FilmrecensieGunda
‘Gunda’ toont het leven zoals het is, in al zijn poëtische banaliteit ★★★☆☆
Een zeug en haar biggen. Enkele kippen, waarvan eentje met één poot en een andere met een gepluimde nek. En een kudde koeien. Dat zijn de hoofdpersonages in Gunda, een prachtige, poëtische documentaire waarin dieren gewoon zichzelf kunnen zijn.
Een cynicus zou durven stellen dat werkelijk alles poëtisch wordt wanneer je het in stijlvol zwart-wit in beeld brengt, maar niets is minder waar. Zet een zwart-witcamera op steller dezes terwijl hij dit stukje aan zijn tekstverwerker toevertrouwt, en je krijgt pokkesaaie cinema. Een monochromatische filter alleen is niet voldoende om een interessante film te maken.
Dat weet ook de Russische documentairemaker Viktor Kossakovsky, een cineast met de gave om de simpelste dingen toch interessant te maken. In Gunda volgt hij het leven van Gunda, een zeug op een Noorse boerderij die net een talrijke kroost op de wereld heeft gezet. Anderhalf uur lang brengt Kossakovsky de dagelijkse beslommeringen van Gunda in beeld: slapen, zogen, eten, in de modder wroeten. Daarnaast volgt hij ook een aantal kippen die de vrijheid ontdekken, en een kudde koeien die de wei verkennen.
Alles brengt hij in beeld zonder muziek, zonder voice-over, zonder interviews, zonder enige vorm van begeleiding. Het leven zoals het is: Animal Farm. Maar dan zonder Orwelliaanse ondertoon. Je moet al zelfs behoorlijk je best doen om in Gunda een ecologische boodschap terug te vinden.
Klein drama
Die radicale stilering leidt tot wat ze in de VS a hard watch noemen. We zijn het zo gewend om een plot, een spanningsboog, een emotionele leidraad te hebben, dat het verdomd vreemd aanvoelt om simpelweg te kijken, te registreren, te worden ondergedompeld in de banale poëzie – of is het de poëtische banaliteit? – van een varkensleven. Een mens komt nooit in beeld: de enige sporen van onze soort bestaan lange tijd enkel uit de schuur waarin Gunda slaapt, de stal waaruit de koeien de weide betreden, en de kooi die de kippen verlaten.
Het maakt Gunda er niet minder pakkend om. Omdat Kossakovsky weet hoe je simpele dingen op een fotogenieke, beeldschone manier kunt vastleggen. Omdat je na verloop van tijd een zekere bewondering, een zekere affiniteit begint te voelen met die zeug. En omdat Kossakovsky aan het einde van zijn film toch een klein drama laat voltrekken. Meer verklappen zou de pret bederven.
Nu in de bioscoop.