De term it girl lijkt uitgevonden voor Marie Wynants (25). Ze is als fotografe geliefd bij de grote Belgische modehuizen, regisseert clips voor Warhola en Oscar and the Wolf en tourt met dj en goeie vriendin Charlotte De Witte. En dan is er nog dat beroemde lief van haar, Mathieu - Bazart - Terryn. ‘Ik begrijp dat mensen denken: wat een glamoureus leven. Maar dit is keihard werken.’
Ze hadden me gewaarschuwd: Marie Wynants is één brok energie. Maar dat blijkt een gruwelijk understatement. De Marie Wynants die de koffiebar vlak bij de Antwerpse Vrijdagmarkt binnenstapt, blijkt meer een soort fluorescerende wervelwind te zijn. Ze hangt vol hiphop-goud en draagt een half fluogroene, half zwarte designerjogging van het Belgische streetwearlabel Filles à Papa, versierd met strass, slogans en veiligheidsspelden. Ze is een spraakwaterval die zich bedient van sappig Gents, gelardeerd met de millennialkreetjes ‘nice’ en ‘zalig’. Mooi aangezette ogen, perfect gemanicuurde nagels en een zongebrande huid (‘weekje Sicilië’), maar qua gedrag en spontaniteit every inch a tomboy.
Op haar Instagram: portretten van dj Charlotte De Witte en muzikanten als Tamino, Oliver Symons van Warhola en Max Colombie van Oscar and the Wolf. Campagnes en backstageshoots voor modemerken als Xandres, Ann Demeulemeester en Delvaux. Véél foto’s van buitenlandse reisjes ook, professioneel én privé. Wat navraag in de sector levert een constante op: Marie Wynants was dit jaar overal. En zeggen dat het ooit stoemelings begon.
Als studente fotografie vroeg een toen vrijwel onbekende Max Colombie, al jaren een goeie vriend van je, om wat foto’s van hem te maken.
“We hebben die op een doordeweekse namiddag genomen. Hij met een rode bril op, in mijn bad gevuld met rood water, of tussen mijn planten. Wat later ontplofte Oscar and the Wolf, en ging ook de bal voor mij aan het rollen. Eerst deed ik enkel muziekfotografie. Geen concertfotografie, dat vind ik te eentoning, wel portretten, hoesfoto’s en clips. Op basis van mijn muziekfoto’s belde Delvaux me op een dag: of ik geen zin had om een campagne voor hen te shooten. Intussen zijn zeven op de tien van mijn opdrachten modeklussen.”
Je rolt met je ogen. Mis je de muziekfotografie?
“Neenee, ik vind mode net leuker! Een artiest laat je ook wel vrij, maar het blijft iemand met een heel eigen visie. Het uitdagende aan modemerken is dat ik er mijn eigen visie moet inleggen, zonder de identiteit van het merk uit het oog te verliezen. Je krijgt een paar krijtlijnen, maar daarbinnen ben je heel vrij. Je kiest de kleren, de modellen, de styling...
“Toen ik begon had ik een zware fascinatie voor glimmende bodysuits, waarin het gefotografeerde lichaam een haast vloeibaar statement werd. Ik leg ook graag een zekere donkerte in mijn foto’s, geïnspireerd door de grungy ‘heroin chic’ van de nineties.”
Eigenlijk wou je danseres worden.
“Ja, ik heb danshumaniora gevolgd in Antwerpen. Maar toen ik mijn eindwerk maakte, was ik al veel meer bezig met de belichting en hoe de hele voorstelling eruit zou zien op het podium.
“Als ik nu een shoot doe, vraag ik me af welke kleuren ik wil, welke sfeer, een scherp gezicht of een romantische blik... Pas wanneer ik die visuele puzzel heb gelegd, valt het totaalconcept in de plooi.”
Toch stopte je op je achttiende met dansen.
“Er was dat jaar geen auditie bij P.A.R.T.S. van Anne Teresa De Keersmaeker – dat is maar om de twee jaar, ik had pech. Laat ik dan maar eerst een jaar fotografie studeren, dacht ik. Ik moest van nul beginnen, had nog nooit van sluitertijd of diafragma gehoord, maar ik hield meteen van het medium. Van het snelle resultaat ervan. Bij dans moet je mensen zoeken, repeteren... Fotografie is veel sneller.
“Mijn dansopleiding heeft wel zijn sporen nagelaten. Al in dat eerste jaar op Sint-Lukas in Brussel raakte ik gefascineerd door het vrouwelijk lichaam.”
