InterviewFontaines D.C.
Fontaines D.C.: ‘Twee gitaren, een bas en een drumstel: het leidt niet noodzakelijk tot de beste ideeën’
In 2018 riep NME Ierland uit tot de nieuwe heimat van de punk, met Fontaines D.C. als grootste belofte. Een jaar later brak het vijftal uit Dublin definitief door met debuut Dogrel, voor opvolger A Hero’s Death kregen ze een Grammy-nominatie, en nu maken ze zich op om eerst Trix en dan Rock Werchter in te nemen. Hun arsenaal? Jeugdige rock-’n-roll, bedwelmende postpunk, pissige lyrics én een accordeon. We gingen op de thee bij frontman Grian Chatten (27) om te mijmeren over succes, liefde, Ierland en nieuwe plaat Skinty Fia.
De initialen in Fontaines D.C. staan voor Dublin City, maar voor een interview met de Ierse band moet je tegenwoordig in Londen zijn. In het hartje van de hippe wijk Camden Town klop ik op de deur van Grian Chatten (rechts op de foto), een frontman in de traditie van Ian Curtis – deels pessimistische romanticus, deels stoïcijnse volksmenner.
Grian Chatten: “Je bent de eerste journalist die ik in mijn appartement ontvang. Mijn verloofde heeft speciaal voor jouw komst de grote schoonmaak gedaan.”
Wat fijn. Bedank je haar voor me?
Chatten: “Zal ik doen. En ze heeft zelfs de waterketel al opgezet! Kopje thee?”
Volgaarne. Hoelang wonen jullie hier al?
Chatten: “Anderhalf jaar geleden ben ik van Dublin naar hier verhuisd. Mijn verloofde moet in Londen zijn voor haar werk, en ik kan het mijne natuurlijk overal doen. In die zin was het een makkelijke beslissing. De andere bandleden zijn mij natuurlijk gevolgd: zonder mij kunnen ze niets aanvangen (grinnikt).”
Hoe voelde het om Dublin te verlaten?
Chatten: “Raar. Ik voel me schuldig omdat ik mijn brood verdien door Ierse punk voor Britten te spelen. Ik heb Dublin ook op een moeilijk moment verlaten: er heerst veel armoede en werkloosheid. Omdat de stad door de huizencrisis onbetaalbaar is geworden, had ik al een paar jaar vrienden, familie en kennissen en masse naar het platteland of het buitenland zien verhuizen. Tegelijk denk ik: wie ben ik om medelijden met Ierland te hebben? Hoe neerbuigend is dat niet? Moeilijk, hoor.”
Voel je je inmiddels thuis in Londen?
Chatten: “Er zijn dagen waarop ik denk: hier kan ik aarden. Maar er zijn ook dagen dat ik me een zonderling voel, een alien in een stad die op me neerkijkt. Wanneer Londenaars me op basis van mijn accent met Paddy aanspreken, die oer-Ierse naam. Of wanneer drinkebroers een etentje verstoren: ‘Zeg eens iets Iers?’ Ik ben geen circusaapje. Nu ja, als muzikant wel, natuurlijk. Maar niet als Ier.
“Het blijft ook niet bij passief-agressieve opmerkingen. Er zijn mensen die vlakaf zeggen: ‘Jij hoort hier niet thuis. Je kunt beter terugkeren.’ Vorige week hoorde ik twee Britten klagen over de grote aanwezigheid van Ieren in mijn stamcafé: ‘We kunnen hen beter eens fouilleren. Misschien hebben ze wel molotovcocktails.’”
Een verwijzing naar het Iers Republikeins leger?
Chatten: “Helaas, ja. Ik woon nu in een land waar ze ofwel met me lachen, ofwel me als een bedreiging zien. ‘Iersheid’ staat hier vaak gelijk aan ‘terreur’. Eén zo’n incident kan ik verdragen, maar na een tijdje wordt die microagressie me te veel. Pas als ik ergens een Iers accent hoor, voel ik me veilig en kan ik ontspannen.”
