Twaalf jaar lang was ze hoofdredacteur van Dag Allemaal. Met de fictiereeks Mijn slechtste beste vriendin, vanaf maandag te zien op Streamz, maakt Ilse Beyers nu haar debuut op tv.
Schrijven. Dat was wat Ilse Beyers (49) wilde doen toen ze vijf jaar geleden opstapte bij Dag Allemaal. “Ik heb altijd het romantische idee gehad dat er een schrijver in mij verscholen zat”, vertelt ze. “En verhalen vertellen is het liefste wat ik doe.” Beyers trok een jaar naar Curaçao, ging tussen het zonnebaden door af en toe achter haar laptop zitten en kwam uiteindelijk met Mijn slechtste beste vriendin op de proppen. Een boek over de gecompliceerde vriendschapsbanden tussen een aantal vrouwen die zich – zoals Beyers het zelf omschrijft – in de fleur van hun slijtage bevinden. “Ze zeggen altijd dat je moet schrijven over wat je kent. Wel, ik ondervind die slijtage elke dag en ik vind vriendschap een ongelooflijk boeiend thema. Ik heb nog geen enkele vriendschap gehad waarbij ik niet ook eens een beetje teleurgesteld ben geweest. Zo gaat dat nu eenmaal. Het zijn de mensen van wie je houdt die in staat zijn je te kwetsen. Daarom doen ze dat niet bewust, maar het gebeurt wel.”
De slijtage en de vriendschappen blijken een quasi onuitputtelijke bron van inspiratie. Eén boek wordt er twee. Van twee gaat het vanzelf naar drie. Beyers, uitgesproken fan van de Nederlandse soap Goede tijden, slechte tijden (GTST) begint te dromen van een eigen soapmerk en bijhorende afkorting. In een poging die droom te verwezenlijken stapt ze naar Gert Verhulst. Ze vraagt hem of hij een quote kan leveren voor de achterflap. En of daarin misschien kan staan dat het boek schreeuwt om een vertaling naar het televisiescherm. “Zo’n quote is natuurlijk maar een quote. Op elk boek staan fantastische quotes. Er worden in Vlaanderen blijkbaar alleen maar meesterwerken geschreven. (lacht) Maar toch, de naam Gert Verhulst staat toch voor iets. De man heeft niet zo heel veel flops achter zijn naam staan.” De aanpak werkt. Het boek wekt de interesse van ex-VTM-programmadirecteur Jan Segers. In zijn opdracht herwerkt Beyers het boek tot veertig scenario’s waarvan er ondertussen twintig zijn ingeblikt.
Uw naam duikt niet alleen op als scenarist. U hebt als showrunner ook de opnames mee in goede banen geleid. Is dat de controlefreak in Ilse Beyers?
Beyers: (droog) “Ja. Maar ook als showrunner moet je dingen uit handen geven. Dat vond ik heel vervelend. Wanneer ik bij Dag Allemaal op het laatste moment vond dat iets toch niet helemaal was zoals het had moeten zijn, ging ik snel nog eens achter mijn computer zitten om wat dingen aan te passen. Bij tv gaat dat niet. Zoals er nooit een Dag Allemaal in de winkels lag waarvan ik helemaal tevreden was, is er ook nu geen enkele aflevering die in mijn ogen helemaal perfect is.”
De reeks komt nu voor het eerst op tv. Ligt u wakker van de recensies die er zitten aan te komen?
“Het kan me geen zak schelen wat mediajournalisten en televisiecritici schrijven. Natuurlijk zou ik liever hebben dat de reacties positief zijn. Maar de kans dat dat gebeurt, is klein. Het is gewoon makkelijker om een reeks als de mijne af te kraken dan je nek uit te steken en ervoor durven uit te komen dat je het best oké vindt. Ik ben als hoofdredacteur van Dag Allemaal jarenlang de grond in geschreven, terwijl het product dat we maakten door de lezers heel erg gesmaakt werd. Dat is uiteindelijk hetgene wat er echt toe doet.”
“Eén lezersbrief van iemand die door een bepaald verhaal geraakt was, kon voor mij van een absolute rotweek toch een topweek maken. Emoties kunnen losmaken, dat is heel veel waard. Ik ben tijdens de screenings van MSBV bijna elke keer ontroerd geweest. Zo’n reeks maken is een geweldige sensatie. Het ene moment zit je achter je computer een dialoog te tikken en een paar weken later hoor je Ella-June (Henrard, red.) of Maaike (Cafmeyer, red.) die zinnen letterlijk uitspreken. Jij mag dingen fantaseren en op zo’n set worden die dan werkelijkheid. Ik heb daar geregeld met open mond naar zitten staren.”
Geeft zo’n televisiereeks een grotere kick dan hoofdredacteur van een blad als Dag Allemaal zijn?
“Televisie is voor mij nog redelijk nieuw. En wat nieuw is, is automatisch spannend. Maar de twee zijn moeilijk te vergelijken. Ik wil met alles wat ik doe gewoon raken en geraakt worden. Als dat lukt, ontstaat er een soort magie. Dat is waar ik altijd naar streef.”
En de deadlinestress? Mist u die?
“Neen. Ik mis dat leven niet. Het was genoeg geweest. Een job die zo veeleisend is als die bij Dag Allemaal hou je enkel vol wanneer je elke dag met megaveel plezier gaat werken. Ik ben net op tijd gestopt. Het laatste nummer heb ik nog met volle goesting gemaakt, maar het was een enorme opluchting toen de laatste pagina naar de drukker ging.
