InterviewSelah Sue
‘Drie maanden geleden had ik dit gesprek nog niet kunnen voeren’: Selah Sue blikt terug
Het jaar van Selah Sue (33) begon uitstekend: eerste album in zeven jaar tijd, uitverkochte concerten en vooral: géén antidepressiva. Maar toen kwam de zomer van wanhoop. ‘Ik haal voldoening uit het doorbreken van het taboe op mentaal lijden.’
“Wacht, ik zal de chauffage aanzetten.” Het heeft voor het eerst gevroren deze winter als we aankloppen bij Sanne Putseys, beter bekend als Selah Sue. Ze neemt ons meteen mee naar haar studio, een knusse plek vol instrumenten waar we al snel tot de vaststelling komen dat het ook hier koud is. “Sorry, ik ben hier niet vaak”, vertelt de muzikante. “Ik heb deze studio laten bouwen met alles erop en eraan, maar ik maak mijn muziek eigenlijk nog altijd op bed. Koffietje intussen?”
Zoals het een journalist betaamt die vijf minuten alleen wordt gelaten, beginnen we door de kasten vol vinyl en muziekboeken te snuisteren. Het valt meteen op hoeveel jazz ertussen staat, zowel tussen de platen als tussen de boeken. Van Miles Davis en Gil Scott-Heron tot Sun Ra en Thundercat. Of ze hier dan wel af en toe naar muziek komt luisteren? “Nee, ook niet”, zegt ze. “Ik heb sowieso een rare band met muziek. Ik kan daar niet meer onbevangen mee bezig zijn. Gewoon gaan zitten en naar muziek luisteren, ik vind dat eerder stresserend. Bovendien wil ik alles misschien zelf eens maken – mijn stem kan veel aan – dus zelfs als ik naar jazz luister, zit ik te denken: shit, dit moet ik eigenlijk aan het doen zijn!”
Selah Sue heeft ontegensprekelijk een bewogen jaar achter de rug. In maart kwam Persona, haar eerste album in zeven jaar uit, “en ik was toen echt on top of my game! Ik heb overal ja op gezegd, stond met nieuwe energie én een nieuwe band op het podium, ik had echt zo’n prachtige goesting, waanzin! En ik heb toen ook redelijk veel gefeest, ja. (lacht) Dat klinkt allemaal vrij manisch, als ik mezelf bezig hoor. Maar hey, ik had vier jaar thuisgezeten met twee baby’s aan mijn tiet en ik ben plusmoeder sinds mijn 22ste, het was tijd om wat dingen in te halen.”
Aanvankelijk leek dat ook te lukken. Voor het eerst in jaren zelfs zonder de antidepressiva die Putseys al neemt sinds haar tienertijd. Maar op 11 augustus kwam dan die beruchte post op sociale media, naar eigen zeggen de pijnlijkste ooit. Ze was terug ‘een speelbal van helse gemoedsschommelingen’, stond er. En ja, ze was weer antidepressiva beginnen te nemen. ‘En opnieuw, zoals veertien jaar geleden, voel ik dat het mijn leven redt.’ Ter illustratie had ze er ook nog twee foto’s aan toegevoegd: een van een extatische Selah Sue op het podium en een van een schreeuwende Sanne Putseys enkele dagen later. In haar auto, in tranen.
BIO
geboren als Sanne Putseys op 3 mei 1989 in Leuven • bracht in 2011 haar naamloze debuutalbum uit, met grensoverschrijdend succes • in 2015 volgde het album Reason; dit jaar kwam Persona uit, haar persoonlijkste plaat • won in haar carrière al verschillende MIA’s • onthulde in 2014 dat ze aan depressiviteit lijdt • heeft een relatie, is moeder en plusmoeder
Ik heb de evidentste vraag nog niet gesteld: hoe is het vandaag?
“Amai, mocht het maar zo evident zijn. Vandaag is het… (denkt na) Vandaag is een redelijk goede dag. Ja. (stilte) Het valt natuurlijk te zien waar je de lat legt. Sommige dagen zijn moeilijk, op andere gaat het beter. Maar het gaat de goede richting uit. Een paar maanden geleden was nog elke dag hels. Existentiële wanhoop. Ik zag het niet meer, wist het niet meer. Ik ben toen opnieuw medicatie beginnen te nemen en ik hoopte dat ik na zes weken weer back in the game zou zijn. Maar dat was te hoog gegrepen.