Verklaart dat de titel van de nieuwe plaat? Skinty fia is een Ierse uitdrukking waarvan de oudtante van drummer Tom Coll zich bediende: een beleefde manier om verdomme te zeggen.
Chatten: “Ik wil me van top tot teen in mijn cultuur hullen, ja. Het is zoals Shane MacGowan, de frontman van The Pogues, zegt in de mooie documentaire Crock of Gold uit 2020: ‘You want Paddy? I’ll give you fucking Paddy!’ Hij is mijn favoriete songschrijver, en zijn ‘Fairytale of New York’ mijn favoriete song.”
Over de duivel gesproken: is dat MacGowan die daar aan je muur hangt?
Chatten: “In al zijn glorie, ja. Op een ingelijste voorpagina van een editie van NME uit 1987. Een verjaardagscadeautje van mijn verloofde – ja, met haar heb ik de hoofdprijs gewonnen (lacht).”
Skinty Fia opent met ‘In ár gCroíthe go deo’: ‘voor altijd in ons hart’. De song verhaalt hoe de Engelse kerk die Ierse woorden niet toestond op de grafsteen van Margaret Keane, een naar Coventry uitgeweken Ierse die in 2018 overleed. Haar familie spande een rechtszaak aan, die ze een jaar geleden won. Heb je contact met hen gezocht?
Chatten: “Zij hebben contact met óns gezocht, nadat ze de titel op de website van Rolling Stone hadden zien staan. Waarop wij de song naar hen opstuurden. We waren bezorgd om hun reactie – de zaak lag bijzonder gevoelig in heel Ierland – maar ze vonden het zo’n ontroerend lied dat ze het aan haar graf hebben gespeeld.”
DE LEUZE VAN DELEUZE
Met IDLES, Shame, Black Midi en Black Country, New Road uit Londen en The Murder Capital en jullie uit Ierland mogen we van een ware postpunkrevival spreken. Voelen jullie je ook een deel van één beweging?
Chatten: “IDLES en Shame hebben ons het goede voorbeeld gegeven: ze prikkelden ons, steunden ons. Er was een gemeenschapsgevoel, wat helpt als je je eerste stappen in de muziek zet. Inmiddels zijn we allemaal onze eigen weg ingeslagen. Ik hoor nog weinig overeenkomsten. Ik zíng meer dan Joe Talbot van IDLES of Charlie Steen van Shame. Ik pak mijn teksten ook anders aan.”
Voel je weleens een steek van jaloezie bij het werk van je collega’s?
Chatten: “Tuurlijk. Charlie schrijft oneliners die ik zelf had willen verzinnen. ‘What you see is what you get / I still don’t know the alphabet’, zingt-ie in ‘Alphabet’: rechttoe rechtaan én de waarheid, want Charlie raakt écht niet van a tot z. IDLES maakt songs die inslaan als de hamer van Thor. En de mannen van Black Midi, tja, die zijn simpelweg belachelijk getalenteerd. Ik kan hen met geen enkele andere band vergelijken, ze opereren op een ander niveau.”
In jullie populaire, door Soulwax geremixte single ‘A Hero’s Death’ herhaal je liefst dertig keer ‘Life ain’t always empty’ — alsof je jezelf iets wijs probeert te maken. Is herhaling ook in de muziek de moeder van alle wijsheid?
Chatten: “Ik laat me graag inspireren door de Franse filosoof Gilles Deleuze, die stelde: ‘Niets kan écht herhaald worden: elke nieuwe herhaling is weer een beetje anders.’ Ik hou ook van soundbytes of motieven die je in een song kunt laten komen en gaan, zoals danceartiesten dat doen. Dertig keer ‘Life ain’t always empty’ zingen geeft me een immense voldoening, zeker over die scheurende gitaren heen.
“Nu, op Skinty Fia zet ik minder in op herhaling. Ik probeer graag nieuwe dingen uit.”
Zoals het accordeon dat weerklinkt in ‘The Couple Across the Way’? Nooit gedacht dat we dát nog zouden horen op een Fontaines D.C.-plaat.
