AchtergrondOverzichtsexpo
Eindelijk uit de schaduw van Rubens: MSK geeft kunstschilder Theodoor Rombouts eerherstel
Zijn werken hangen in het Rijksmuseum, het Prado en het Uffizi, maar toch is Theodoor Rombouts allesbehalve een bekende naam. Een expo in het Gentse MSK probeert daar wat aan te doen. Wie is deze virtuoze 17e-eeuwse schilder die al te lang in de schaduw van Rubens heeft gestaan?
Het MSK viert haar 225-jarig bestaan en kiest er daarbij voor om enkele minder bekende schilders voor het voetlicht te plaatsen. Na de door een breed publiek gesmaakte expo over de ‘peintre de Gand’ Albert Baertsoen moet deze grootse overzichtstentoonstelling rond Theodoor Rombouts, de eerste die aan zijn werk is gewijd, dé klepper van het feestjaar worden. Rombouts (1597-1637) was een virtuoos schilder, maar hij had de pech een tijdgenoot te zijn van de Antwerpse supersterren Peter Paul Rubens en Antoon Van Dyck. Deze expo moet eerherstel brengen. Met bruiklenen uit onder andere het Uffizi, het Rijksmuseum en het Prado worden alleszins alle zeilen bijgezet om Rombouts zijn verdiende plaats in de kunstgeschiedenis te geven.
Rombouts was wat men noemt een ‘Vlaamse Caravaggist’. Als jonge schilder verbleef hij een tijdlang in Italië, waar hij zich in de eerste plaats liet beïnvloeden door de geniale en beruchte schilder Michelangelo Merisi da Caravaggio. Rombouts verdiepte zich in diens revolutionaire gebruik van licht en donker en liet zich inspireren door diens rauwe portretten van échte mensen, in plaats van de veelal gepolijste idealiseringen die toen gebruikelijk waren.
In een van de zalen zie je de schatplichtigheid mooi geïllustreerd. Caravaggio’s werk Bij de tandentrekker, een iconische voorstelling van mensen die opgelicht worden, hangt er naast Rombouts’ versie van het thema. Je ziet duidelijk Caravaggio’s invloed: de volkse tronies, het spel met licht en donker, het realisme. Maar je ziet ook de verschillen. Rombouts werk is kleurrijker en lichtvoetiger dan dat van Caravaggio. Rombouts was dan ook meer dan een meeloper.
Verzoener
Eens terug in Antwerpen ging Rombouts de invloeden van het Caravaggisme verzoenen met de stijl van de invloedrijkste kunstenaar van het Noorden: Rubens. Rombouts toont zich zo een verzoener van Noord en Zuid, maar tegelijk is dat wellicht de reden waarom Rombouts naam in de plooien van de tijd verdwenen is geraakt: hij viel tussen twee stoelen. Als je hem naast Rubens legt, is Rombouts’ werk namelijk heel wat minder spectaculair. Leg hem naast Caravaggio en hij is minder beklijvend, getormenteerd en revolutionair. Rombouts komt dan ook het best tot zijn recht als we hem bekijken als zijn unieke zelf, en niet als een doorslagje van een van beide grootmeesters.
Rombouts was wel degelijk een schilder met een eigen beeldtaal. Hij had een opvallende speelsheid, was een prachtige colorist en vooral in zijn afbeeldingen van vrolijke gezelschappen en muzikanten is zijn werk meer dan geslaagd. Zijn beste werken wijzen al vooruit naar schilders van het (vrolijke) volk als Adriaen Brouwer en Jacob Jordaens. Doeken als De luitspeler, Allegorie van de vijf zintuigen of Het kaartspelend gezelschap zijn reden genoeg om naar deze tentoonstelling te komen kijken.
Ook Rombouts’ magnum opus, de Allegorie van het schepengerecht van Gedele is indrukwekkend. Op oplopende trappen zien we de op de troon gezeten stadsmaagd van Gent omringd door weeskinderen, schepenen en soldaten. Het monumentale doek sierde eeuwenlang de schouw van de schepenkamer in het stadhuis van Gent. Net zoals bij Baertsoen is er bij deze tentoonstelling dan ook een link met Gent. Rombouts werkte vaker voor het Gentse stadsbestuur en het doek de Allegorie van de vijf zintuigen was het allereerste werk van een oude meester dat het MSK in haar lange geschiedenis aankocht. En bij de vrolijk musicerende en spelende gezelschappen die Rombouts afbeeldt, leg je al makkelijk de link met de Gentse Feesten. Het MSK kiest daarmee bewust voor een lokaal verhaal met internationale uitstraling.
Slechte start
Een minder geslaagd aspect van de tentoonstelling, en dat was ook al een probleem bij Baertsoen, is dat het eerste wat je te zien krijgt het minst geslaagde werk is. Het is natuurlijk eigen aan een enigszins chronologische opbouw, maar het zien van de jonge, zoekende Rombouts in dialoog met rijpere of op dat moment straffere tijdgenoten, helpt niet om Rombouts goed uit de verf te laten komen. Het is gewoon een slechte start. Ook al verschaft het context en achtergrond bij zijn vorming als kunstenaar, moet een overzichtstentoonstelling er ook op gericht zijn om de hoofdrolspeler te doen schitteren.
Alles bij elkaar genomen is het in deze tentoonstelling de uitdaging om de invloeden te zien, en tegelijkertijd de eigenheid. Het was de bedoeling om Rombouts uit de schaduw van Rubens en Van Dyck te krijgen, maar daarbij moeten we oppassen om hem niet in de schaduw van Caravaggio en díéns volgelingen te plaatsen. Wie die slappe koord weet te bewandelen, maakt kennis met een boeiende en te weinig bekende schilder, een speelse portretteur van vederlichte vrolijkheid, die alles in zich heeft om een nieuwe publiekslieveling te worden.
Theodoor Rombouts, Virtuoos van het Vlaamse Caravaggisme, nog tot 23 april, MSK Gent.