InterviewEllis, zoon van Jelle De Beule
Ellis, zoon van Jelle De Beule: ‘Ik wil geen luxueus leven leiden. Rijkdom brengt, volgens mij, vooral problemen met zich mee’
Jelle De Beule had al van ver zien aankomen dat het podium zijn zoon Ellis onontkoombaar lokte. In de stukken op school greep hij altijd de hoofdrol en danste hij zowel klassiek ballet als breakdance. Intussen speelde hij mee in twee langspeelfilms én voetbalt hij op hoog niveau. De Beule junior houdt de ogen strak op de toekomst gericht. ‘Iedereen vindt YOLO een reden om domme dingen te doen. Ik vind het net een reden om het best mogelijke leven te leiden.’
Je moeder vertelde me dat je ook graag in Nonkels had meegespeeld, de komische reeks van je vader.
Ellis De Beule: “Ja, maar er was helaas geen rol voor mij. Ik heb Nonkels als een van de eersten gezien, en ik lag strijk van het lachen. Mijn papa is mijn idool. Ik kijk echt heel erg naar hem op.
“Mijn eerste auditie was voor een film waaraan papa meedeed, The Best of Dorien B., maar die rol heb ik niet gekregen, omdat ik er te schattig uitzag. De jongen die ze zochten moest er ruig uitzien. Ik vond dat toen moeilijk om te plaatsen, ik was 9 en wilde het zo graag.”
Jelle De Beule: “Anke Blondé (regisseur van ‘The Best of Dorien B.’, red.) raadde ons aan om eens te gaan luisteren bij regisseur Willem Wallyn: hij zocht nog een kindacteur voor de hoofdrol in All of Us. De auditie was een formaliteit. Willem zei meteen: ‘Ik wil hem!’”
Ellis: “Maar nadat ik het script had gelezen, heb ik toch getwijfeld. Het was een emotionele rol voor een 10-jarige. In de film krijgt mijn moeder kanker en gaat ze dood. Hoe moet ik dat spelen, vroeg ik me af. Ik zag mezelf meer in de rol van een coole detective. Maar ik heb uiteindelijk toch toegehapt, want ja, je moet ergens beginnen.”
Beviel het acteursleven je meteen?
Ellis: “De eerste scène die we hebben opgenomen, was die in het ziekenhuis waar mijn moeder op sterven ligt. Ik weet nog dat ik daar zat, stijf van de stress. Ik kon alleen maar denken: waarom heb ik ‘ja’ gezegd? Ik stond soms tot drie uur ‘s nachts op de set en moest daarna om zes uur weer op. Als 10-jarige ben je gewend om een beetje thuis rond te hangen. Dat was dus wel een hele aanpassing.”
Je bent in die tijd ook geïnterviewd. Je zei: ‘Op de filmset heb ik ontdekt dat ik kan acteren.’ Toen je eraan begon, wist je dat dus nog niet zeker?
Ellis: “Ik had nog niet door dat ik écht kon acteren, nee. Ik dacht dat ik de rol had gekregen omdat mijn vader Jelle De Beule is. Pas toen ik complimenten kreeg van de andere acteurs en van Willem, begon ik te beseffen: ik doe dit wel goed, eigenlijk. Ik heb wel veel hulp gekregen. Vooral van mijn papa.”
Welke raad gaf hij je?
Ellis: “Het is een cliché, maar je moet proberen zoveel mogelijk zelfvertrouwen naar boven te halen. Ook al is het vals zelfvertrouwen, het werkt op den duur toch. Je moet jezelf oppeppen voor je eraan begint. Als mensen dan zeggen dat je het goed doet, wordt dat vals zelfvertrouwen vanzelf echt. Ik voelde me groeien terwijl de film vorderde.
“Ik had alle scènes wekenlang met mijn vader geoefend. Hij vertelde me dat je de zinnen niet per se moet uitspreken zoals ze op papier staan. Je kunt ze ook naar je eigen woorden omzetten, zolang het maar op hetzelfde neerkomt. Dat heb ik gedaan. Je thuis voelen in je eigen taal is belangrijk als acteur.
“Ik heb onlangs meegespeeld in een Nederlandse film: Hotel Sinestra. In het script stond vaak ‘nou’ – een woord dat ik nooit zou gebruiken! Ik heb dat dus in elke scène weggelaten, maar nu hebben ze mijn stem gedubd en hoor je het me tóch zeggen.
