RecensieBoeken
Gooi maar in mijn schoentje: de mooiste prentenboeken voor alle leeftijden
Sinterklaas graait spoedig in zijn geschenkzakken. En waarom zou hij geen bijzondere prentenboeken meenemen? Dit zijn vier exemplaren die uw aandacht verdienen én voor vreugde zullen zorgen, bij jong én oud.
Had ik maar een hond
Sinds de in Brussel wonende Kitty Crowther, dochter van een Engelse vader en een Zweedse moeder, in 2010 de Astrid Lindgren Memorial Award ontving, is haar werk ook in onze contreien grootscheeps ontdekt. En terecht. Crowther is bijzonder veelzijdig.
Haar collega-laureaat Bart Moeyaert, die in 2019 de award kreeg, vertaalde nu haar ronduit briljante Ik wil een hond (en het maakt niet uit welke). Daarin krijgt het meisje Millie eindelijk een hondje, maar dat pakt helemaal anders uit dan ze verwacht.
“Ik wou vooral een vreugdevol boek maken”, zegt Crowther daarover in L’Echo de la Bourse. “Het curieuze is dat ik eigenlijk een volkomen fobie heb voor honden. Vanaf mijn veertigste begon ik bang voor ze te worden. (…) In feite ben ik vooral bevreesd voor hun baasjes die hun honden niet onder controle hebben. Ik ben ook banger voor een hond dan voor een wolf, omdat de wolf zijn eigen meester is.” Ze maakte dit boek dus ook om haar angsten te bezweren.
`Elke dag fantaseert Millie over de hond die ze niet bezit. Met tegenzin trekt ze naar de school voor rijke meisjes, De Drie Kronen. Maar elke keer dwarsboomt mama haar: ‘Nee.’ ‘Tot ze uiteindelijk zwicht. In het hondenasiel wordt Millie meteen verliefd op ‘schreeuwlelijk’ Prins, niet meteen een orthodoxe viervoeter en van een onduidelijk gemixt ras. Millie wordt de risée met haar hondje, op school lachen al haar klasgenootjes het schepsel uit. Tot blijkt dat Prins wel heel bijzondere kwaliteiten bezit.
Crowther maakt er een prachtige, kleurrijke vertoning van, met een optocht van honden in allerlei gedaantes. En Prins steelt uiteindelijk je hart. Let ook op de oranjefluo aanzetten rondom veel prenten: gewaagd maar toch staan ze garant voor een wonderlijk extra cachet.
Kitty Crowther, Ik wil een hond (en het maakt niet uit welke), De Eenhoorn, 15,95 euro. Vertaling Bart Moeyaert.
Op de rug van de krokodil
Telkens weer weet kinderboekenauteur Leo Timmers de jonge lezers en kijkers met veel animo op sleeptouw te nemen. Met personages als Garage Gust, Diepzeedokter Diederik en Meneer René, maar ook met olifanten die schipbreuk lijden (Het eiland van Olifant) of zijn fameuze koning die paniek zaait over een draak (in Waar is de draak?). Telkens knipoogt de Limburgse Brusselaar, die zich een ‘schrijver met beelden’ noemt, ook naar de volwassen kijkers. Dat is niet anders in De lieve krokodil, een ‘visuele vertelling’ met minimale middelen maar veel vrolijke subtiliteit.
Timmers voert een sympathiek ogende krokodil op die anderzijds wel graag zijn tanden laat zien om vijanden op afstand te houden, wat had je gedacht? Maar uiteindelijk kan iedereen uit het dierenrijk zomaar op zijn lange rug terecht: van muis tot everzwijn. Wie zijn kompanen belaagt, wordt door de krokodil een lesje geleerd. Maar hoe moet dat met die logge neushoorn die in een angstkramp zit, achtervolgd door een leeuw?
Een grappig boek over de onvermoede krachten van samenwerking en vriendschap, vol spitse doordenkertjes gericht op de jongste lezers.
