Terugblik 2021Podium
Een schaap met ambitie, een queer opera en theater op cassette: dit waren de beste voorstellingen van 2021
2021 werd niet het verhoopte jaar van de bevrijding, maar gelukkig viel er op cultureel vlak wel opnieuw veel te beleven. De Morgen blikt terug op de hoogtepunten van het jaar. Vandaag: podium.
1. The Sheep Song (FC Bergman/Toneelhuis)
“Zinderend en beeldschoon”, schreven we in de inleiding van onze recensie van The Sheep Song, en toegegeven, heel origineel was die omschrijving niet. Het zijn immers twee adjectieven die we op vrijwel elke FC Bergman-voorstelling zouden kunnen plakken. The Sheep Song is dan ook een Bergman grand cru, waarin woorden plaats ruimen voor beelden en plot ondergeschikt is aan sfeer.
Het naamloze schaap uit de titel, vertolkt door Jonas Vermeulen in een levensecht schapenkostuum, zet zich recht, in een poging om mens te worden, en komt terecht op een loopband die wordt voortgedreven door een live gebrachte soundtrack van banjomuziek. Op die loopband passeren een rist bizarre, gezichtsloze personages de revue, waartussen het arme schaap zijn plaats probeert te vinden. Het gezelschap van Stef Aerts, Marie Vinck, Joé Agemans en Thomas Verstraeten haalt daarbij het maximale uit een theatrale oertaal: zonder tekst, maar met bezwerende dansscènes en een droomachtige enscenering.
Zoals vrijwel alle FC Bergman-voorstellingen draait The Sheep Song rond een eenzame ziel die zich tegen beter weten in probeert te onttrekken aan hogere krachten. Zonder expliciet te verwijzen naar de pandemie, is dit toch een voorstelling die de tijdsgeest vat. The Sheep Song was bovendien één van de eerste voorstellingen die werden gespeeld nadat de theaters maandenlang dicht bleven. Wat een blij weerzien was dat.
2. Every Word Was Once an Animal (Ontroerend Goed)
Every Word Was Once an Animal is geen grote, spectaculaire voorstelling. Dit kostbare kleinood is eerder de compacte samenvatting van wat het Gentse gezelschap Ontroerend Goed al twintig jaar met verve doet: spelen. Het spelen van een spel dat verdacht veel op het leven lijkt.
Every Word is abstract: in een spiegelpaleis van rode theaterdoeken duiken druppelsgewijs vijf performers op. Eén performer opent de voorstelling, breekt dat begin weer af, een tweede blijkt uiteindelijk de ‘echte’ openingsscène te spelen – of toch weer niet. Personages zijn volstrekt inwisselbaar, nemen elkaars naam aan, blijken elkaars leven te leiden. Dit komische all the world’s a stage lijkt kop noch staart te hebben, niemand is wie hij zegt te zijn. Op het hoogtepunt van de begripsverwarring waait, in een prachtig theatraal beeld, een plotse bries de rode doeken uiteen, waardoor de bühne plots kaal en onbeschermd in het licht ligt.
Dat speelse ineenvloeien van fictie en realiteit zou je pessimistisch kunnen noemen (‘er is geen authenticiteit mogelijk’) maar in de poëtica van Ontroerend Goed is het een hoopvolle troef: de wereld kan altijd anders zijn, zolang ze maar anders verbeeld wordt. Het anders denken als voorafname op het anders worden. Juist in uitgepuurde voorstellingen als Every Word Was Once an Animal is het werk van Ontroerend Goed ten diepste politiek.
3. Birds (Seppe Baeyens/Ultima Vez)
Pure magie. Dat is wat er ontstaat wanneer choreografen Seppe Baeyens, Martha Balthazar en Yassin Mrabtifi samen met hun dansers neerstrijken op een plein. Op basis van uitnodigende open armen en blikken worden omstaanders uitgenodigd om mee te bewegen. In een mum van tijd is het niet meer duidelijk wie tot het dansteam behoort, wie tickethouder is en wie toevallige passant. Iedereen kan deel uitmaken van de zwerm die voortdurend versnelt, weer vertraagt en in- en uit elkaar beweegt. Wanneer de choreografie ook nog eens uitbarst tot een waar dansfestijn met twerken en hiphopbattles, is het feest helemaal compleet.
