Interview
'Een film als 'The Loft' zou ik nu nooit meer doen'
Nicolas Karakatsanis (37) is hot, iedereen lijkt zijn beelden te willen. Regisseurs, reclamemakers, bands, mode-ontwerpers, allemaal doen ze wat graag een beroep op de man met de unieke blik. Straks lopen in Belgische zalen vier films waarvoor de Antwerpenaar de camera hanteerde, twee ervan beleven hun première op Film Fest Gent.
'Don't sleep' staat in het groot op een van zijn onderarmen getatoeëerd. "Ik slaap nochtans graag", zegt hij, terwijl hij op een bed in Milaan met ons ligt te skypen. "Maar ik hou mijn ogen open voor wat er rondom mij gebeurt." Dat die ogen meer zien dan die van andere mensen, is intussen al vele keren gebleken.
'Prince of darkness' was een label dat hem iets te makkelijk werd opgeplakt na Rundskop en tentoonstellingen van zijn inderdaad nogal duistere fotografiewerk. Maar dit najaar komen maar liefst vier films van zijn hand uit die zo hard van elkaar verschillen dat hij elk label moeiteloos van zich af schudt. Cameraman en director of photography (DOP) Karakatsanis is enorm divers in zijn beeldtaal. The Drop, dat nu al loopt in de bioscoop, lijkt in de verste verte niet op The Loft, dat het filmfestival van Gent opent. Daar wordt ook het ingetogen en betoverende Violet van Bas Devos getoond. Eind deze maand zien we zijn beelden in de horrorfilm Welp van Jonas Govaerts.
Al is Film Fest Gent dit jaar dus een beetje zijn festival, de kans dat hij tijd zal vinden om er even te passeren is klein. Karakatsanis heeft het druk. Hij heeft net de opnamen van Triple Nine achter de rug, een Amerikaanse film van John Hillcoat (The Road, Lawless) en vliegt weer van de ene set naar de andere voor zijn werk in de reclame, waar hij al jaren aan de top staat.
undefined
Naar de keel gegrepen
Vooral naar Violet, het langspeelfilmdebuut van Bas Devos, is het uitkijken op Film Fest Gent. De film heeft nauwelijks taal en verhaal nodig om je naar de keel te grijpen. Hij won eerder dit jaar de Generation Plus Award op het Filmfestival van Berlijn en is al aan veertig festivalselecties toe. Op 15 oktober beleeft hij in Gent zijn Belgische première.
"Van alle films die ik de voorbije jaren heb gedraaid, is Violet ongetwijfeld de meest visuele, hoewel hij het kleinste budget had. Terwijl het net vaak meer kost om beelden te doen spreken. Eigenlijk stom dat je moet zeggen dat het een 'echt visuele' film is. Elke film zou dat moeten zijn. Maar films als The Drop, Welp en The Loft zijn zo plotgedreven dat ze ook zouden werken op een iPhone of een computer. Bas vertelt zijn verhaal louter met beelden. En met geluid. De geluidsband is echt verbluffend. Hij moet het niet hebben van dialogen en plotwendingen. Het is een film die je op een groot scherm moet zien. Je moet er in zitten."
De beelden van Violet blijven zo op het netvlies hangen dat sommigen Karakatsanis zowat beschouwen als coregisseur. "Niet waar natuurlijk. Het is Bas zijn film, zijn visie. Voor hij met mij werkte, gebruikte hij ook al in de eerste plaats beelden om zijn verhalen te vertellen. Maar ik ben inderdaad meer dan een cameraman, ik ben een director of photography. Samen met de regisseur denk ik na over hoe we het verhaal of het gevoel van de film in beelden kunnen vertalen. Ik ben er om de regisseur en het scenario te dienen. Soms kun je shots bedenken die heel moeilijk uit te voeren zijn, maar ze moeten makkelijk blijven om te bekijken. John Hillcoat had daar een goede uitdrukking voor: het mag niet te selfconscious zijn. Niet te zelfbewust. Mensen mogen de techniek niet zien die erachter zit. Je mag hen niet hinderen in hun kijkervaring door zelf te willen pronken."
Hoe divers de films ook zijn die Karakatsanis in beeld bracht, visueel zijn ze van begin tot eind consequent. De beelden zetten een sfeer neer, er is over nagedacht. Al hanteert hij op de set ook wel zijn buikgevoel. Je merkt dat hij volop geconcentreerd is tijdens het draaien. Vaak is hij, en niet zozeer de regisseur, degene die onverwachte problemen oplost.
"Ik zwerf voortdurend van de ene set naar de andere, maar een regisseur is na de opnames nog bezig met de montage, gaat daarna de film promoten en begint dan te schrijven aan zijn volgende. Het duurt minstens twee jaar voor hij nog eens een film draait. Logisch dus dat ik veel sneller oplossingen zie voor problemen die zich stellen op de set."
