseerde me snel dat dat een soort spel was. Als je als vrouw het lef had om daarop te reageren, het liefst op een ludieke manier, dan werd je zijn beste maat. Op het toppunt van zijn roem koos hij ook voor mij. Een vrijgevochten vrouw. Hij viel zelfs op sterke vrouwen. Ik was geen aanhangsel van hem. Dat brengt de dingen toch wat in verhouding.”
Met het ouder worden werd hij milder, zegt ze. “Maar hij heeft toch echt bochten van 180 graden moeten nemen. Soms op mijn aanzet, maar ook op eigen beweging. Zijn hart ging uit naar de gekleurde mens. Wanneer een zwarte DHL-koerier aanbelde, bleef Marc maar met hem keuvelen. Beiden spraken immers Swahili. (Glimlacht) Hij heeft altijd een warme band gehad met de zwarte mensen met wie hij op safari trok. Marcs Schotse safarivriend Gordon Harvey was erg imperialistisch en sprak de mensen rondom hem aan als boy. Dat kreeg Marc niet over zijn lippen. Hij kon soms uit de hoogte doen, maar wou bijleren en was op zoek naar de mens. In zijn strips bemerk je die zoektocht. Ja, hij tekende veel stereotypen, maar ook de blanken kregen ervan langs. Dat de zwarten stalen als raven, merkte hij ergens op. Om er later aan toe te voegen dat ze het van de blanken leerden. Dat typeert Marcs evolutie. Hij dacht er verder over na.”
Koloniaal België heeft zijn wereldbeeld mee gevormd, zegt Kochuyt. “Maar we zien ook hoe Petoetje evolueert: eerst in lendendoek, later wordt hij een slimme aangeklede jongen. En dat zonder woke-beweging. Marc voelde zelf aan dat het ongepast was, terwijl Hergé in die tijd nog wel in de beeldvorming van zijn tijd bleef hangen.”
Idem voor vrouwen, meent ze. “Eerst komt de stereotype Madam Nero als vrouw aan de haard, later staat daar Madam Pheip tegenover, een pijprokend manwijf die voor haar mening uitkwam. Nu, toen de feministische golf vanuit Nederland overwaaide, voelde hij zich - typisch Marc - bedreigd. Hij vond ze te ver gaan en vergrootte dat uit. Die strip heeft hij zich beklaagd. Dus tja… Iedereen heeft goede en slechte kanten. Elke mens evolueert. Duiding is daarin belangrijk.”
Dat lukt helaas niet op de, nota bene door de Stichting Sleen opgezette, expo. Hoewel de affiche ervan de cover is van het controversiële De dolle Dina’s, en al statement kan tellen, doet deze expo niet wat het belooft.
Met het lichtjes aanraken van de maatschappelijke positie van vrouwen en mensen van kleur, om vervolgens ver weg te blijven van context, duiding en nuances door de jaren heen, blijf je als bezoeker verweesd achter. Achttien in een vitrine geduwde originelen lijken verder niets met het thema te maken te hebben, en de poging om aan de hand van lukrake plaatjes van Superman, Wonder Woman of The Flintstones een tijdsgeest te benadrukken, is halfslachtig.
Een expo, kortom, die op papier fris klinkt, maar met weinig kritische blik lijkt uitgetekend.
Info: stripmuseum.be