“Ik had auditie gedaan voor de hoofdrol, maar die heb ik niet gekregen, omdat ik er niet jong genoeg uitzag. Het is me al vaak overkomen dat ik naast een rol greep omdat ik te oud of te jong was. Bij Het smelt, bijvoorbeeld. Daarin zou ik wel wat intieme scènes moeten spelen en daarvoor zag ik er op mijn 13de nog te kinderlijk uit – ik had mijn groeispurt nog niet gekregen en ik had nog een hoog stemmetje. Toch is het moeilijk om niet aan jezelf te gaan twijfelen als je daardoor een rol misloopt. Ik moet dan echt tegen mezelf zeggen: ‘Het was alleen om hoe ik eruitzie. Als ik niet kon acteren, hadden ze me zelfs niet voor de auditie gevraagd.’”
Zou je graag groter worden dan je vader?
Ellis: “En dan naar beneden kijken en zeggen: ‘O, kijk daar, mijn vader.’ Haha!”
Sylvia Van Driessche (zijn moeder): “Je bent daar wel mee bezig geweest, hè? Vooral toen je nog keeper was.”
Ellis: “Ik ben al groter dan jij, mama. En papa haal ik ook nog wel in. Ik ben nu 1 meter 70, papa 1 meter 74.”
Jelle De Beule: “Ik ben 1 meter 76! (Tegen ons) Wil je dat juist opschrijven, aub? (grijnst)”
Ellis: “Twee maanden na de auditie voor Het smelt kreeg ik trouwens wél mijn groeispurt. Net te laat. Echt jammer dat ik die hoofdrol gemist heb. Ach ja, gewoon volhouden. Ik heb nog wel een kleine rol gespeeld in Bitter Sweet Sixteen en zondag ga ik weer auditie doen. Acteren is echt verslavend, hoor.
“Weet je met wie ik graag eens zou spelen? Met Tom Van Dyck. Ik heb samen met papa naar In de gloria gekeken. Het is onvoorstelbaar hoe goed hij verschillende rollen aankan. In Geldwolven is hij opeens heel serieus. Veel acteurs worden steeds voor dezelfde soort rollen gevraagd, maar Tom Van Dyck kan echt alles. Mijn vader kan dat ook. Hij is niet alleen grappig, hè? Heb je hem in De dag zien spelen? Echt cool. Maar alles met de Neveneffecten vind ik ook geweldig – die dingen heeft hij gemaakt voor ik geboren was.”
Wat voor rol zou je liever spelen? Komisch of serieus?
Ellis: “Heb je Glass Onion gezien? Zo’n detective als Benoit Le Blanc (Daniel Craig, red.) zou ik graag spelen. (Buigt naar opnameapparaat) Dit is dus een oproep… (lacht).”
Ik zag dat je bij de première van All of Us op je 10de in een mooi pak liep te blinken op de rode loper.
Ellis: “Ik hou wel van stijlvolle kleren. No way dat ik over die rode loper ging lopen in een jeansbroek. Mijn uiterlijke verschijning vind ik belangrijk. Met de keuze van je kleren toon je zonder woorden wie je bent.”
BABY HITLER
Je hebt ook ballet gedanst. Vonden je vrienden dat niet vreemd?
Ellis: “Ik heb ballet gedanst én breakdance. Met breakdance kun je echt wel indruk maken, hoor.”
Hoe kwam je op het idee om te gaan dansen?
Ellis: “Nadat de dansschool een paar lessen was komen geven op onze school, raakte ik geïntrigeerd. Het was best intensief: we moesten veel buikspieroefeningen doen en springen. Weet je dat je om de training van een balletdanser vol te houden enorm veel kracht en discipline nodig hebt? Veel meer dan een voetballer, bijvoorbeeld. Dat boeide me. Ik wilde dansen om te weten of ik het kon volhouden, of ik die discipline kon opbrengen. Dat vond ik belangrijk voor later. Ik denk heel toekomstgericht. Ik wil gezond leven en klaar zijn voor wat op mijn pad komt. Veel jonge mensen zeggen YOLO (you only live once, red.) en gaan daarom domme dingen doen. Ik vind het feit dat het leven kort is juist een reden om géén domme dingen te doen, en het best mogelijke leven te leiden. Ik wil gedisciplineerd zijn en zorgen dat mensen me leuk vinden. Oké, niet iedereen zal me leuk vinden, maar ik wil wel dat mensen vinden dat ik waardering verdien. Ik wil niet iemand zijn die anderen of de maatschappij in gevaar brengt.”
Zoals wie?
Ellis: “Ik denk dan aan Poetin die plots beslist om Oekraïne aan te vallen. Niemand vindt dat leuk, denk ik.
