Fotografie
Fotograaf Peter Lindbergh (1944-2019) streed voor echtheid in de van nep vergeven modewereld
Fotograaf Peter Lindbergh, die dinsdag op 74-jarige leeftijd overleed, was bemind onder mode- en fotografieliefhebbers. Zijn beroemdste foto was de Vogue-cover met de piepjonge Naomi Campbell, Linda Evangelista, Tatjana Patiz, Christy Turlington en Cindy Crawford uit 1990.
De parallellen zijn meer dan toevallig: beiden waren mastodonten in de modewereld, bebrild en bebaard, Duits van origine en dol op zwart en wit. Maar Karl Lagerfeld, die in februari overleed, was ook wereldberoemd buiten de mode. Fotograaf Peter Lindbergh, die dinsdag op 74-jarige leeftijd overleed, was vooral bekend en bemind onder mode- en fotografieliefhebbers.
Waar de ongezouten Lagerfeld nog wel eens rücksichtslos op tenen trapte, daar leek Lindbergh enkel lof en vrienden te oogsten. Aimabel, zachtmoedig en goudeerlijk, luiden de meest gehoorde epitheta. Behalve om zijn karakter werd Lindbergh de hemel in geprezen om zijn werk, dat – als het niet zulke afgelebberde woorden waren – puur en iconisch genoemd zou kunnen worden. Het was modern, minimalistisch, cinematografisch en altijd en eeuwig zwart-wit. Maar allesbehalve kleurloos.
Lindbergh werd in 1944 geboren in Lissa (thans het Poolse Leszno) en groeide op in Duisburg. Het grijsgrauwe, industriële Ruhrgebied bleek een inspiratiebron voor Lindbergh, net zoals het dat was voor streekgenoot en vriend Wim Wenders, met wie Lindbergh zich ook artistiek nauw verwant voelde. Op zijn 18de vertrok Lindbergh naar Berlijn, waar hij werkte als etaleur bij een warenhuis en aan de kunstacademie ging studeren. Na zijn studie verkaste hij naar Arles, ooit de woonplaats van zijn grote idool Vincent van Gogh.
Begin jaren zeventig hing hij zijn schilderkwast aan de wilgen om te gaan fotograferen. Hij monsterde aan bij het gezaghebbende tijdschrift Stern en werd een collega van fotografiekanonnen als Helmut Newton en Guy Bourdin.In 1978 verhuisde Lindbergh naar Parijs, waar hij furore maakte als modefotograaf. Baanbrekend voor die tijd, en voor die branche, was dat hij modellen als mensen afbeeldde, realistisch en niet geretoucheerd. Zijn allerbekendste serie schoot hij in 1988 in Santa Monica met zes modellen in doodsimpele witte herenoverhemden. Zijn beroemdste voorplaat schoot hij een jaar later: een foto met de piepjonge en frisse ‘supermodellen’ Naomi Campbell, Linda Evangelista, Tatjana Patiz, Christy Turlington en Cindy Crawford werd de cover van het januarinummer van 1990 van de Britse Vogue. Opdrachten voor The New Yorker, Vanity Fair en Rolling Stone volgden, alsook een indrukwekkend aantal fotoboeken, exposities, films, maar liefst drie Pirelli-kalenders.
Lindbergh weigerde mee te gaan met door perfectie geobsedeerde collegafotografen en kantte zich, onder meer via de site van zijn uitgever Taschen, fel tegen het oppoetsen van foto’s: “Er zijn een heleboel zaken die vrouwen door de modefotografie wordt aangedaan waar ik het niet mee eens ben. Zo is er de vernietigende religie van absolute perfectie en jeugd, als de belangrijkste handvatten om vrouwen mee te definiëren. Ik denk dat het heden ten dage onacceptabel is dat schoonheid wordt bepaald door commerciële belangen of wordt gebaseerd op uitgebreide photoshopbewerkingen.”
Met die opvatting was Lindbergh een van de eerste voorvechters van echtheid in een doorgaans zo artificiële industrie. Hij bleek ook de aangewezen vakman om, in nauwe samenwerking met de speciale gasthoofdredacteur Meghan Markle, de portretten voor het onlangs gelanceerde septembernummer van de Britse Vogue te maken. Thema: Forces for Change, een ode aan vrouwen die de modewereld een beetje eerlijker maken, net zoals Lindbergh dat zelf zijn loopbaan lang heeft gedaan.