Crime fiction
Gezocht: Europese identiteit in crime-series
Wat is de representatie van de Europese identiteit? Die oproep lanceerde de Europese Unie naar de academische wereld en wordt momenteel onderzocht door een dozijn Europese instellingen. Ook de KU Leuven doet mee, en zal onder meer de Eén-reeks Salamander onder de loep nemen.
Wat zegt onze culturele expressie over de Europese identiteit? Dat onderzoeken momenteel twaalf universiteiten, geïnitieerd vanuit Bologna. De onderzoekers focussen op crime fiction, volgens hen de meest verspreide vorm op het continent, zowel in boeken als op tv en in film.
Voor ons land zijn het cultuurwetenschappers Jan Baetens en Fred Truyen (KU Leuven) die aan het grootse project Detecting Transcultural Identity in European Popular Crime Narratives (DETECt) participeren. “Crime fiction is een type culturele productie dat veel vertaald wordt”, zegt Baetens. “Zelfs Vlaamse fictiereeksen als Salamander worden druk bekeken in het buitenland. Maar ook het omgekeerde is waar, denk maar aan de Italiaanse crimi’s of de Nordic noir. Binnen die culturele content wordt vervolgens gezocht wat zij vertellen over Europa. Het gaat over de manier waarop Europeanen zichzelf tonen, aan zichzelf en aan de andere Europeanen.”
Daarnaast probeert het project drie perspectieven samen te brengen. Hoe wordt deze inhoud gemaakt, “zowel esthetisch/artistiek als volgens welke sjablonen en stereotypen”? Wat is de verknoping tussen die productie en de media-industrie, “want het gaat niet om kunst in de enge zin, wel over producten in de nobele zin van het woord”. En tot slot de receptie en manier waarop het publiek interageert met wat er wordt aangeboden en gemaakt.
Langs de kade
Crime fiction ontstond al in de late eerste helft van de 19de eeuw, toch kiezen de onderzoekers bewust voor de periode na 1989. “Europa is dan fundamenteel veranderd”, aldus Baetens. “Het is een dubbel continent geworden, West- en Oost-Europa. Dat heeft grote gevolgen, ook cultureel. En via ons onderwerp hopen we een brug te slaan tussen die verschillende delen: oost-west, maar ook noord-zuid.”
In het netwerk van deelnemende instellingen is gestreefd naar een goed evenwicht binnen die breuklijnen, zodat er lokaal een beroep gedaan kan worden op de expertise van native speakers. “Er zijn natuurlijk miljoenen items die in aanmerking komen”, zegt Baetens.
“Daarom trekt elke instelling een representatieve sample, die bijvoorbeeld een goede mix bewaren tussen commerciële succes en niet, of dingen die alleen lokaal circuleerden of ook internationaal. In Vlaanderen wordt er momenteel gedacht aan Langs de kade, het basismodel voor latere reeksen als Flikken. Dat heeft in het buitenland geen potten gebroken, maar heeft inhoudelijk wel een Europese dimensie, omdat het zich afspeelt in de Antwerpse haven.”
Verder denkt men aan De zaak Alzheimer als literaire crime fiction en de Eén-reeks Salamander die duidelijk voor buitenlandse consumptie is gemaakt. Telkens wordt er binnen deze content gekeken hoe Europa naar boven komt. En dat wordt dus in elke instelling gedaan met lokaal materiaal, om tegen 2022 gezamenlijk naar buiten te komen met slimme conclusies.
“Dat moet je niet opvatten als één bevinding, eerder als een waaier van deliverables. Elk van de verschillende werkpakketten binnen het project heeft een eigen eindverslag, wordt gekoppeld aan publieke evenementen, en er wordt gewerkt aan mogelijke implementaties achteraf. Zo bouwt de Deense stad Aarhus een app die toeristen in staat stelt om een alternatieve wandeling te maken langs raakpunten met crime fiction en de representatie van Europa. Later kunnen ook andere steden makkelijk zo’n eigen app maken.”
Het project krijgt steun van de Europese Unie, en dat is uitzonderlijk voor onderzoek in de humane wetenschappen. In totaal wordt er zo’n 2,5 miljoen euro voor uitgetrokken. Maar het resultaat zal niet min zijn. “Ik bekijk het als een robotfoto van Europa, van en door de Europeanen, dat we via crime fiction naar boven willen krijgen.” Benieuwd of we onszelf daarin gaan herkennen.