Gilberto Gil intiem in Bozar - De clown zit de legende in de weg
Gilberto Gil (***), op zijn 65ste nog altijd een van
de grootste namen van de Música Popular Brasileira, gaf woensdagavond een intiem, akoestisch concert in een bomvolle Bozar. Het was meteen de eerste keer dat we een minister van cultuur met dreadlocks op het podium zagen staan.
Na zijn slappe vertoning op Couleur Café in 2006 had Gilberto Gil bij het Belgische publiek iets goed te maken. En jawel, tijdens de eerste helft van zijn set gaf hij het publiek alvast het gevoel dat het een memorabele avond zou worden. Net als op zijn uitstekende cd Gil luminoso koos hij voor een sobere, uitgebeende aanpak waarbij het accent helemaal op zijn wat hese maar nog steeds soepele stem en zijn even dynamische als virtuoze gitaarspel kwam te liggen.
Vooral tijdens de sensuele bossanovanummers waarmee de avond werd ingezet, deed de zanger, qua frasering, meermaals denken aan de grote João Gilberto. Liedjes als 'Super-honem - A canção' en 'Metáfora' waren Gil grand cru. De man slaagde er zelfs in 'When I'm 64' van The Fab Four te spelen alsof het niet aan de oevers van de Mersey maar op het strand van Ipanema was ontstaan.
Hoewel de affiche 'Gilberto Gil solo' vermeldde, liet de ster zich vanaf het vijfde nummer al op gitaar en percussie bijstaan door zijn zoon Ben en dat leverde onder meer een strakke uitvoering van Gordurinha's cocoklassieker 'Chiclete con banana' op. Aan de hand van 'Aquele abraço' en 'Expresso 2222', enkele van zijn hits uit de late jaren zestig, demonstreerde de artiest vervolgens diverse types samba die door het gedeelte van de toeschouwers dat het Portugees machtig was uit volle borst werden meegezongen. Ook oude bekenden als 'Andar com fé' en het door een drummachine aangedreven 'Maracatu atômico' kregen herkenningsapplaus.
Tussendoor zong Gil in het Engels en het Frans ('La renaissance africaine', geschreven na een recente reis naar Senegal) en mocht hij de hele avond op dat elan zijn doorgegaan, dan had je ons niet horen klagen. Helaas klonken zijn covers van Bob Marley, 'Three Little Birds' en, vooral, 'No Woman, No Cry', beschamend zielloos en liet Gilberto Gil zich door de vlaggenzwaaiende Brazilianen in de zaal iets te vaak verleiden tot plat volksvermaak.
De loze kreten en vraag-en-antwoordspelletjes hielpen de zorgvuldig opgebouwde, intimistische sfeer finaal om zeep. Tijdens de bissen trakteerde de zanger nog op een mooie, sobere vertolking van Tom Jobims 'Corcovado', maar die kon het tij niet meer keren. Een beetje pijnlijk toch, een legende die op die manier zijn eigen positie ondergraaft. Hopelijk vermag Gil het tijdens een volgende passage de clown in zichzelf definitief het zwijgen op te leggen. (Dirk Steenhaut)