InterviewDe mol
Ex-mollen getuigen over de eenzaamheid van de saboteur: ‘Ik heb wel een kwartier lopen janken’
Na een seizoen vol rampspoed en ellende komen we zondag dan toch te weten wie de mol is. Als die er op de valreep niet alsnog de brui aan geeft tenminste. Vier ex-saboteurs getuigen over de fundamentele eenzaamheid van het mollenbestaan.
Kunnen improviseren. Het is misschien wel de belangrijkste kwaliteit die een goede mol moet hebben. Maar zelfs gewezen mollen moesten even slikken bij de hoeveelheid onvoorziene omstandigheden die de makers van De Mol het voorbije seizoen over zich heen kregen. Kandidaten die door allerhande fysieke ongemakken de handdoek in de ring moesten gooien en een mol die er halfweg psychisch onderdoor ging, stretchen het improvisatievermogen van de ploeg tot het uiterste. “Voor de makers was het een absoluut horrorseizoen”, denkt Gilles Van Bouwel, mol in 2016. “Het was voor ons als kijkers al een absolute rollercoaster. Wat moet het dan voor hen geweest zijn.”
Het hoogte -of dieptepunt, afhankelijk van hoe je het bekijkt, was de outing van Philippe, die in aflevering vier al liet weten de mol te zijn om vervolgens op het vliegtuig richting België te stappen. “Ik kon amper geloven wat ik zag”, vertelt Pieter Delanoy, saboteur van dienst in 2018. “Ik ging ervan uit dat het onderdeel uitmaakte van een groter plan om de kijker op de verkeerde been te zetten.”
Toen dat niet zo bleek te zijn en er een positiewissel op molniveau volgde, reageerde Van Bouwel aanvankelijk een beetje teleurgesteld. Als fanatiek mollenjager moest hij zijn zoektocht nu immers helemaal opnieuw beginnen. “Maar dat gevoel maakte snel plaats voor nieuwsgierigheid over hoe het nu verder zou gaan. Dat er uit de overblijvers een nieuwe mol werd gekozen zorgde voor een totaal andere groepsdynamiek.”
Ook Elisabet Haesevoets – mol in 2019 – vond het vooral een interessant experiment. “Ik heb geboeid gekeken hoe de deelnemers plots van spelstrategie moesten switchen.”
Eenzaam
Hoe verrassend de exit van Philippe ook was, bij de ex-mollen is er alleen maar begrip voor zijn beslissing. Voor Lennart Driesen – mol in 2021 – klinkt het verhaal van Philippe heel herkenbaar. “Je bent als mol vaak heel eenzaam. Je hoort nergens echt bij. Tijdens de voorbereiding ben je een van de crewleden, maar zodra het spel begint valt dat weg. En ook bij de kandidaten blijf je altijd een buitenstaander.”
Dan is er nog de onzekerheid die de rol van saboteur met zich mee brengt. “Er is amper ruimte voor feedback”, legt Van Bouwel uit. “Elke kandidaat wordt elke dag vijf minuten geïnterviewd door een redacteur. Dan gaat het over hoe ze zich voelen in de groep, hoe ze het spel ervaren en of er eventueel problemen zijn. Maar bij de mol is daar geen tijd voor. Het gaat meteen over de proeven die eraan zitten te komen en de mogelijke sabotages. Tijd om even je hart te luchten of de voorbije proeven te evalueren is er niet.”
Lastig, zeker omdat de mol tijdens die proeven heel vaak aan het improviseren slaat. “Meestal is er op voorhand een plan A, een plan B en een plan C”, vertelt Driesen. “Maar tijdens het spel blijkt het vaak toch op plannen D, E of F uit te draaien. Dan wil je na afloop wel eens horen wat de makers daarvan vonden. Maar daar is dus geen tijd voor. Dat zorgde, bij mij alvast, voor twijfels.”
Driesen is dan ook niet te beroerd om toe te geven dat hij het bij momenten heel lastig had. “Ik herinner me nog een hypnoseproef die helemaal niet gelopen was zoals ik had verwacht. Ik ben toen ’s avonds op mijn eentje met Isidoor – onze adoptiehond – gaan wandelen hoewel ik eigenlijk niks met dat beest had. Gewoon om even alleen te kunnen zijn. Toen heb ik wel een kwartiertje lopen janken.”
Ook bij Van Bouwel bracht de exit van Philippe herinneringen aan zijn mindere molmomenten naar boven. “De mol is misschien wel het leukste wat ik ooit heb gedaan. Het programma heeft mijn leven totaal veranderd. En blijkbaar heb ik de mindere kantjes van die ervaring verdrongen. Ik was vergeten hoe diep ik bij momenten gezeten heb.” Net als bij Driesen hakte de twijfel er bij Van Bouwel behoorlijk in. “Ik was er op gegeven moment van overtuigd dat ik vervangen zou worden. Ik ging ervan uit dat mijn scherm plots rood zou kleuren en dat de makers met een andere mol verder zouden gaan.”