Chatten: “Ik zou het drie jaar geleden ook niet geraden hebben (lacht).
“Ik heb het een beetje gehad met het traditionele rockformat. Twee gitaren, een bas en een drumstel: het leidt niet noodzakelijk tot de beste ideeën. Dat accordeon had ik van mijn moeder gekregen op kerstochtend, en die avond was ‘The Couple Across the Way’ geschreven. In dat lied is geen ritmesectie te bespeuren, het zwééft. Ik heb het opgenomen in de keuken van onze studio, terwijl de band op de achtergrond theezette.”
Neem je die trekzak mee naar Trix en Rock Werchter?
Chatten: “Nee, ik wil een betere accordeonist worden voor ik er live mee uitpak. Tot het zover is, breng ik die song op piano. Het accordeon speelt een belangrijke rol in de Ierse cultuur, zoals je weet, en ik wil het niet als een stuk speelgoed behandelen.”
In ‘The Couple Across the Way’ gluur je naar een oud koppel aan de overkant van de straat. Een waar verhaal?
Chatten: “Vanuit ons vorige appartement konden we de levens van de mensen aan de overkant volgen. Telkens als we op ons balkon stonden te roken, zagen we hetzelfde bejaarde koppel ruziemaken. Ze wierpen elkaar de vreselijkste verwijten toe. Ik zal nooit vergeten hoe de oude man zijn balkon opstapte, eens diep ademhaalde en weer naar binnenging, om het nog maar eens een kans te geven. Ik was bang dat ik in een spiegel aan het kijken was. Ik vroeg me af: waren zij vroeger gelukkig, zoals wij nu? Zullen wij later ook zo met elkaar omgaan?”
Je bent op Skinty Fia begeesterd door de liefde, van de single ‘I Love You’ over ‘How Cold Love Is’ tot ‘Nabokov’, waarin je zingt: ‘I will be your dog in the corner / I would light your cigarette.’
Chatten: “Ik zit in mijn allereerste langdurige relatie, en ik moet bekennen: ik wist niet dat de liefde zoveel offers eist. Mijn vrijheid is me dierbaar, en ik wil blijven wie ik ben, maar ik moet mijn lief ook tegemoetkomen. En ik wil niet de zoveelste artiest zijn die de liefde met een verslaving vergelijkt, maar… de liefde lijkt wel érg veel op een verslaving. Ze troost je maar ontneemt je tegelijk je onafhankelijkheid. Dat maakt je ontzettend kwetsbaar.”
EN DE VERLIEZER IS...
‘A Hero’s Death’ was vorig jaar genomineerd voor een Grammy Award in de categorie Beste Rockplaat. Wat betekende dat voor jullie?
Chatten: “Goh, de Grammy’s zijn een leuke reden om dronken te worden en elkaar met veel te veel woorden te vertellen hoe geweldig het wel niet is om samen in een band te zitten. Maar dat doen wij in een doorsneeweek al genoeg.”
Was je verrast dat The Strokes met de prijs gingen lopen?
Chatten: “We waren het op voorhand met elkaar eens: ‘We maken geen schijn van kans.’ Net voor de winnaar werd aangekondigd, dacht ik plotseling wel: en wat als wíj winnen? 10 seconden later stond ik weer met mijn beide voeten op de grond. We zijn stilaan de band die kans maakt op prijzen, maar ze nooit mee naar huis neemt. De Mercury Prize? Nope. De Brit Awards? Tuurlijk niet. Als we ooit wél iets winnen, wordt onze speech simpel: ‘Eindelijk!’ (lacht)”
Hoe ga je om met de almaar hogere verwachtingen?
Chatten: “Fuck de verwachtingen! Ik ga er simpelweg niet in mee. Na drie platen en evenveel promotiecampagnes heb ik gelukkig een dikke huid gekweekt. Als ik afhankelijk zou worden van de mooie woorden van journalisten over mijn muziek, zou ik jullie ook de macht geven om me de volgende keer af te kraken”
Voel je je comfortabel als de populaire underdog?