“Gezond leven, goed nadenken over wat je doet: het zijn dingen die ik van mijn ouders heb meegekregen. Zij zijn allebei ook heel gedisciplineerd. Mijn moeder staat vaak vroeg op om te schrijven, en mijn vader kruipt na het eten vaak weer achter zijn bureau. In het Guinness Book of Records zag ik ooit een foto van een man die een berg beklom in zijn onderbroek. Dat is toch keisterk? Ik heb toen ’s winters ook lang een korte broek gedragen. Dat soort discipline vind ik cool.”
Je vader studeerde animatie aan het KASK, maar deed als kind voordrachten op school, net als jij.
Ellis: “Iedereen zegt dat ik uiterlijk ook heel erg op hem lijk. En hij deed inderdaad ook heel erg zijn best op school.”
Hij noemt zichzelf een streber.
Ellis: “Dat klopt wel. Ik doe ook Latijn. Een streber ben ik niet, maar mijn punten zijn wel altijd goed.”
Je gaat naar een katholieke school. Wilde je niet liever naar een kunstschool?
Ellis: “Neen. Met een aso-diploma kan ik later nog alle kanten op. Ik weet niet zeker of het me gaat lukken als acteur, hè.”
Welke alternatieven heb je in gedachten?
Ellis: “Ik voetbal op dit moment bij Cercle Melle.”
O ja, je bent ook nog eens een goeie voetballer. Sta je nog steeds in de goal? Je vond dat je beste positie, zei je, want een keeper heeft lef nodig.
Ellis: “Nee, ik ben nu veldspeler. Mijn trainer vroeg me eens om als linksvoor te spelen. Ik scoorde meteen twee keer, en we wonnen. Twee maanden geleden is er een scout komen kijken. Ik ga volgend seizoen een niveau hoger spelen, bij KRC Gent.”
Wauw!
Ellis: “Ja, het gaat snel nu. Allemaal dankzij die discipline, hè. Ik blijf me inzetten en streven naar het hoogst haalbare. Voor het geval die acteercarrière niet lukt.”
Zien je ouders een eventuele voetbalcarrière zitten?
Ellis: “Mijn ouders zijn geen voetbalfans, maar ik praat er thuis veel over en probeer ze wat over het spelletje bij te leren. Ze steunen me ook, komen altijd naar mijn wedstrijden kijken en zijn heel blij voor mij dat ik naar een ploeg ga die hogerop speelt.”
‘Ik ben niet zo iemand’, zei je papa, ‘die aan de kant staat te schreeuwen in de hoop dat zijn zoon straks miljoenen gaat verdienen.’
Ellis: “Dat wil ik zelf ook helemaal niet. Geld maakt me niet zoveel uit, als ik maar iets kan doen dat ik gráág doe. Zolang ik rondkom, is het goed. Dat sommige voetballers een miljoen per week verdienen, vind ik niet gezond. Als ik later ooit zoveel zou verdienen als prof, zal ik het grootste deel weggeven aan goede doelen. Ik wil geen luxueus leven leiden. Rijkdom brengt, volgens mij, vooral problemen met zich mee. Er is dan altijd wel een van je huizen waarin iets stukgaat, en dan moet je dat weer gaan regelen. En al dat geld moet je beheren bij de bank. Ik zou het echt niet leuk vinden om me met al die dingen bezig te moeten houden.”
Waar hou je je behalve voetbal en acteren nog graag mee bezig? Met de geschiedenis van Rome, misschien? Je vader schijnt daar alles van te weten.
Ellis: “Jaa! (Wijst naar een reusachtige kaart aan de muur) Op die kaart zie je het gebied dat de Romeinen indertijd veroverd hebben. Groot, hè? We zijn deze zomer naar Pompeï geweest. We hebben over wegen gelopen waarover de Romeinen duizenden jaren geleden ook liepen. We zijn zo lang gebleven dat we te laat waren voor ons bezoek aan de Vesuvius. Mijn moeder wilde die vulkaan per se op, dus is ze gewoon over het hek geklommen. En wij achter haar aan. Ik was toen wel een beetje bang, maar ik ben blij dat ik die enorme krater heb gezien.”
Lijkt schrijven je ook iets? Dat is wat je moeder doet.
Ellis: “Boeken niet. Scenario’s wel. Ik heb al een idee voor een filmscenario dat ik samen met mijn vader wil schrijven. Over tijdreizen en de Tweede Wereldoorlog.”
Waar zou de film over gaan?
Ellis: “Over iemand die terug in de tijd wil om Adolf Hitler als kind te vermoorden om alle onheil te voorkomen. Die vraag zag ik eens voorbijkomen: ‘Would you kill baby Hitler?’”
Zou jij het doen?
Ellis: “Ik denk niet dat ik het zou kunnen. Jij wel, als je daar stond met die baby in je handen?”