Veel jonge danseressen worstelen met anorexia of boulimie. Wat deed die opleiding met jouw lichaamsbeeld?
“Door die voortdurende confrontatie met dat lichaam ben ik heel snel volwassen geworden. Je staat de hele dag in de spiegel naar je eigen lichaam te kijken. En dan zijn er nog de deliberaties: (neemt hoog stemmetje aan) ‘Oei, ben je daar niet een beetje te dik aan het worden?’ Of: ‘We voelen dat je deze maand toch wat minder bent.’ Er zijn inderdaad veel danseressen voor wie dat allemaal te hard binnenkomt, die daardoor ziek worden.
“Maar ik moet een sterk karakter hebben. Ik stond ook al vroeg op mijn eigen benen, op mijn zestiende zat ik al op kot. Boodschappen doen, koken en dan huiswerk maken, ik vond dat meteen leuk. Op de dansschool leerde ik zelfdiscipline, en mezelf graag zien. Pas op, ik heb evengoed met mijn gewicht en uiterlijk geworsteld, de typische puberperikelen. En ik was ook wel bang dat mijn gespierde danseressenlichaam niet vrouwelijk genoeg was. Maar ik zag snel in dat dat soort kopzorgen tijdverspilling is. Dat is voor mij het grote voordeel gebleken van die danshumaniora: dat het niet alléén ging om vakken studeren, maar dat ik leerde om elke dag tijd voor mezelf te nemen. Dat je door constant met je spieren te werken, ook die ene grote belangrijke spier traint: je brein. En dat het oké is om je ook eens een dag wat minder te voelen. Ik vind dat ze op school een paar uur yoga tussen al dat Frans en die natuurkunde zouden moeten inlassen. Gewoon, lief leren zijn voor jezelf. Je lichaam leren kennen en beseffen: it’s all okay.
“Ik was net met mijn oma op vakantie in Sicilië. Ze is 69, al jaren weduwe, maar trakteert me iedere verjaardag op een reisje. Op een avond vroeg ik haar: ‘Oma, wat is nu eigenlijk de beste leeftijd die je ooit gehad hebt?’ Haar antwoord: ‘Nu’. Ik kon alleen maar denken: that’s my girl. Zo wil ik ook oud worden.”
Fascineert het mannenlichaam je even hard als het vrouwenlichaam?
“Wel, dat is een ander paar mouwen. (lacht) Ik shoot écht niet graag mannen. Max is zo ongeveer de enige man die ik graag fotografeer, maar die heeft ook een heel vrouwelijke kant. Hij weet zeer goed hoe hij moet bewegen. Soms vragen ze me of ik lesbisch ben. Maar al ben ik hetero, toch weet ik als fotograaf niet goed wat ik met een mannenlichaam aan moet. Ik heb me er al suf over gepiekerd, maar vind niet echt een verklaring. Ik fotografeer gewoon niet graag mannen.
“Zelf ben ik trouwens camera shy. Ik hou er niet van om gefotografeerd te worden. Maar dat is eigen aan fotografen.”
Je houdt anders wél van selfies, je Instagram bulkt ervan. Dat kan je toch bezwaarlijk ‘camera shy’ noemen?
“Ik ben het wel als iemand anders de foto neemt. Ik verlies gewoon niet graag de controle. Caro, die de foto’s bij dit interview nam, ken ik al van toen ik nog studeerde. Ik vertrouw haar.”
Op je Instagram deel je professionele, maar ook privéfoto’s. Het is allemaal geregisseerd, denk ik vaak bij zulke profielen. Bestaan begrippen als ‘echt’ en ‘privé’ eigenlijk nog?
(haalt de schouders op) “Goh, ik heb er even aan gedacht om twee profielen aan te maken, een professioneel en een privé. Maar waarom zou ik? Het loopt allemaal door elkaar: ik maak evengoed intieme beelden voor mijn werk, en als ik op vakantie ben, ga ik ook op zoek naar mooie beelden, die ik ensceneer. Als je oprecht creatief bezig bent, vanuit je intuïtie, is er toch geen grens tussen wat je maakt en wie je bent?”
En om haar statement kracht bij te zetten, laat ze haar witgelakte nagels nog eens ritmisch tegen de toog tikken. Haar gouden juwelen rinkelen, het fluogroen en de strassparels van haar shirt lichten op.
Is er een bepaald type vrouwen dat je graag fotografeert?