Chatten: “Ik vind de mainstream beangstigend, maar ik wil op een dag kinderen krijgen, en het lijkt me moeilijk een gezin te ondersteunen met de inkomsten van een alternatieve rockband.
“De gedachte een normaal beroep te hebben schrikt me niet af, hoor. Vroeger, in Ierland, werkte ik in een boekwinkel. Eerlijk gezegd: dát was mijn droomjob. Ik haalde er meer voldoening uit dan ik nu uit de muziek haal. Telkens als ik de winkel verliet, was ik vrij, terwijl ik als muzikant nooit klaar ben. In een rustige job kun je ook volop dagdromen, een activiteit die trouwens veel songs oplevert.”
Ik zag Misdaad en straf op de keukentafel liggen, de klassieker van Fjodor Dostojevski, die ik onlangs omschreven zag als ‘de punker onder de grote Russische schrijvers’. Wat vind je ervan?
Chatten: “Het hoofdpersonage pleegt een moord en gaat kapot aan schuldgevoelens. Hij is paranoïde, denkt dat iedereen hem doorziet en verkoopt zichzelf blaasjes. Ik weet niet of het de bedoeling is, maar ik vind dat hilarisch. En ook tragisch, natuurlijk. Misschien flatteer ik mezelf te veel, maar ik herken mezelf in die cynische, angstige en chaotische figuur.
“Ik lees het liefst onderweg, want dan staat de tijd stil. Ik spring geregeld op de trein, zonder bestemming. Dan stap ik ergens uit, bestel ik een koffie en keer ik terug. Dat maakt me rustig.”
R.I.P. FETA
‘I was not born / Into this world / To do another man’s bidding’, zong je op de vorige plaat. Mogen we daar een statement over de muziekbusiness in lezen?
Chatten: “Misschien (lacht). Da’s het leuke aan impressionistische teksten: ze kunnen elke avond iets anders betekenen, ook voor mij. Maar op tournee leef je volgens een opgelegd schema, eet je wat je voorgeschoteld krijgt en slaap je wanneer dat is toegestaan. En dan doet het wel deugd om die woorden te kunnen zingen.”
Heb je als artiest al compromissen moeten sluiten?
Chatten: “Ons label geeft ons gelukkig veel ademruimte. Niemand heeft ons ooit gevraagd om een single te schrijven, zoals je in sommige horrorverhalen uit de muziekbusiness hoort. Alleen binnen de band moet ik water bij de wijn doen. Als ik in een song geloof maar de anderen niet, verdwijnt hij in de prullenmand. Fontaines D.C. is en blijft een democratie.”
Hoe hecht is jullie onderlinge band?
Chatten: “Héél hecht. Eigenlijk vind ik het triest om dit te moeten toegeven, maar we zijn al-tijd samen. Voor en na de repetities gaan we altijd een pint pakken. En tijdens de repetities soms ook.
“Op dit moment zijn we alle vijf in de rouw, want Feta is verongelukt.”
Feta?
Chatten: “Het kleine witte hondje van Dan Carey, onze vaste producer. Feta was onze officieuze mascotte: we hopen dat zijn dood geen slecht voorteken is.”
Ik hoop het met jullie mee. Tot slot: welke songs van Skinty Fia zullen nog jaren in jullie setlist staan?
Chatten: “‘Jackie Down the Line’, de leadsingle, heeft live al vonken gegeven. En ‘Nabokov’, geschreven toen de plaat eigenlijk al klaar was: een tumultueus doemlied, de verklanking van de hel. Het is ook de afsluiter geworden – we wilden Skinty Fia niet afsluiten met een ballade, zoals onze vorige twee platen. Dit keer wilden we de luisteraar achterlaten terwijl hij sterretjes ziet.”
Opdracht volbracht!
Skinty Fia verschijnt op 22 april via Partisan Records.
Fontaines D.C. speelt op 8 april in Trix en op 30 juni op Rock Werchter.
© Humo