“Ik moet mezelf tijd geven en dat ben ik nu aan het doen. Ik sport, ga naar een psychiater én een psycholoog, praat met mijn omgeving, ben veel aan het lezen. Ik doe het goed, maar ik moet wachten. Drie maanden geleden had ik dit gesprek weliswaar nog niet kunnen voeren. Vandaag wel. Dus ja, hoe gaat het? (haalt de schouders op) Ik zat in een diepe put en nu sta ik ernaast, maar wel nog altijd met mijn voeten in de modder.”
Kamp je met donkere gedachten of heb je nood aan een gesprek? Je kan terecht bij Tele-Onthaal op het nummer 106 of via chat op tele-onthaal.be.
Kun je verklaren wat er is gebeurd?
“Nog niet. Maar het was zo extreem dat ik daar nu echt wel mee aan de slag moet. Vanwaar kwam die depressie plots weer? Wat waren de triggers? Is het endogeen of zijn er dan toch dingen in mijn leven die ik moet veranderen? Of ben ik louter in het klassieke zwarte gat gevallen van een artiest die een jaar lang naar iets toewerkt en waarna de trein plots stilvalt? Ik ben echt op onderzoek.”
Was je dat daarvoor ook al niet?
“Ja, dat is waar. (lacht) Dat is heel erg waar. Ik ben al lang introspectief bezig. (diepe zucht) Maar nu voelde het echt bijna als leven of dood. Dus dat heeft mij toch nog net iets wakkerder geschud dan vroeger en mij ook verplicht om extra lang en diep na te denken.”
Je bent al die tijd blijven optreden. Dat is toch vrij opmerkelijk?
“Ja, maar weet je, je hebt verschillende soorten depressie. En over al die depressies heb je dan ook nog verschillende meningen. Ons brein is echt onontgonnen gebied. Ik heb dus een psychiater en een psycholoog, en die zeggen alle twee iets anders. Nobody knows! Ik neem eruit wat ik denk dat op mij van toepassing is.
“Sowieso heb je mensen die te lang in het rood zijn gegaan en nood hebben aan een lange periode van rust. Sommigen dachten dat dat ook bij mij het geval was: zeg die shows af, blijf thuis. Maar ik wist dat ik het tegenovergestelde moest doen. Want als ik elke dag zelfs maar twintig minuten langer in bed was blijven liggen, was het allicht nog sneller bergaf gegaan. Ik móést mij bezighouden om niet nog dieper te vallen. Dat is echt mijn redding geweest: shows spelen, op tournee gaan, mijn kinderen die mij structuur gaven.”
En daar had je ook genoeg energie voor?
“Ik heb dat allemaal gedaan met het laatste beetje energie en wilskracht in mij. Al moet ik toegeven dat die dingen mij ook energie gáven. Met mijn band op het podium staan, dat is helend. Het werkt als een antidepressivum.
“Maar het is soms ook echt moeilijk geweest. Vooral die twee weken op tournee in Zuid-Frankrijk. Dat was op het allerlastigste moment en ik had toen voortdurend contact met mijn psychiater. Dat was… helse levenspijn. Opstaan en ziek zijn. Een constante staat van lijden. Ik nam toen al antidepressiva, maar ze werkten nog niet helemaal. Ik had dus ook nog iets anders nodig om de dag door te komen: een kalmeringsmiddel. Alleen mocht dat niet werken tot ’s avonds, want dan moest ik optreden en mezelf helemaal geven. Ik zat dat dus heel de tijd uit te rekenen.”
Een dag duurt dan ongetwijfeld ook lang?
“Erg lang, ja. Zeker omdat ik de enige was die constant bezig moest zijn. En ik kon tussendoor ook geen interviews of zo zitten doen, want wat kon die nieuwe plaat mij op dat moment schelen? Wie zich oké voelt, kan genieten van succes. Maar als je voelt dat jouw basis niet stabiel is, is niets van waarde.
“Gelukkig was mijn partner mee en heeft die soms echt gewoon mijn kleren aangetrokken en gezegd: nu gaan lopen! Uiteindelijk zijn we elke dag een uur gaan joggen met een groepje van vijf. En elkaar heel de tijd zitten pushen! Dus ja, dat was niet alleen een verschrikkelijke, maar ook een erg waardevolle, heftige en prachtige periode.”
Het was ook de eerste keer dat je zo lang weg was van jouw kinderen.
“En ik miste die ook wel elke dag, maar ze hadden het keigoed. Ik heb echt zondagskinderen. Twee superblije mannen. Ik hoop dat dat zo blijft.”