“Trouwens, stress was er voor dit project ook. Het was supernipt om die veertig afleveringen uitgeschreven te krijgen. Ook tijdens het draaien was het constant hollen. Er wordt in de televisiewereld enorm hard gewerkt. Na de draaiperiode was ik helemaal kapot. En dan was er nog die constante coronadreiging. Ik had een heilige schrik dat we gecanceld zouden worden.”
Corona zorgt ten huize Beyers op nog een andere manier voor stress. Aan het einde van de eerste lockdown kreeg haar partner thuis een zware hartaanval. Beyers belde een ambulance maar mocht omwille van de coronamaatregelen niet mee naar het ziekenhuis. “Ze zouden me bellen, beloofden ze. Maar in de hectiek van het moment is dat uiteindelijk niet gebeurd. Ik heb uren zitten wachten met in mijn achterhoofd het idee ‘misschien is hij wel dood’. (droog) Dat was een interessante beleving.” Uiteindelijk kwam de vriend van Beyers er dankzij het plaatsen van vier stents bovenop. Beyers: “Hij is weer helemaal nieuw. Maar hij wordt door die hartaandoening wel beschouwd als risicopatiënt wat corona betreft. En dus draag ik een FFP2-masker, hou ik altijd en overal afstand en was ik ook op de set supervoorzichtig. Ik wil dat virus niet mee naar huis brengen.”
Denkt u na zo’n voorval niet: misschien is het tijd om wat minder te gaan werken?
“Ik kan dat niet. Als ze me nu vragen om nog tachtig afleveringen van MSBV te schrijven dan ga ik meteen aan de slag. Ook al weet ik dat ik bij het schrijven aan aflevering tweeënzeventig toch weer ga denken: ‘Waarom ben ik hier aan begonnen? Ik zou veel liever gaan paardrijden.’ Maar wanneer ik aan iets begin dan is dat project meteen het enige wat telt. Ik ben stikjaloers op mensen die dat evenwicht wel vinden. Hoe heet dat ook alweer?
Work-lifebalance?
“Ja, dat. Ik kan zelfs het woord niet onthouden. (lacht) Zo hopeloos is het bij mij.”
Is een comeback in de printmedia nog een optie?
“Daar kan ik echt geen antwoord op geven. Ik ben op dit moment superverliefd op MSBV. Daarnaast nog iets anders doen zou voelen alsof ik er een minnaar op na houdt. Ik ben de voorbije paar jaar fulltime met MSBV bezig geweest. Ik stuur Christian (Van Thillo, eigenaar van DPG Media, het moederbedrijf boven Dag Allemaal, red.) met zijn verjaardag een sms’je. En elk nieuw jaar wensen we elkaar – alweer via sms – veel geluk en een goede gezondheid. Verder gaat het contact niet. I moved on.
“Ik wil ook absoluut niet de schoonmoeder van Dag Allemaal spelen. Elke hoofdredacteur maakt een ander blad en elke tijdsperiode vraagt om een andere aanpak. Toen ik nog hoofdredacteur was, kwam elke manager van elke BV me elke week opnieuw vertellen hoe ik Dag Allemaal moest maken. Heel irritant vond ik dat. Ik wil zeker niet hetzelfde doen.”
Hoe wilt u de geschiedenisboeken in gaan? Als de hoofdredacteur die Dag Allemaal naar historische oplagecijfers pushte of als de bedenkster van het succesvolle soapmerk MSBV?
“Als ik de geschiedenisboeken in moet gaan, dan zou ik liefst beschreven worden als een hele goede vriendin. Dat klinkt melig maar ik meen het echt. Ik weet hoe belangrijk vriendschap is, daarom heb ik deze reeks ook geschreven. Ik heb helaas geen kinderen, dus voor mij vormen mijn omgeving en mijn vrienden een soort gezin.”
Beleef je vriendschappen intenser wanneer je geen kinderen hebt?
“Ik kan moeilijk vergelijken. Ik weet niet hoe het voelt om kinderen te hebben. Maar de vrienden en vriendinnen die ik er op na houd, beleven die vriendschap wel op dezelfde intense manier als ik dat doe. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de levensfase waarin we zitten. Kinderen zijn al ouder, hebben hun eigen leven. Dan winnen vriendschappen sowieso aan belang. De fleur van onze slijtage, zoals ik het noem. We weten allemaal veel meer dan toen we dertig waren. We hebben allemaal een heleboel dingen overleefd. Dan sta je sterk in het leven.”
U vindt ouder worden dus best leuk?
(blaast) “Ik vind het verschrikkelijk. De fysieke aftakeling die er bij komt kijken, is echt niet leuk. Ik heb het daar heel moeilijk mee. Ik heb me daarnet nog laten botoxen – niet dat het veel helpt, maar toch. Weet je dat ik tegenwoordig iemand moet vragen om mijn paard vast te houden wanneer ik het wil bestijgen? Oudewijvenmanieren noem ik dat en ik word er keihard mee uitgelachen. Maar als je ouder wordt, ga je automatisch met een zekere angst met je lichaam om. Natuurlijk kan je op je 49ste de zaken beter aanvaarden en relativeren. Maar je zal mij nooit horen zeggen dat ouder worden leuk is.”
Dat wordt dus geen groot feest voor uw vijftigste verjaardag?
“Ik verjaar in augustus en had stilletjes gehoopt dat feesten dan nog niet coronaproof zou kunnen. Maar misschien zijn we tegen dan allemaal al ingeënt. We zien wel wat het wordt.”
Mijn slechtste beste vriendin, vanaf maandag op Streamz en later dit jaar op Play4