“Ik zie graag heel dun, dat kan wat luguber zijn. Maar ik hou ook van rondborstig, barok. Dus: neen. Ik hou gewoon van lichamen. Mijn favoriete modellen zijn meisjes die geen gêne hebben, én die mij vertrouwen. Modellen die vinden dat alles zus of zo moet gebeuren en zich afvragen of ze er wel goed uitzien: I hate it. (lacht) Dat blokkeert zo veel mogelijkheden. Eigenlijk is een shoot een spel: wat kunnen we allemaal uitproberen? Ik heb al gemerkt dat ik véél van de meisjes kan vragen. Omdat ze weten dat ze me kunnen vertrouwen. Een foto nemen is iets intiems. Zeker als het om naaktfoto’s gaat, wat ik vaak doe.”
Pas toen ik fotografe Ellen Von Unwerth interviewde, begreep ik waarom al die beroemde vrouwen op haar foto’s zo dartel en speels in lingerie ronddollen. Dat ze een vrouw is, zorgt wellicht voor een safe zone.
“Dat speelt zeker mee, al wil ik niet gezegd hebben dat mannelijke fotografen dat vertrouwen niet kunnen bereiken. Maar veel mannen staan (spreidt de benen, zet haar armen stoer in haar zij, KV) zelfzeker achter hun camera, wat eigenlijk heel makkelijk is. De camera als schild, heel veilig.
“Het is véél moeilijker om ook eens van achter die camera te komen en je kwetsbaar op te stellen tegenover je model. Ik maak er een punt van om dat wél te doen, ik onderbreek de shoot vaak om een gesprek te voeren, even te overleggen bij een koffie. Tonen dat ik zélf ook met twijfels zit.
“Dat lijkt me in ieder geval een vrij nieuwe benadering, ik denk dat fotografen in het verleden veel minder uitleg gaven bij naaktshoots.”
Er zijn steeds meer succesvolle vrouwelijke fotografen, en ook de muziekwereld vervrouwelijkt. Vroeger was producen een mannenstiel, maar nu die software toegankelijker is, slaan ook steeds meer jonge vrouwen aan het producen. Zoals Charlotte De Witte, een goeie vriendin van je.
“Vorig jaar ging ik mee op tournee door Azië en Australië, als fotografe en vriendin. We ontmoetten elkaar tijdens een optreden van Oscar and the Wolf in de Vooruit. We deden wat shoots samen, gingen samen op reis... Het klikte.”
Marie Wynants
- geboren op 7/6/1993 in Gent, woont in Antwerpen
- volgde danshumaniora en koos op haar achttiende voor fotografie aan Sint-Lukas in Brussel
- trok als studente al de aandacht met foto’s van haar boezemvriend Max Colombie van Oscar and the Wolf
- fotografeerde zowat iedereen in onze muziekscene, van Tamino tot Bazart, regisseerde ook clips voor o.a. Warhola
- kreeg haar eerste modeopdracht van Delvaux, o.a. Xandres en Ann Demeulemeester volgden
- heeft een relatie met Mathieu Terryn, frontman van Bazart
Wat is de pijler van jullie vriendschap?
“Dat we allebei geen meisje-meisjes zijn. We hebben een heel mannelijke kant. Ik heb eigenlijk niet zo veel vriendinnen, maar de vriendinnen die ik heb, zijn allemaal zo: niet te veel drama. Op tour waren Charlotte en ik net twee venten. (lacht) In mijn valies had ik twee joggings mee: qua vestimentaire variatie die twee weken heb ik hooguit de ene jogging voor de andere ingeruild. Zelfs in een fancy restaurant kwamen Charlotte en ik allebei toe in hoody en op sneakers, terwijl alle andere vrouwen in jurken en op hakken van hun champagnediner genoten.”
Kon je dat moordende tourtempo volgen?
“We vlogen elke dag naar een ander land. El-ke dag! In zo’n schema ben je gewoon geen mens meer. Van ver lijkt het tof: je ziet zoveel! Je gaat altijd uit eten! Je leert al die mensen kennen! Maar dat is níét hoe het is: Charlotte haar leven is loodzwaar. Toen we terugkwamen, kon ik gewoon thuisblijven, maar zij vertrok na één dag alweer. De volgende tour. Ik was na die twee weken ook snipverkouden en moe, zij had niks. Charlotte heeft een héél sterk lichaam, ze kan superveel aan. En ze is toegewijd. Nooit zal ze een job afzeggen, altijd is ze op tijd en blijft ze vriendelijk, zelfs al loopt er iets mis.
“Van al mijn vrienden is Charlotte zonder enige twijfel the hardest working bitch. Ik kijk erg naar haar op.”
