Fotografie
Fotograaf Mel Rosenthal (1940-2017) vereeuwigde de Bronx van de seventies
Het verhaal ligt ver in de wereld denken wij, journalisten en fotografen, graag. Johan Anthierens wist beter: “Als je in je eigen straat geen goed verhaal kunt vinden, moet je het ook niet elders proberen.”
Mel Rosenthal (1940-2017), de Amerikaanse fotograaf die deze week overleed, wist dat ook. En hij fotografeerde de Bronx, waar hij zelf geboren was. Hij, Rosenthal, de man. De fotograaf Rosenthal werd geboren toen hij halfweg de jaren 60 voor een uitwisselingsproject in Rome verbleef en daar Blowup zag, een film van de Italiaanse regisseur Michelangelo Antonioni. Aan The New York Times vertelde hij later dat hij door die beelden inzag wat je met een camera kon doen. De studie van de Engelse literatuur gaf hij op en hij werd fotograaf.
Enkele jaren later keerde hij terug naar ‘zijn’ New York. Dagelijks wandelde hij door ‘zijn’ Bronx. Rosenthal zag wat er veranderd was, wie er woonde en hoe het leven er was. Dat legde hij vast, tussen 1975 en 1982, in deze beelden, samen uiteindelijk goed voor een boek: In the South Bronx of America. De zon lijkt er vaak door het puin heen te schijnen, de foto’s tonen de sfeer van die dagen, het plezier soms, de hoop bij een zwangere vrouw die met een stethoscoop naar haar kind mag luisteren.
Maar ook brokstukken vallen op. Verval. In de Bronx, altijd al een wijk vol zorgen, werden in die jaren hele straten gesloopt. Misschien was het een poging om op te kuisen en er het leven zelf weg te halen. Wijken van mensen moesten wijken.
Mel Rosenthal fotografeerde ook elders in de wereld. Tanzania, Vietnam, Nicaragua: in zwart-wit keek hij hoe het daar was.
Maar deze foto’s uit de Bronx zullen altijd aan hem kleven. Als herinnering aan wat was, hoe wrang dat ook klinkt voor een man die overleed na jaren van dementie.
Mel Rosenthal werd 77 jaar.