MuziekUitgezongen
Gedumpt door Joni Mitchell: het verhaal achter ‘Our House’ van Crosby, Stills, Nash & Young
Een bloemenvaas. Een knetterend haardvuur. Een piano. En Joni Mitchell. Die ingrediënten leidden tot het onverwoestbare ‘Our House’ van Crosby, Stills, Nash & Young, een pareltje uit hun tweede album Déjà Vu.
“Ze was het hele pakket. Een vrouw als een luchtgeest met een natuurlijke gloed, als verschroeid door de wind, met een ongrijpbare kwaliteit die vanuit haar binnenste leek te ontvlammen.” Wel, de Brits-Amerikaanse singer-songwriter Graham Nash hield zich niet in toen hij Joni Mitchell bewierookte in zijn autobiografie Wild Tales. Hij dichtte haar een haast mythisch aura toe, een teken dat zijn liefde nooit was verdampt.
Nash en Mitchell ontmoetten elkaar in maart 1968, na een concert van zijn band The Hollies in het Canadese Ottawa. Ze zat in een hoekje van de zaal. Hij stelde zich aan haar voor met de woorden: “Ik weet wie jij bent.” Ze glimlachte plagerig-sluw en antwoordde: “Daarom ben ik hier.” Die nacht belandden ze in haar hotelkamer, waar wierook smeulde in asbakken die over de vloer waren verspreid. “Het was een buitengewone verleidingsscène”, schrijft Nash. “Ze speelde vijftien van de mooiste liedjes die ik ooit had gehoord. Daarna doken we samen tussen de lakens.”
Pas veel later datzelfde jaar zagen ze elkaar opnieuw, op een feestje bij de dit jaar overleden gitarist David Crosby. Graham Nash had The Hollies intussen verlaten en was naar Los Angeles verhuisd. Plots stond ze voor zijn neus. “Kom met me mee naar mijn huis, ik zal voor je zorgen”, zei ze. Kort daarna trok Nash bij haar in.
Op een avond bij haar thuis vuurde Joni Mitchell de muzikale romance tussen Nash, David Crosby en gitarist Stephen Stills aan. “David en Stephen lieten mij ‘You Don’t Have to Cry’ horen”, vertelde Nash. “Ik vroeg hun om het liedje nog een aantal keren te spelen en de derde keer voegde ik mijn hoge zangpartij aan hun harmonie toe. The world fucking changed from that moment.” Aan die aha-erlebnis ontsproot Crosby, Stills, Nash & Young, met Neil Young als vierde man.
De huiselijke gelukzaligheid waarin Nash en Mitchell zich wentelden, vond een hoogtepunt op een grijze, regenachtige winterdag in 1970, nadat ze samen hadden ontbeten in Art’s Deli in Los Angeles. Op weg naar de auto passeerde het koppel een antiekwinkel. In de etalage stond een vaas met een bloemenmotiefje die Joni koste wat het kost wilde kopen. Terug thuis in Lauren Canyon vond Nash de voedingsbodem voor een klassieke popsong. “Hey Joan, ik zal het haardvuur aansteken,” zei hij, “ga jij in de tuin bloemen plukken voor de vaas?” Nu Joni eens niet achter de piano zat, zag Nash zijn kans schoon. Met het geknetter van het vuur op de achtergrond schreef hij ‘Our House’ bij elkaar. “I’ll light the fire / you place the flowers in the vase / that you bought today.”
De song bulkt van de alledaagse, knusse taferelen waarin Nash wolkjes poëzie laat kringelen. “Our house is a very, very, very fine house / With two cats in the yard / Life used to be so hard / Now everything is easy ’cause of you.” In plaats van een gitaarsolo lasten de groepsleden een koddig la-la-la-zangkoortje in.
Nash en Mitchell gingen kort na de release uit elkaar. Naar verluidt vreesde zij dat Nash haar geen muziekcarrière gunde en van haar een huisvrouw wilde maken. Zij hield er haar magnum opus, Blue, aan over. De rock-’n-rolllegende wil dat ze met Nash brak via een telegram, dat hij las bij thuiskomst na een tournee, liggend op de keukenvloer. “Als je zand te stevig in je hand klemt, stroomt het tussen je vingers weg”, schreef ze. “Love, Joan.”