Ik denk het ook niet.
Ellis: “Daar is toch alleen maar iemand toe in staat die net zo wreed is als Hitler? Ik vind dat zo’n boeiende vraag. Het leek me cool om daar een verhaal rond te bouwen.”
Lees ook
De acteurs uit ‘Nonkels’: ‘Buiten onze stedelijke bubbel, gebruiken mensen wel nog achteloos het n-woord’
Voor dag en dauw in de schminkstoel: hoe Jelle De Beule en Rik Verheye voor ‘Nonkels’ een wonderlijke metamorfose ondergingen
FEMINIST
In haar boek Liefdestips aan mezelf, later deze maand ook een serie met Gloria Monserez in de hoofdrol, schreef je moeder: ‘Voor Ellis en Flynn, sla de romantische stukken nooit over.’ Ze wil haar zonen opvoeden met het idee dat ze over hun gevoelens kunnen praten, zei ze. Ben je romantisch?
Ellis: “Niet echt. Ik heb op dit moment geen vriendin. Toen ik er nog wel één had, wilde ik eens naar haar toe. Ik mocht niet van mijn moeder, en toen heb ik gezegd: ‘Ik mocht de romantische stukken toch niet overslaan?’ Daar moest ze heel erg om lachen, en toen mocht het toch. Maar romantiek zegt me niet zoveel. Ik zie een relatie niet als een meerwaarde voor een 14-jarige. Ik focus me liever op voetballen en acteren.”
Praat je makkelijk over je gevoelens?
Ellis: “Ik vind dat je emotioneel mag zijn, maar ik wil wel kunnen blijven dóórgaan. Als je mentaal niet sterk genoeg bent in deze wereld, zul je het moeilijk krijgen. Veel mensen krijgen een depressie, of zo. Ik wil daar wel weer kunnen uitraken.”
Wat maakt jou verdrietig?
Ellis: “Dierenmishandeling. Oorlog.”
Ik bedoel meer in de persoonlijke sfeer.
Ellis: “Mijn problemen zijn onnozel en klein in vergelijking met die van een vriend van mij, die familie heeft in Oekraïne. Ik vind dat ik niet moeilijk moet doen. Als ik een wedstrijd verloren heb, of slechte punten heb gehaald, dan doet dat wel iets met mijn humeur. Ik ben competitief en verlies niet graag. Ik steek dan de schuld op mezelf en straf mezelf de hele tijd door in mijn hoofd te herhalen wat ik allemaal beter had kunnen doen. Maar dat gaat meestal na een dag of twee à drie wel over.”
Je vader is onder het toeziend oog van je moeder een feminist geworden, zegt hij. Jullie hebben het thuis vaak over de man-vrouwverhouding.
Ellis: “Ja, mijn moeder heeft eens verteld dat de mening van vrouwen vroeger weleens genegeerd werd tijdens vergaderingen. En als het in Het journaal gaat over het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen, dan vraagt ze ook wat wij daarvan vinden. (Tegen zijn moeder) Jij bent heel feministisch, hè mama?”
Van Driessche: “Op een goeie manier.”
Is Ellis feministisch?
Van Driessche: “Ja, en zeker als het hem uitkomt. Als hij de vuilniszakken buiten moet zetten, zegt hij tegen zijn nichtje dat hier woont: ‘Wil jij dat niet doen? Meisjes kunnen dat toch ook.’”
Ellis: “Haha! Dat is toch zo. Mijn ouders kunnen soms best streng zijn. Kijk, op de koelkast hangt een schema met al onze huishoudelijke taken. Pfffft.”
Zie je meisjes als je gelijken?
Ellis: “Ik vind dat vrouwen zelfs veel méér kunnen dan mannen. In de klas zitten een paar heel slimme meisjes. Ik ben jaloers op hun punten. Sommigen spelen ook nog eens veel beter PlayStation dan ik. Ik spreek met mijn vriendinnen ook op precies dezelfde manier als met mijn vrienden, met dezelfde domme humor. En we hebben het net zo vaak over voetbal. Een van mijn vriendinnen voetbalt, trouwens, bij KAA Gent.
“Het enige verschil is dat jongens elkaar keihard uitlachen als pakweg iemand een nul haalt op wiskunde, omdat hij heeft afgekeken. Meisjes gaan elkaar op zulke momenten net troosten. Daarin zouden jongens misschien wel wat meer op meisjes mogen lijken.”
Ellis doet graag interviews zegt hij, maar intussen zijn zijn voeten onwillekeurig met een voetbal beginnen te spelen. We laten hem dus maar los.
© Humo