AchtergrondSerge Gainsbourg
Er was eens een Melody. Hoe het conceptalbum van Serge Gainsbourg al 50 jaar impact heeft
Vijftig jaar geleden verscheen Serge Gainsbourgs conceptalbum Histoire de Melody Nelson. De verkoopcijfers waren desastreus, maar de invloed is een halve eeuw later nog altijd enorm groot. Van triphop, over Beck, tot Balthazar.
Oude man rijdt in Rolls-Royce een tienermeisje aan, en praatzingt erover op een plaat bomvol strijkers, een enorm koor en een rockband. Vijftig jaar later is die plaat van Serge Gainsbourg (1928-1991) nog steeds een toetssteen en bron van inspiratie.
Het begint met de bas, in openingsnummer ‘Melody’. Het patroon is lui, het klinkt alsof er aan elastiek wordt getrokken. De drums vallen in: boem, klap, boem-boem-klap. Een basaal, loom funkritme. En dan meldt zich de gruizige gitaar, kringelend als rook. Het lome ritme houdt de boel bij elkaar. De bassist lijkt zijn snaren vooral te masseren, de gitaar koert als een duif op zolder. Een Franse stem, dicht op de microfoon, een roker zo te horen, begint te praatzingen. Het is de stem van een man in een Rolls-Royce, die door een ruwe buurt rijdt. De man overziet zijn leven, zit er zo te horen een beetje doorheen.
“Merde”, scheldt de man ineens. Een botsing! Harde strijkers vallen binnen, die langs een Arabische toonladder glijden. Alsof een donkere wolk ineens voor de zon schuift. Dit gaat niet goed aflopen. De man in de Rolls blijkt iemand te hebben aangereden; een roodharig, popperig meisje op de fiets. Haar rokje is omhooggeschoven, als de man uitstapt en vraagt hoe ze heet. In onmiskenbaar Brits accent zegt ze: “Melody. Melody Nelson.”
Dit is de ruim zeven minuten durende ouverture van Histoire de Melody Nelson. Het is een conceptalbum, alle nummers gaan over hetzelfde thema, de gedoemde liefde tussen Melody en de man in de Rolls. Het verschijnt op 24 maart 1971 en is gemaakt door de Franse zanger, songschrijver en schandaalperslieveling Serge Gainsbourg (1928-1991). Hij levert vooral het concept, de muziek wordt grotendeels geschreven en geproduceerd door zijn 27-jarige arrangeur en pianist Jean-Claude Vannier. De vriendin van Gainsbourg, de bijna twintig jaar jongere, Engelse actrice Jane Birkin, speelt de rol van Melody Nelson. Met haar scoort Serge in 1969 een gigantische wereldhit met ‘Je t’aime... moi non plus’, moeder aller hijgplaten. Hier is ze de muze en naamgever. ‘Melody’ is een verbastering van haar tweede naam Mallory. Achternaam Nelson is een verwijzing naar de Britse admiraal Horatio Nelson, een held van Birkins vader.
“Het album moest romantisch van geest worden, dramatisch en expressief in de uitvoering. Theatraal, met veel botsende geluidseffecten”, zegt Jean-Claude Vannier in een Franse tv-show, jaren later. Hij en Gainsbourg hadden samen eerder filmsoundtracks geschreven, er lagen voor dit album hooguit een handvol muzikale schetsen. “We waren vrij van voorbeelden, zonder invloeden van buiten.”
Portishead
De recensies zijn in 1971 welwillend, maar de verkoopcijfers (nog geen 20.000 stuks) teleurstellend ten opzichte van het megasucces van ‘Je t’aime’. Pas vanaf de jaren negentig zal het album de erkenning krijgen die het verdient.
“Het is de plaat die mijn leven op zijn kop heeft gezet. Alle zekerheden die ik had over het schrijven en produceren van muziek, werden stukgeslagen”, zegt Geoff Barrow van Portishead, de Britse groep die aan de wieg stond van de mysterieuze, donkere triphop, in het Franse muziekblad Les Inrockuptibles.
“Alles wat ik maak, probeer ik te laten klinken als Histoire de Melody Nelson. Niet dat ik ook maar in de buurt ben gekomen”, zegt Alex Turner, zanger van Arctic Monkeys en de romantische supergroep Last Shadow Puppets, in Humo. “Die plaat is voor mij de perfecte muzikale weergave van verlangen en de donkere kant van de mannelijke geest”, zei Thomas Azier, een Nederlandse zanger met een voorkeur voor theatraliteit en decadentie in zijn eigen muziek, in 2018 in de Volkskrant. Ook collega’s als de Nederlandse rockzanger Blaudzun, de Amerikaanse singer-songwriter Beck en Balthazar zijn gegrepen door het album.
De aantrekkingskracht van de opmerkelijk korte plaat, nog geen half uur, zit hem enerzijds in het afwijkende geluid. Zo vrij en jazzy klonk een rocktrio, de band bestond uit ervaren studiomuzikanten, plus strijkers en koor niet eerder. Een statige wals (‘Valse de Melody’) wordt afgewisseld met harde funk (‘En Melody’) en lange, uitgesmeerde filmische stukken met koorzang (‘Cargo Culte’). Nummers duren meer dan zeven minuten, of zijn voorbij voor je het weet. Overdadige muziek wordt afgewisseld met meer pastorale momenten, ter verhoging van de spanning.