Je voelde je niet een béétje schuldig?
“Totaal niet! Omdat ik weet dat ze veilig gehecht zijn. De eerste duizend dagen in het leven van een kind zijn superbelangrijk en ik ben er toen echt elke dag voor hen geweest. Ik heb ze beide zelfs twee jaar borstvoeding gegeven. Elke dag waren die een draagzak aan mijn tiet. (lacht) Dus als ik nu twee weken wegga, denken ze: ciao mama! Want ze weten dat ik terugkom.
“Ik denk dat ik mij trouwens pas schuldig zou voelen mocht ik ze inderdaad op tournee meenemen. Elke dag de tourbus op, en in telkens een andere stad op zoek gaan naar een speeltuin, in plaats van ze thuis met hun vriendjes te laten spelen? Dat zou egoïstisch zijn.”
Vrijwel meteen na die tournee heb je dat socialemediabericht de wereld in gestuurd. Dat kwam wel aan.
“Ik weet het. Maar ik vond dat ik dat moest doen. Ik wil een eerlijk verhaal brengen en ik voelde mij op dat moment een beetje een oplichter. Ik heb begin dit jaar erg negatief gedaan over pillen. In het nummer ‘Pills’ zing ik onder meer ‘can’t feel a thing, I’m numb’. En ik heb toen ook in interviews gezegd dat ik oprecht dacht dat ik geen medicatie meer nodig heb, dat ik er ben, dat ik ‘het’ snap. Maar dan had ik ze plots toch weer nodig, en ik snap nu dat ik het allicht nooit zal snappen.”
Maar daar hoef je je toch niet voor te verontschuldigen?
“Nee, maar ik voelde mij niettemin schuldig tegenover al wie in hetzelfde schuitje zit. Ik had het gevoel dat ik hun de indruk had gegeven dat zij gefaald hadden, want zie: ik kan het wél zonder medicatie! En een paar maanden later blijkt dan dat het mij ook niet gelukt is en dat het mij misschien wel nooit zal lukken.
“Op dit moment is die medicatie voor mij het enige wat werkt, hoeveel érg interessante alternatieven ik intussen ook heb uitgeprobeerd. Zoals psychedelische truffels. Maar mijn zoektocht blijft, en het blijft ook echt een strijd.”
Aan wie heb je dat bericht op voorhand laten lezen?
“Aan niemand.”
Dan weet je toch ook dat je daar veel mensen de stuipen mee op het lijf jaagt?
“Het grappige is dat ik dan alleen aan mijn management denk: ‘Die gaan schrikken!’ (lacht) Erg, hè? Mijn vriend is toen ook wel redelijk geschrokken van die foto bij de post. Ik in feite ook. Want dat was een moment van pure wanhoop, pure waanzin. Ik zat alleen in de auto omdat ik niet wilde dat de kinderen mij zo zouden zien of horen roepen. Ik zat toen echt in een andere wereld, er kwamen oerkreten uit, en ik weet niet waarom – allicht om connectie te houden met de realiteit – maar ik heb dat dus gefilmd. En ik wilde met die post uiteindelijk vooral het contrast weergeven tussen dat prachtige genieten op het podium en die helse levenspijn. Ik wilde laten zien hoe dicht die soms bij elkaar liggen.”
Je moet nadien toch ook gigantisch veel berichtjes en telefoons hebben gekregen?
“O ja, man! Veel media ook die er verder op wilden ingaan, maar dat was echt totaal niet aan de orde, laat staan dat ik het daarvoor deed. Ik moest dat gewoon doen voor mezelf, zodat ik weer beter zou kunnen slapen omdat ik weer een eerlijk verhaal aan het vertellen was. Zelfs als ik op het podium ‘Pills’ sta te zingen.”
Het was therapeutisch?
“Ja! Connectie is voor mij belangrijk. Dit gesprek bijvoorbeeld, ik vind dit tof. Dat maakt alles in mijn hoofd nog eens duidelijker. Ik heb het ook nooit moeilijk gehad om hierover te praten.
“Ik voel mij heel kwetsbaar, maar ik sta sterk in mijn kwetsbaarheid. Ik vind dit ook allemaal kei-interessant, hè. Ik vind het neig dat ik door al die shit ga en verplicht word om erover na te denken. Ik vind dat ook bij anderen interessant. Ik voer graag zulke gesprekken.