Druk maar gelukkig
Maar niet elke mol worstelt even hard met zichzelf. “Ik kan me geen echt zware momenten herinneren”, zegt Delanoy. “Iedereen beleeft het programma op zijn eigen manier. De eenzaamheid waar Lennart en Gilles over vertellen, heb ik nooit zo ervaren. Ik had het geluk dat ik meteen een heel goede klik had met Jeffrey. Dat zorgde ervoor dat ik me tijdens die eerste afleveringen nooit echt alleen heb gevoeld.”
Ook Haesevoets zat op geen enkel moment met opgeven in haar hoofd. “Natuurlijk zijn er momenten waarop de dingen niet lopen zoals je wil. En natuurlijk voel je druk. Je weet dat je een belangrijke rol speelt in een druk bekeken programma. Maar ik heb er nooit echt door gezeten. Misschien speelt ook mijn achtergrond als urgentiearts daarbij een rol. Ik ben in die functie wel wat stress en druk gewoon. De mol zijn voelde bovendien als de rol van mijn leven. Ik heb alles uit de kast gehaald om die zo goed mogelijk te spelen.” Het enige wat haar echt parten speelde was het contactverbod met het thuisfront, vertelt Haesevoets. “Op het moment van de opnames was mijn oudste zoontje twee jaar en het jongste zes maanden. Hen missen was zwaar.”
Veel hangt ook af van de omstandigheden, denkt Delanoy. “Ik had het geluk dat mijn sabotages in de eerste paar spelletjes perfect liepen zoals we hadden voorbereid. Die succesjes geven meteen een boost. Loopt het van bij het begin niet zoals je had gehoopt, dan is dat helemaal anders. De mol is een spel dat je toch vooral in je hoofd speelt. Wanneer je begint te twijfelen is het moeilijk om die negatieve gedachten te stoppen, denk ik.”
Die negatieve spiraal kwam bij Philippe op gang na een nachtelijke verspreking, zowat de ergste nachtmerrie voor elke mol. “Het grote probleem bij dat soort akkefietjes is dat je pas helemaal aan het eind van het spel te weten komt of de andere kandidaten je nu al of niet doorhadden”, vindt Delanoy. “Op een dag had ik toevallig een T-shirt aan waar in grote letters ‘think twice’ op stond. Twee van mijn medespelers zagen daar een duidelijke hint in en kwamen me zeggen dat ze nu heel zeker waren dat ik de mol was. Op zulke momenten sla je automatisch aan het twijfelen.”
Van Bouwel ging dan weer aan het stamelen toen hij op een zatte avond door Cathy werd apart genomen. “Zij zei me gewoon op de man af: ‘ik weet dat jij het bent’. Dan sta je wel even met je mond vol tanden, zeker wanneer je al behoorlijk wat gedronken hebt.” Alcohol laat zich sowieso moeilijk combineren met een bestaan als mol, vindt Delanoy. “Ik heb er altijd op gelet dat ik op zulke avonden diegene was die schonk. Niet diegene die dronk.”
Al mag zelfs de mol af en toe eens de teugels laten vieren, zo blijkt. “Het spel wordt niet altijd op het scherpst van de snee gespeeld”, zegt Driessen. “Ik had met Sven een heel goede klik en ‘s avonds wanneer de camera’s weg waren konden we op een heel relaxte manier met elkaar zeveren. Zonder dat ik daarbij steeds te moeten vrezen iets te veel te vertellen.” Ook Van Bouwel herinnert zich dat wanneer de camera’s stopten met draaien ook de zoektocht naar de mol even stopte. “Alle kandidaten hadden het wel eens nodig om op adem te komen.”
Nieuwe mol
Het vertrek van Philippe betekende ook dat er halfweg de opnames een nieuwe mol gekozen moest worden. Een uitdaging, daar zijn alle ex-mollen het over eens. “Het lijkt me stukken moeilijker dan meteen als mol te starten”, zegt Driessen. “Al is het maar omdat je zonder voorbereiding moet gaan saboteren.”
Onoverkomelijk is dat echter niet. Dat bewees Haesevoets die pas bij de start van de opnames te horen kreeg dat ze de mol was. “Natuurlijk is er dan geen tijd meer om alle proeven uitgebreid te overlopen. Maar met de briefing die ik on the spot kreeg, kon ik ook al veel doen.”