Twee mooie, jonge, gebruinde mensen op vakantie ergens in de Caraïben, luierend op het dek van een jacht. Zij draagt een luipaardbikini (én een hoody), hij ligt tegen haar benen genesteld. In zijn haren rust haar hand. Het onderschrift bij deze millennialversie van de piëta, te vinden op de Instagram van Marie Wynants: ‘Gonna take good care of you - @mathieuterryn’.
Sinds eind vorig jaar heb je een relatie met Mathieu Terryn, frontman van Bazart.
“We kennen elkaar al sinds we (wijst naar de grond) zo klein waren. Onze ouders gingen samen op skivakantie en daar werd hij mijn allereerste liefje. Ik was acht en megaverliefd. En toen kwam hij op Junior Eurosong en zong hij ‘De allermooiste van de klas’, een liedje voor mij! Noem het gerust een real life Disney-fantasie. (lacht) Het geraakte uit, er kwamen veel traantjes aan te pas, maar we zijn altijd beste vrienden gebleven. Ook toen we totaal verschillende levens gingen leiden – hij trok naar Antwerpen, ik naar Brussel. Onze vriendenkring is altijd heel hecht gebleven – Max en Mathieu kenden elkaar al van bij Eurosong, ik bleef hen wekelijks zien. En als er iets scheelde, dan belde ik naar Mathieu. Hij was met Justine (Bourgeus, aka Tsar B, KV), ik had mijn vriendjes. Er speelden allang geen romantische gevoelens meer tussen ons, we waren andere paden ingeslagen...
“Maar toen ineens, eind vorig jaar, sloeg de vonk tijdens een vakantie in Griekenland over. Heel raar in het begin. Maar al snel overheerste het gevoel: wow, dit klopt.
“Het is de timing denk ik. We waren vroeger nog te veel met onszelf bezig. Ik holde van hier naar daar, mijn artistieke impulsen achterna, Mathieu was altijd meer standvastig. Het had toen zeker niet gewerkt tussen ons.
“Maar nu stellen we ons vooral geen vragen meer. Samen zijn met je beste maat én er ook nog eens dolverliefd op zijn: dit is een relatie zonder stress. Ook omdat we elkaar al zo lang kennen. Ik ben bij hem ingetrokken. We zijn echte buddy’s, en heel verliefd.”
Bazart, Warhola, jij, Max Colombie: een hechte vriendenkring van allemaal mooie jonge mensen bij wie alles voor de wind lijkt te gaan. Een ‘gouden generatie’ die ook wel jaloerse blikken te verduren zal krijgen.
“Ik snap dat mensen denken dat we zondagskinderen zijn. Maar er zijn veel dark sides aan dit bestaan. Op sociale media toon je je beste ik. Ik ga niet zitten posten dat een klant me heeft afgewezen. Als ik me een dag heel slecht voel, post ik niks. Ik ga hier niet zitten ontkennen dat ik gelukkig ben, maar ik heb er ook keihard voor gewerkt, de dingen komen echt niet vanzelf. Zelfs vrienden kunnen denken: oh fuck, we hebben de verkeerde job gekozen, kijk naar jouw leven! Terwijl ik de ene maand géén jobs heb, en de andere te veel, waardoor mijn creativiteit blokkeert. Het is een bestaan van ups en downs.”
Wat kan je onzeker maken?
“Als ik mensen slecht over me hoor praten, al beschik ik gelukkig over een natuurlijke gave om zulke zaken snel te vergeten. Er zit een aangeboren wis-systeempje in mijn hoofd. Ik ben ook niet te beroerd om mensen weg te duwen als ze bad vibes in mijn leven brengen.
“Maar vooral: een job verliezen. Mijn onzekerheden zijn puur werkgerelateerd, en ik zie dat ook in mijn vriendenkring. De kritieken, de peer pressure, de stress... We zijn allemaal zodanig verweven met ons werk dat ons gemoed er enorm onder lijdt als het even wat minder gaat.”
Het lijkt jou toch voor de wind te gaan, ook in het buitenland?
“Die jobs worden wel in België gegenereerd. Het lukt niet allemaal even goed. Er is nog veel werk, ik heb bijvoorbeeld nog altijd geen agentschap in het buitenland. Als ik een dag thuis ben, zit ik alleen maar achter mijn computer, alle merken waarmee ik wil werken aan te spreken. Als één op de tien terugstuurt, is dat veel.
“Het voorbije jaar had ik heel veel leuke jobs, ik heb nog nooit zo veel verdiend. Misschien maakte ik het mezelf te gemakkelijk. Daar pieker ik vaak over. Het buitenland is nu prioritair, ik mag niet in die comfortzone blijven zitten.”