Leo Timmers, De lieve krokodil, Querido, 30 p., 13,99 euro, 2-4 jaar
Honderden verhalen in één geraffineerde seconde
Wie kent intussen Jacominus Gainsborough niet, het aandoenlijke konijn waarmee de Franse jeugdboekenmaker en topillustratrice Rebecca Dautremer de wereld veroverde? Na De rijke uren van Jacominus Gainsborough en het verbazingwekkende Middag is er nu een derde boek waarin we het dromerige wezen kunnen betrappen: Een enkele seconde.
De vorm is alweer apart. Nu kiest Dautremer met opnieuw bijzonder veel precisie en ambacht voor een uitvouwbaar leporelloboek van bijna twee meter lang, waarin ze de tijd bevriest. Een enkele seconde, maar wel een heel belangrijke. Meer heeft Jacominus namelijk niet nodig om verliefd te worden op Douce Vidocq.
Maar in die ene tel laat Dautremer zien hoe niet één maar wel honderd personages elk hun eigen verhaal beleven, tot in de ragfijnste, onooglijkste details. Er is ook een begeleidende tekst die de gebeurtenissen toelicht en de personages als Extravaganza, Martin, Nino Amoretti, Bruine Bandy en de oude Gainsborough subtiel evoceert. Het tekenplezier spat eraf en Dautremer stelt vast dat ‘een paar maanden besteden aan het tekenen van één enkele seconde en aan het maken van een best zwaar boek over die seconde, helemaal zo veel niet is’.
En Jacominus? ‘Jacominus voelde hitte uitvloeien over zijn wangen, over zijn hart, over zijn hele lichaam. Het leek wel of hij zweefde en of hij gelukkig was op een manier die hij nooit eerder had gekend (want hij was nog veel te klein om aan dit soort dingen te denken).’
Maar hoe hij die seconde ervaart, dat moet u zelf ontdekken. Veel kans dat dit zomaar hét geschenkboek van deze winter wordt. En zoals steeds verrukt en verleidt Dautremer wellicht minstens evenveel volwassenen als kinderen met dit fragiele maar geraffineerde huzarenstukje. Dat Dautremer haar franchise een tikje uitmelkt, ach, wat geeft het?
Rebecca Dautremer, Een enkele seconde, Davidsfonds/Infodok, 39,99 euro, vanaf 10 jaar, uit op 30/11. Vertaling Edward van de Vendel.
Spierballen en een dikke nek
Bezieler van Muziektheater Walpurgis Judith Vindevogel grijpt een Japans volksverhaal aan om iets te zeggen over veerkracht en de kracht van verbeelding. En vooral over hoe belaagde activistes toch weten voort te leven: dit boek is opgedragen aan de Russische journaliste Anna Politkovskaja (1958-2006), de Palestijnse verpleegster Razan al-Najjar (1997-2018) en de Pakistaanse kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai. “Ze werden neergeschoten omdat ze een kat een kat durfden te noemen. Omdat ze vonden dat iedereen recht had op zuiver water en dat elke zieke verzorgd moest worden, ook als die niet uit hetzelfde dorp kwam.”
Vindevogel legt er haar boodschap via een omweg helaas nogal dik op. We volgen de beroemde worstelaar Eeuwige Berg, tot wiens grootste kwaliteiten spierballen en een dikke nek behoren. Hij vindt zichzelf ‘de grootste, de dikste, de stoerste, de knapste’. Als de koning hem uitnodigt voor een worstelwedstrijd, kan de overwinning hem niet ontsnappen. Tot hij op zijn tocht op Malala, Razanna en Anna stuit, die hem zelfs in bedwang houden, en een paar levenslessen serveren: ‘Val je, Eeuwige Berg? Sta dan weer op. Durf te dromen. Koester je dromen en ga ervoor.’
Is de vertelling te schetsmatig en voorspelbaar, de eigengereide prenten van Sarah Yu Zeebroek zijn dat gelukkig niet. Ze maken het verhaal krachtig en tillen het met een scheut humor weer op.
Judith Vindevogel en Sarah Yu Zeebroek, Drie sterke vrouwen, Walpurgis/Bebuquin, 36 p., 16 euro, vanaf 9 jaar