Afgelopen lente speelde de voorstelling noodgedwongen nog onder meer gecontroleerde omstandigheden, maar tijdens de coronaluwe zomermaanden werd het potentieel van Birds pas echt duidelijk. Met deze voorstelling zet Baeyens weer een nieuwe stap in zijn zoektocht naar een bewegingstaal die niet alleen mooi is, maar vooral ook verbindt. Waar hij met zijn eerder werk telkens een gemeenschap creëerde van theatergangers, betrekt hij door het publieke karakter van Birds elke stedeling. Op zijn dansvloer vervagen de grenzen tussen generaties, opleidingsniveaus, religieuze overtuigingen of etniciteiten. Oma’s, kinderen of mensen met een beperking: iedereen welkom.
4. Killjoy Quiz (Luanda Casella/NTGent)
Bent u goed wakker? Dan is het hoog tijd om de Killjoy Quiz te spelen, een gelaagd kennisspel met grimmige ondertoon waarin een wervelende gastvrouw (Luanda Casella) niet alleen haar quizkandidaten maar ook ons, het publiek, op het rooster van wokeness legt. Alles lijkt gericht op entertainment: de showtrap, de overdadige decorelementen, de Colgate-glimlach van de presentatrice en het ironisch-aimabele achtergrondkoortje. Maar this is serious business: door de vragenrondes heen komen topics als feminisme, kapitalisme, ecocide en hatecrimes aan bod. En ook het spel zelf is bedenkelijk: er wordt gemanipuleerd en valsgespeeld, met de taal als verraderlijke bondgenoot. Met Killjoy Quiz serveert de Braziliaanse theatermaker ons alweer een zure bom, verstopt in een verleidelijke slagroomtaart. Even slikken, jawel.
5. Boy (Kyoko Scholiers/Opera Ballet Vlaanderen)
Als Boy verkeerd was uitgedraaid, hadden we twee uur moeten kijken naar een voorstelling met een belerend vingertje. In de plaats daarvan kregen we een muzikale en emotionele rollercoaster, waarin theatermaker Kyoko Scholiers haar toeschouwers diep meeneemt in de wereld van de jeugdzorg: de achtjarige Boy Stuyven wordt bij een pleeggezin geplaatst.
Scholiers gooit de chronologie van Boys verhaal overboord én slaagt erin om ook alle personages in Boys leven moeiteloos uit te diepen: van zijn labiele moeder (een schitterende Laurence Roothooft) tot de overbevraagde jeugdwerker (een al even schitterende Sofie Decleir). Al die figuren zoeken hun weg in een met puin bedekte scène, terwijl de stemmen van HERMESensemble hen begeleiden. Zonder gemakzuchtig op emotionele knopjes te duwen, bezorgt Scholiers haar publiek toch een emotionele uppercut.
6. Der Silbersee (Ersan Mondtag/Opera Ballet Vlaanderen)
Geef een briljant stuk als Kurt Weills Der Silbersee aan cultregisseur Ersan Mondtag, geef hem er ook nog een losbol als Benny Claessens bij voor de hoofdrol en dit is wat je krijgt: een glinsterende caleidoscoop van expressionistisch theater tot queer camp. Der Silbersee is namelijk geen gewone opera, het is een soort toneelstuk gemengd met liederen, aria’s, duetten, koren en melodrama. Het vraagt om uitstekende acteurs die kunnen zingen en zangers die kunnen acteren. Een kluif voor Claessens, die met een in de opera ongeziene vrijheid door zijn tekst buitelde. Maar ook voor ontroerende momenten zorgde. Dat alles gaf deze productie van Opera Ballet Vlaanderen een grote aantrekkingskracht, maar zorgde ook voor gepaste ergernis. Want soms overstemde de queer show de ernstige politieke en emotionele ondertoon.
7. Bambiraptor (Kopergietery)
Een bushalte, een kind van 13 jaar en een man van 33. Bambiraptor (8+) van theatermakers Jonas Baeke en Mats Vandroogenbroeck geeft prachtig vorm aan de ontmoeting van twee mensen die ernaar verlangen vrij te zijn – al was het maar in hun hoofd. Het decor bestaat uit een rollende band waarop de gekste voorwerpen langskomen: een groene gieter, een beeldje van een hond, een schilderij. Het staat voor de manier waarop de geest van het kind werkt – associatief, ongeremd, mateloos: “Ik lijk totaal wasco. (…) Telkens als ik één ding apart probeer te denken komt alles mee.” Maar hoe buiten de lijntjes kleuren in een wereld die alleen maar hokjes verdraagt? De strijd van dit ongewone duo om zichzelf te mogen zijn, krijgt vorm in een komisch sprookje met een gevoelige, sprankelende taal en de gelaagde visuele verbeelding.