Je snapt meteen dat met name producers van triphop, de Britse, onheilszwangere elektronische muziekstijl die opkwam rond 1994, gelijk verliefd werden op de meeknikritmes. En op de op onverwachte momenten voorbijwaaiende strijkers, de ploppende bas. Gelijk sfeer, spanning en drama. Zijn het eerst de samples, later worden de belangrijkste elementen van Histoire ook ingezet door rockbands: de verrassingsviolen, de dwingende bas, de koerende gitaar en het aanzwellende, zeventigkoppige koor. Voor extra expressiviteit, broeierigheid en contrast. Precies zoals het vijftig jaar geleden ook was bedoeld.
Lolita
Muzikaal is Histoire tijdloos gebleken, maar je kunt je afvragen of dat ook voor het thema geldt. Valt er anno nu, na #MeToo, Epstein en Weinstein, wel iets te vieren als je weet dat de teksten in essentie gaan over de verregaande aantrekkingskracht van een roodharige tiener op een oudere heer? Dan moet de bron van de songteksten er ook bijgehaald worden, de roman Lolita van Vladimir Nabokov uit 1955, over een getroebleerde, oudere professor die een seksuele relatie krijgt met zijn 12-jarige stiefdochter.
De roman is nog altijd controversieel, er zijn uitgebreide handleidingen geschreven over hoe les te geven over dit boek. Dat geldt nauwelijks voor Histoire. In vrijwel alle biografieën over Serge Gainsbourg en boeken over de plaat is het thema ondergeschikt aan de muzikale invulling. En hoewel lolita’s eerder opdoken in Gainsbourgs songteksten, mag geconcludeerd worden dat het hem eerder te doen was om heftige reacties op zijn werk dan om de promotie van ongelijkwaardige relaties. Met sardonisch genoegen las hij het vlammende, afwijzende commentaar op ‘Je t’aime... moi non plus’ in de krant van het Vaticaan, en grinnikte hij om de boycot van de single door de BBC.
Komt nog bij dat het verhaal van Histoire een paar surrealistische afslagen neemt die afbreuk doen aan de geloofwaardigheid. Zo wordt het vliegtuig van Melody, die ziek van heimwee de relatie verbreekt en naar huis terugkeert, neergehaald door een sekte op Nieuw-Guinea die grote zilveren vogels in de lucht als goden ziet. Let wel: Melody was op weg van Frankrijk naar Sunderland in Engeland. En vanaf het tweede liedje praatzingt Gainsbourg over Melody in de verleden tijd – is ze bij de botsing in de ouverture al overleden? Is dit het echte leven, of slechts een fantasie? Dat daar geen antwoord op te geven is, maakt Histoire de Melody Nelson blijvend intrigerend.
------
GROTE INVLOED, TALLOZE NAVOLGERS
Wat Histoire-samples betreft, bijt hiphoptrio De La Soul in 1991 de spits af. Het sampelt als eerste de stuwende drums en bas uit ‘En Melody’ in het nummer ‘Not Over Till the Fat Lady Plays the Demo’. Ze rollen zo de loper uit voor andere hiphopartiesten, zoals The Beatnuts en Princess Superstar, om elementen uit Histoire-nummers over te nemen. Ook triphopvaandeldrager Portishead doet dat, in de remix die de band maakt voor Massive Attacks ‘Karmacoma’ (1994). Het gruizige gitaartje en de rubberen bas, plus de open, dreigende productie, passen prima bij de gerapte tekst over een ongelijkwaardige relatie.
Zanger-gitarist Beck maakte in 2002 met Sea Change een album over zijn scheiding en gebruikte daarvoor de strijkers, drums en baslijnen van Histoire. Niet alleen als sample, zijn hele plaat is doordesemd van de sfeer van Gainsbourgs album. “Ik wilde een plaat maken die was geïnspireerd door Melody Nelson, maar uiteindelijk klonk alles precies hetzelfde. Dat hebben we toen maar zo gelaten”, lachte Beck in een Frans interview.
De lijst van artiesten die zich hoorbaar lieten inspireren door Histoire de Melody Nelson is lang. Van bands als Balthazar en Daan, tot Gainsbourgs landgenoten van Air en Octave Noir, tot bejubelde Amerikaanse alternatieve rockartiesten als Angel Olsen en Beach House. De inzet van de vijf elementen van Histoire (bas, funkritme, strijkers, fluisterzang, koor) is bij hen vergelijkbaar. Om de verrassing te vergroten, zoals de strijkers in ‘New Love Cassette’ van Angel Olsen uit 2019, waarin ze ook hoog zingt als Birkin. Om de dramatiek aan te zetten in ‘Fireproof’ van Daan uit 2002. En plopbas en koor maken de sfeer in ‘Phone Number’ (2019) van Balthazar juist broeieriger.