"Net als andere mensen van de crew kan ik de film navigeren naar budget, tijd of wat dan ook. Een regisseur heeft een andere taak. Hij moet zich toeleggen op het grote parcours, ervoor zorgen dat hij iedereen meekrijgt en dat hij op het einde van de rit een consequente film aflevert. Soms heeft een crew de neiging om te kiezen voor de makkelijkste oplossing. 'Laten we het maar simpel houden, dan zijn we tenminste zeker dat we alle beelden hebben.' Maar dat is niet altijd de goede oplossing. Ik hoor iemand als Michaël Roskam graag zeggen: 'Zo kunnen we het inderdaad oplossen, maar er moet een betere manier zijn. Wat kunnen we doen om de film beter te maken?' Ik werk graag me regisseurs die me uitdagen."
undefined
Kapsones
Voor een director of photography is de keuze van de juiste projecten even belangrijk als de keuze van de juiste lenzen, zegt hij. "The Loft is de minst drama- of personagegedreven film die ik tot nu toe heb gedaan. Erik Van Looy zei me: 'Je moet er echt je ding van maken.' Ik antwoordde: 'Erik, dat gaat zomaar niet. Ik ben een cameraman, ik wil een verhaal vertellen, niet een showreel maken voor DOP's. Dat interesseert me niet.'"
"Ik had het kunnen voorspellen, maar alle shots waarvoor we wat meer tijd namen om de personages diepgang te geven, zijn er allemaal uit. Dat is een keuze geweest. Ik lees in de kranten dat de nieuwe Loft vooral efficiënter en strakker is geworden. Het is volgens de kritiek een verhaal met een plot. Maar het is één en al plot. Als ze me nu nog zo'n film zouden aanbieden, zou ik wellicht bedanken."
"Toch heb ik er geen spijt van dat ik de film heb gedaan. Ik ben een ervaring rijker, en The Loft heeft ervoor gezorgd dat ik de film van Michaël kon doen. Ik heb voor Amerikaanse producers ook het bewijs geleverd dat ik het budget en het ritme aankan. Toen we The Loft drie jaar geleden draaiden, wou ik ook voor mezelf weten of ik zo'n productie tot een goed einde kon brengen. 'Kan ik er voor mezelf iets interessants van maken? Kan ik zo'n Amerikaanse glossy brengen? En blijf ik overeind als ik een fictieverhaal draai met Amerikaanse acteurs?'"
De antwoorden op die vragen kent Karakatsanis onderhand. Glossy kan hij bieden, maar het is niet zijn stijl. "Al kun je dan vaak met grotere budgetten werken en valt er meer te verdienen."
Dat acteurs in Amerika wel eens meer kapsones hebben dan aangenaam is, daar kan hij ook mee leven. Hij heeft intussen Tom Hardy, Noomi Rapace, maar ook Kate Winslet, Woody Harrelson en Casey Affleck voor zijn lenzen gehad.
Karakatsanis wimpelt ook projecten af. Stephen Gaghan (Syriana) wou met hem een pilootaflevering voor ABC draaien, Jakob Verbruggen vroeg hem voor zijn nieuwe BBC-serie. De befaamde Michael Mann bedankte hij voor de eer. "Gelukkig maar", zegt hij nu. "Ik heb de trailer van die film gezien en ben heel blij dat ik niet op het verzoek ben ingegaan. Visueel vond ik er niets aan. Het is natuurlijk maar een trailer, maar toch..."
Mann moest het zonder hem doen omdat Karakatsanis zijn woord had gegeven aan zijn goede vriend Jonas Govaerts, met wie hij de horrorfilm Welp draaide. "Ik had natuurlijk al vaak met Jonas gewerkt, en we kennen elkaar heel goed. Zelf heb ik geen voeling met het horrorgenre. Ik heb gewoon getracht het verhaal een identiteit te geven. Ik wou een bepaalde sfeertje en een grandeur aan het scenario geven. Dat vraagt daar wel om."
undefined
Gotische western
"We lieten een heel grote lamp bouwen om boven het bos te hangen waar het zich allemaal afspeelt. Omdat Jonas een verhaal had geschreven dat oldskool was, avonturenhorror die deed denken aan de films van Amblin, The Goonies en dingen van John Carpenter, hebben we ook dure lenzen uit die tijd gebruikt. En uit de eerste internationale reacties van de liefhebbers leiden we af dat ze appreciëren wat we gedaan hebben. Ik vond het wel leuk om mezelf te verrassen."
Aangezien Michaël R. Roskam niet meteen zijn volgende gaat draaien, kan het nog even duren voor we Karakatsanis nog eens bij ons aan het werk zien. Tenzij het een project is dat hem echt uitdaagt, staat hij niet te popelen om binnenkort nog eens in Vlaanderen te filmen. Het stoort hem dat hier vaak te snel gewerkt moet worden, vooral met te jonge, onervaren mensen. "Er is niet genoeg geschoold personeel. Filmscholen leveren mensen af die niet klaar zijn voor de job, die de stiel nog op de set moeten leren."
Daar heeft hij geen tijd en geduld voor. Dan liever het project van een Nederlander, Martin Koolhoven. Die gaat in Canada een grote internationale productie draaien, een gotische western in het Engels. Daar zit hij zes maanden aan vast. En verder? "Alles is mogelijk. Soms kan het snel gaan. The Drop waren we aan het draaien, twee maanden nadat het project groen licht had gekregen. En bij The Loft hadden we maar een maand voorbereiding."
Bij de grote jongens kan het leven er in een vingerknip anders uitzien.
undefined