NieuwsStrips
Ex-Suske en Wiske-auteur Marc Verhaegen haalt in graphic novel uit naar zijn oude bazen, maar ‘dit is fictie’
Subtiel is het allerminst, maar een afrekening? Dat wil ex-Suske en Wiske-tekenaar Marc Verhaegen niet gezegd hebben. In Het beest is los, zijn eerste graphic novel, kaart hij nochtans zijn eigen demonen aan, inclusief zijn getroebleerde periode op Studio Vandersteen. Niemand wordt bij naam genoemd, maar de (fysieke) gelijkenissen zijn treffend en de toon is scherp. ‘Fictie’, klinkt het stellig.
Het boek is nog maar enkele pagina’s ver, of de goede verstaander beseft al dat het verhaal wel érg dicht tegen de realiteit aan schuurt. Daarin rijdt Flor Goedleven, het alter ego van Marc Verhaegen (65), in 1988 samen met De Norm-uitgever Willem Dick naar een villa in Brandschat, waar hij de beroemde striptekenaar Jef Kalk zal ontmoeten. Hij zal er in een tekenstudio boven de garage van een villa oude verhalen van Inke en Pinke hertekenen. Klinkt onschuldig, maar wie een beetje vertrouwd is met de materie begrijpt onmiddellijk de verwijzingen.
Voor niet-ingewijden: Willem Dick van uitgeverij De Norm is Dirk Willemse, de voormalige stripuitgever van Standaard Uitgeverij. 1988 is het moment dat Verhaegen assistent-tekenaar van Suske en Wiske werd. De tekenstudio boven de garage van een villa? Dat is Studio Vandersteen in Vandersteens Kalmthoutse villa. ‘Inke en Pinke’ zijn ‘Suske en Wiske’. Nog straffer is het optreden van Willy Vandersteen en opvolger Paul Geerts. Niet alleen dragen ze de fysieke kenmerken van die auteurs, Geerts wordt er weggezet als een jaloerse tekenaar die kritiek spuit op andere bekende, herkenbaar in beeld gebrachte studiomedewerkers als Jeff Broeckx, Merho of Karel Biddeloo.
We zijn dan 20 pagina’s ver. Nog zo’n 200 te gaan. De ruzie tussen Vandersteen en Karel Verscheure, de relatie tussen de tekenaars onderling, Vandersteens bezoekjes aan de Antwerpse rosse buurt,… Verhaegen adresseert die bekende feiten en roddels soms vluchtig, dan weer gedetailleerd.
Moeilijk karakter
Hij ontkent dat zijn boek een afrekening is. Redenen te over, nochtans. Even recapituleren: in februari 2005 werd Verhaegen onzacht ontslagen door de erven Vandersteen en Standaard Uitgeverij. Officieel klonk het dat zijn ‘moeilijke karakter’ niet in team kon functioneren, terwijl Verhaegen aangaf dat de Studio niet wilde dat hij een Suske en Wiske-verhaal in Auschwitz situeerde. In de weken erna vocht hij zijn ontslag aan en publiceerde hij in Vrij Nederland ook nog een wraakstrip waarin hij zijn ontslag evoceerde en erfgename Helena Vandersteen als een zeug afbeeldde. In april 2006 besliste de Antwerpse arbeidsrechtbank dat Studio Vandersteen 7.500 euro moest ophoesten wegens misbruik van ontslagrecht. Voorts ging ze niet in op de eis tot schadevergoeding van de Studio als zou Verhaegens nieuwe figuur Sanne te veel lijken op Wiske, en dat het (herschreven) Auschwitz-verhaal dat Verhaegen had geschreven toen hij nog voor de studio werkte, niet zijn eigendom zou zijn.
Anno 2022 begrijpt hij dat hij de perceptie tegen heeft. “Ik begrijp dat men het wil zien als een afrekening, maar het is fictie. Sommige scènes zijn verzonnen, andere niet. Ach, iedereen leest het op zijn manier. Ja, het is doorspekt met situaties die ik zelf ervoer, maar op zo’n manier verteld dat het fictie werd met een mix van fantasie en werkelijkheid.” Dat het boek een therapeutisch effect had, zegt hij. “Het bleek een manier om het verleden te verwerken. Het gaat over iemand die in de moeilijke jaren 80 werk en liefde zoekt, en wil uitzoeken waarom hij is wie hij is. Maar het is geen biografie. Dan had ik me moeten houden aan feitelijkheden. Op deze manier kon ik er lagen aan toevoegen en voelde ik me als auteur vrijer.”
Verhaegen verwijst in Het beest is los ook naar zijn leven en carrière als underground-tekenaar. Net als dat hij opgroeide met een manisch-depressieve vader en viel voor een depressieve vrouw. Ook dat is belangrijk, beklemtoont hij. “In die zin is de verwijzing naar de studio eerder een voetnoot in de marge van het grotere verhaal.”
De auteur heeft zijn (soms onsamenhangend) boek niet doorgesproken met een advocaat. “Waarom zou ik? Standaard Uitgeverij vaart nu een heel andere koers en hun naam wordt niet door het slijk gesleurd omdat ik die niet gebruik. Ook de Studio bestaat niet meer. De medewerkers ervan behoren tot het rijk der verleden.”
Gevraagd naar hoe Geerts zich zou voelen bij dit boek, haalt hij de schouders op: “Geerts heeft mij de voorbije jaren op het internet al herhaaldelijk de mantel uitgeveegd. Als hij nu pissig zou zijn om een fictief figuur als Hup Hop, dan is dat zijn probleem.”
Contacteren gaan zijn tegenstanders hem niet, meent hij. “Het is onzinnig om me af te rekenen op fictie. Maar doen ze dat toch, dan zal ik antwoorden. En komt het tot een polemiek, dan is dat een dankbaar gegeven voor het vervolg op dit boek. Daarin ga ik uiteraard alles opnieuw vervormen, maar toch…”
Dat dat vervolg niet nog eens zes jaar op zich zal laten wachten, zegt hij nog. “Ik heb het voorbije decennia te veel hooi op mijn vork genomen zodat ik niet ten volle aan dit boek kon werken. Maar mijn tijd is beperkt, wie weet hoelang ik nog gezond zal blijven? Een vervolg hierop moet voorrang krijgen.”
Het beest is los verscheen bij Stripken. In de bib van Merksem loopt tot 29 april een overzichtsexpo van zijn werk.