AchtergrondExpo STAM
‘Een perfect visitekaartje’: waarom een fraaie skyline zo belangrijk is voor een stad, en dat vroeger ook al was
In Antwerpen rollen ze tegenwoordig vechtend over straat wanneer hun Boerentoren ter sprake komt en hoe die er in de toekomst precies uit moet zien. Net nu organiseert het Gentse stadsmuseum STAM een expo over de skyline van steden en waarom die belangrijk is. ‘Een iconische skyline is het perfecte visitekaartje voor een stad.’
Wie dacht dat discussiëren over de hoge gebouwen in een stad en hun bijdrage aan de uitstraling ervan een recent fenomeen is, wordt bij het begin van de expo SKYline al meteen met de neus op de feiten gedrukt. Al eeuwen geleden besefte men dat de skyline van zo’n stad niet alleen cruciaal was voor de herkenbaarheid ervan maar ook voor een groot deel bepaalde hoe de buitenwereld naar zo’n stad keek.
En ook wie zich afvraagt waar Fernand Huts het idee haalt om van zijn Boerentoren hét baken van Antwerpen te maken, vindt in het Gentse STAM een antwoord. Om te bewijzen dat de skyline van Antwerpen - al zal het toen nog niet zo geheten hebben - ook eeuwen geleden een dingetje was, hangt daar immers het schilderij Zicht op de rede van Antwerpen vanaf linkeroever. Bij elkaar geborsteld door Jan Wildens en onderdeel van de collectie van The Phoebus Foundation, de kunststichting van - jawel - Fernand Huts.
“Het werk illustreert perfect dat men ook in de zeventiende eeuw al het belang van die skyline onderkent”, vertelt Wout De Vuyst, een van de curatoren van SKYline. “Het schilderij is namelijk geen waarheidsgetrouwe weergave van wat je zou zien mocht je in die 17de eeuw op Linkeroever hebben gestaan. De schilder tilde de beeldbepalende gebouwen die dieper in de stad stonden omhoog om ze toch zichtbaar te maken. Daardoor lijken ze op doek hoger dan ze in werkelijkheid waren. Zo wordt een iconisch beeld van de stad gecreëerd.” Net hetzelfde dus wat Huts met de modernisering van de Boerentoren wil bekomen.
Verderop in het STAM blijkt dat de waarheid werd wel vaker onrecht werd aangedaan in de zoektocht naar het perfecte stadszicht. Toen Gent in 1913 de wereldtentoonstelling mocht organiseren wou het stadsbestuur graag uitpakken met zijn drie torens die ook nu nog een iconisch beeld vormen. Maar toen Leon Spilliaert een affiche ontwierp waarop naast die torens ook de fabrieksschouwen stonden, die even nadrukkelijk de toenmalige skyline bepaalden, werd dat ontwerp geweigerd en vervangen door een affiche met een veel idyllischer beeld van de Gentse skyline.
Burj Khalifa
Dat de skyline anno 2022 voor een stad nog steeds belangrijk is, wordt bevestigd door Jan Van der Borg, hoogleraar toerisme aan KU Leuven. “Die skyline en breder ook de aanwezigheid van iconische gebouwen vormt het perfecte visitekaartje voor een stad. Het wordt steeds nadrukkelijker een belangrijk element in citymarketing.” Van der Borg haalt het voorbeeld aan van Londen waar die steeds spectaculairder ogende skyline in zowat alle toeristische brochures opduikt. Ook Dubai slaagt er dankzij de bouw van de Burj Khalifa - het vooralsnog hoogste gebouw ter wereld - in om jaarlijks hordes toeristen naar de golfstaat te lokken. Van der Borg: “Of kijk naar Bilbao, dat door de bouw van het iconische Guggenheim-museum plots een populaire citytrip-bestemming werd.”
Waarmee we weer in Antwerpen belanden. Bij de voorstelling van zijn ontwerp voor de Boerentoren had architect Daniël Libeskind het over ‘een nieuwe attractie voor de stad waar mensen van over heel de wereld op af zullen komen’. Dat zou volgens Van der Borg wel eens kunnen kloppen. “Om nog maar eens Bilbao aan te halen. Het Guggenheim lokt jaarlijks anderhalf miljoen toeristen. En daar doet de hele stad zijn voordeel mee.” De investering die het creëren van zo’n iconisch stadsbeeld vraagt, verdient zichzelf op die manier in no time terug.
Gebouwen moeten functie hebben
Maar dan moet je het wel goed aanpakken, waarschuwt Van der Borg. “Zo’n blikvanger moet om te beginnen bij het DNA van je stad passen. Een futuristische hoogbouw in het centrum van Brugge zou de skyline van die stad helemaal verpesten.” Nog zo’n voorwaarde is dat het gebouw in kwestie ook een functie moet hebben. Met enkel een spectaculair uitzicht kom je er niet. Van der Borg geeft het voorbeeld van de paviljoenen die sterarchitect Renzo Piano voor de wereldtentoonstelling in Genua ontwierp en die nadien lang stonden te verkommeren. Of het fameuze vogelnest-stadion in Peking dat sinds de Olympische Spelen vooral leegstond. “Het investeren in dat soort gebouwen is geen wondermiddel om steen zomaar in goud te veranderen.”
Al zijn er voorbeelden genoeg van steden waar dat wonder zich wel voltrok. “Dat gebeurt meestal op plaatsen waar zo’n iconisch landmark niet enkel als stilistisch statement wordt gezien, maar als middel om een proces van stedelijke heropleving op gang te trekken”, legt Van der Borg uit. “In de jaren 80 kampten heel wat grote steden met een imagoprobleem. Het neerpoten van iconische gebouwen in bepaalde wijken zorgde voor nieuwe energie en een positieve impuls.” In Rotterdam bijvoorbeeld dat zich met futuristische hoogbouw in de oude haven als het Manhattan aan de Maas profileert. Of Barcelona waar de Olympische Spelen van 1992 en de hoogstaande architectuur die daarbij hoorde de ook al verloederde havenbuurt nieuw leven inblies. Het is voorlopig koffiedik kijken of de Boerentoren nieuwe stijl eenzelfde effect kan hebben door nog massaler toeristen naar de Antwerpse binnenstad te lokken. Eerst die bouwvergunning nog.
De expo SKYline loopt nog tot 21 mei in het Stadsmuseum Gent