8. The Courage To Be Disliked (Cie DE KOE)
Als er tijdens de pandemie één livestreamvoorstelling wist te beklijven, dan is het deze wel. Op onnavolgbare wijze geeft Natali Broods, aan de hand van een tekst van Willem de Wolf, vorm aan de 1 procent rijksten. Koelbloedig filosofeert ze over haar privileges en fantaseert ze vanop grote afstand over hoe minderbedeelden haar en haar weelde percipiëren. Dat levert niet alleen een boeiende denkoefening op die ook de middenklasse een spiegel voorhoudt, De KOE zou De KOE niet zijn mocht de voorstelling niet ook de mogelijkheden van geëngageerde kunst in vraag stellen én een slim spel spelen met het genre als dusdanig. De mengeling van vooraf opgenomen beelden en livestreams heeft alleszins menig kijker op het verkeerde been gezet. Wat ons betreft mag er gerust een live gespeeld theatraal vervolg komen op dit meer dan geslaagde corona-experiment.
9. Hands do not touch your precious Me (Wim Vandekeybus/Ultima Vez/KVS)
Als choreograaf Wim Vandekeybus ons niet op voorhand had verteld dat hij de inspiratie voor Hands do not touch your precious Me was gaan halen bij de Sumerische mythe over de godin Inanna, hadden we dat tijdens het bekijken van de voorstelling niet geweten. But who cares? De voorstellingen van Ultima Vez zijn op hun best als ze niet onderhevig zijn aan de wetten van de verhaaltechnische logica. Het hoeft geen betoog dat Hands op scène nog veel meer indruk maakte dan tijdens de livestream in februari.
Het opvallendst is performancekunstenaar Olivier de Sagazan, die zichzelf en Vandekeybus’ dansers met klei en vuur transformeert tot mythische wezens. Maar Vandekeybus’ tribale, instinctieve choreografie is andermaal het belangrijkste ingrediënt van Hands, een waanzinnige dansvoorstelling die meer weg heeft van een exorcisme dan van beeldschoon ballet.
10. Kates Tapes Away (Zuidpool)
Een vijf uur lange monoloog die je beluistert op een ouderwetse walkman: het is enkel Zuidpool en Sofie Decleir gegeven om van die formule zo’n voltreffer te maken. Het gezelschap herwerkte David Marksons experimentele roman Wittgenstein’s Mistress tot dit beklijvende werkstuk dat rechtstreeks doorstoot tot de fundamenteel eenzame condition humaine. Terwijl de cassette ruist en je de afwas doet of door de stad dwaalt, hoor je de stem van een vrouw die de enige overblijvende mens op aarde is en overleeft tussen de resten van de maatschappij dat er ooit was. Naar de reden van die staat van zijn heb je het raden, maar al gauw wordt duidelijk dat dat er niet toe doet. Wel word je meegesleept in haar gedachtestroom, haar onbetrouwbare herinneringen en angsten. Zelden wist een voorstelling zo goed te vatten wat het betekent om geen verbinding te kunnen maken met anderen.
Hoe corona de scène domineert
Het mag intussen duidelijk zijn: 2021 zal de geschiedenis ingaan als het jaar waarin duidelijk werd dat corona hier is om te blijven. Helaas mochten ook de podiumkunsten dat ondervinden. De voorbije twee jaar moesten de zalen eerst volledig op slot om vervolgens tegen de zomer weer een beperkt publiek toe te mogen laten, in de herfst alsnog te moeten sluiten, voorzichtig te heropenen bij beter weer, CST’s in te voeren na de vaccinatiecampagne, om de capaciteit eind dit jaar uiteindelijk weer terug te moeten schroeven. Een mens zou van minder moe worden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mentale opdoffers die de samenleving als geheel te verwerken kreeg dankzij corona.
Geen wonder dus dat die nieuwe realiteit ook doordringt tot de kunsten zelf. Hoewel deze top tien gelukkig laat zien dat onze levens niet enkel door corona beheerst worden, werden onze recensenten het voorbije jaar meer dan eens gegrepen door producties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn met de pandemie.
Zo voelt het inclusieve dansfeest Birds van Seppe Baeyens als een ware verademing na het gebrek aan verbondenheid dat de lockdowns met zich meebrachten. Kates Tapes Away van Zuidpool geeft dan weer op artistiek hoogstaande manier vorm aan het verlangen naar contact terwijl The Courage To Be Disliked van De KOE zonder twijfel het beste livestreamexperiment is dat we de voorbije periode op ons bord kregen. Corona en haar gevolgen hebben het afgelopen jaar kortom een plekje bemachtigd naast alle andere thema’s die de podia domineren: liefde en dood, identiteit, maar evengoed BLM of #MeToo. Het leven zoals het is en zoals het dus ook nog wel een tijdje zal blijven.