Hoe moeilijk het is om halfweg van rol te veranderen hangt ook af van wat je tot dan tijdens de opdrachten hebt gedaan”, denkt ze. “Wanneer je iemand bent die altijd vol voor de groepspot ging, dan is het moeilijker om plots te gaan saboteren dan wanneer je ook daarvoor al af en toe bewust dingen fout liet lopen in een poging jezelf verdacht te maken.”
Dat je plots mol wordt in een groep die elkaar al goed kent lijkt op het eerste gezicht het grootste nadeel. Maar Van Bouwel nuanceert. “Als mol blijf je sowieso het best dicht bij wie je zelf bent. Een rolletje spelen is eigenlijk geen optie. Om de simpele reden dat je dat gewoon niet volhoudt. Ook wanneer je pas halfweg als mol gekozen wordt, blijf je dus het best gewoon jezelf.”
Delanoy ziet zelfs een voordeel in het mollen met voorkennis over je slachtoffers. “Een gewone mol moet die eerste dagen toch een beetje aftasten. Bepalen wie je op welke manier kan bespelen. Wanneer je pas halfweg moet gaan saboteren is dat proces al achter de rug en kan je subtieler te werk gaan.”
Maar hoe moeilijk zo’n positiewissel ook is, toch zouden alle ex-mollen de uitdaging aan willen gaan. Met uitzondering van Delanoy. “Ik zou er toch net iets langer over nadenken. Je doet als kandidaat toch mee om het spel te winnen? De kans dat je daarin ook slaagt is bij het begin een op negen. Maar halfweg is die kans al een op vijf. De opportunist in mezelf zou daar misschien ook wel rekening mee houden.”
Wat er zondag ook nog volgt, het tiende seizoen van De mol gaat sowieso de geschiedenis in als dat seizoen waarin de mol er zelf de brui aan gaf. En dat zal zich misschien wel laten voelen wanneer potentiële kandidaten volgend seizoen de vraag krijgen of ze de mol willen worden. “Er zal wat meer twijfel zijn”, denkt Driessen. “Maar als je 10.000 inschrijvingen hebt, zullen er altijd nog wel een paar goede mollen tussen zitten.”
De nadruk mag ook niet te veel op de donkere kantjes van het mollenbestaan liggen, vindt Van Bouwel. “We hebben het de afgelopen weken vaak gehad over hoe zwaar het is. Maar ik wil ook benadrukken hoe fantastisch het wel is. Je speelt de hoofdrol in een kijkcijferkanon als De mol. En je mag een paar weken ongegeneerd gemeen doen om daar aan het eind nog applaus voor te krijgen ook. Wie wil dat nu niet?”
Ex-mollen over de finalisten
De vier ex-mollen laten hun licht schijnen over de drie finalisten. Ze zetten op een rij waarom Uma, Sven en Yens wel of net niet de mol kunnen zijn.
Uma
Haar grote voordeel is dat ze al van bij het begin zonder gêne voor pasvragen of een vrijstelling ging. Door dat gewoon te blijven doen, hield ze de voorbije afleveringen behoorlijk wat geld uit de pot. Een perfecte mollentactiek. Bovendien is ze een absoluut competitiebeest dat er altijd voor wil gaan. Zolang er geen persoonlijk voordeel op het spel staat natuurlijk. Dat enthousiasme levert haar veel krediet op bij de groep. Een ideale positie als mol. Haar enige nadeel: ze kan niet goed liegen. Of ze doet althans alsof.
Sven
In zijn typische onderkoelde stijl slaagt Sven er wel altijd in om op subtiele manier de leiding te nemen. Die controlepositie is ideaal voor een mol. We hebben ook al gezien dat hij een heel goed geheugen heeft. Een kwaliteit die hem tijdens de briefings met de makers goed van pas kan komen. En hij heeft een goed gevoel voor humor. Altijd handig om netelige situaties te ontmijnen. Al wordt er door de ex-saboteurs ook aan zijn molgehalte getwijfeld. Zo brengt hij al van bij het begin veel geld binnen en is hij dat ook blijven doen na het vertrek van Philippe. Met als uitsmijter de proef met het bed. Waarom zou je als mol alle spreuken invullen en koste wat het kost aan dat bed blijven hangen?
Yens
Yens is voor quasi iedereen een enigma. Wat hem meteen tot ideale mol maakt. En dat is niet het enige wat hem verdacht maakt. Yens bedient zich bovendien van een beproefde mollentactiek: hij laat geen gelegenheid onbenut om zijn medekandidaten verdacht te maken. Zodra bij hen iets fout loopt, zet hij dat extra in de verf. Een ideale manier om de aandacht van je eigen sabotages af te leiden. Dat hij tijdens de proeven soms verstrooid overkomt en niet altijd goed lijkt te weten wat er precies moet gebeuren, maakt hem dan weer minder verdacht. Een mol kan zich dat eigenlijk niet permitteren. Tenzij het gespeeld is natuurlijk.