“Ik denk dat mijn label het toffer had gevonden dat ik een muziekbom op sociale media had gegooid, maar ik haal minstens evenveel of misschien zelfs meer voldoening uit het doorbreken van het taboe op mentaal lijden, uit mensen het gevoel geven dat ze niet alleen zijn.”
Hoe is de relatie met jouw label vandaag? Ik dacht te kunnen afleiden dat er het afgelopen jaar wel wat ruis op de lijn zat.
(lachje) “Ja. Al is het nog altijd een mooie relatie, hoor. Ze werken echt wel keihard voor hun artiesten. Maar uiteindelijk willen ze ook scoren, hè – wat dat vandaag ook moge betekenen. Ik kom uit een tijdperk waarin ik een miljoen fysieke exemplaren verkocht van mijn debuutalbum, waarop ik dan live ook nog eens drie jaar kon teren. Vandaag zie ik mijn plusdochters van 16 en 20 elke dag een andere playlist opzetten met allemaal nieuwe nummers, andere muziek! Het gaat echt supersnel, dus natúúrlijk wil mijn label nu ook een nieuwe, vrolijke, uptempo single van mij. En ik snap dat ook. Maar gasten, echt, ik ben uit een depressie aan het klauteren. Give me a break! ‘Vrolijk’ en ‘uptempo’ gaan mij nu even niet af.”
Je hebt intussen toch óók een ouder publiek. Zijn tieners nog zo belangrijk?
“Voor mijn label wel. En oké, ik vind het zelf ook fantastisch dat mijn plusdochters mijn muziek met hun vrienden delen en dat die dat allemaal goed vinden. (trots) Die lopen zelfs op school met T-shirts van mij rond. Toch een teken dat ik het als plusmoeder zo slecht nog niet doe. En elk label wil natuurlijk een artiest die leeftijdscategorieën overstijgt. Zoals Stromae. Maar ik voel dat ik nu even op de rem moet staan en herbronnen. En vooral ook: mijn intuïtie volgen en doen wat voor mij goed voelt. Los van wat mijn label of de markt verwacht.”
Na de bekendmaking van de nominaties voor de MIA’s gooide je manager op Facebook dat hij jou live ‘bijna zo goed als Camille’ vond, die in tegenstelling tot jou wel genomineerd is voor onder meer Solo Vrouw en Live Act.
(schatert het uit) “Ooh, ik begrijp hem en het siert hem dat het hem zo raakt, maar dat was misschien niet de manier om dat te tonen. Het raakt mij ergens ook wel, moet ik zeggen, al vind ik het tegelijk superlogisch, want het is tijd voor een nieuwe generatie. De erkenning die zij nu krijgen, die heb ik tien jaar geleden ook gehad.
“Trouwens, ik was écht niet gelukkiger toen ik al die MIA’s won. Succes is ook zo vluchtig. Maar ja, dat gekwetste kindje in mij denkt ook nu nog altijd: uh, ik ben uitgesloten, ik word niet bevestigd. Mijn ego is gekwetst.”
Dat gekwetste kindje gaat terug tot jouw kindertijd, niet?
“Ja. In de lagere school had ik echt alles mee: hoofdrol bij toneel, beste in sport, populairste van de klas. Maar als ik dan eens een keer niet in de top drie van de jongens stond, voelde dat als een dolk door mijn hart. Ik was dus ook als kind al heel gevoelig voor bevestiging. Nu nog, maar ik ben intussen meer dan dat innerlijk gekwetste kindje. Er is nu ook een innerlijke milde moeder die zegt: ‘Maar schatje, toch. Ik begrijp dat je pijn hebt, maar weet dat je waardevol bent, dat je nog altijd in Frankrijk voor volle zalen speelt en dat je nog altijd een namiddag met De Morgen kunt babbelen.’ (lacht)
“Dat is echt hoe voice-dialoguetherapie werkt. Het liefst van al zou ik natuurlijk willen zeggen dat het mij niets doet om niet meer genomineerd te zijn voor de MIA’s. Maar dat is niet zo, en ik kan dat niet. Ik ben daar te eerlijk voor.”
Neem je intussen nog psychedelische truffels, waarvan je begin dit jaar zei dat ze je hadden geholpen om tot rust te komen en van antidepressiva af te raken?
“Nee. Want truffels en antidepressiva gaan niet zo goed samen. You win some, you lose some. Ik heb ook gelezen dat ze dezelfde receptoren beïnvloeden, dus ik voel nu ook niets wanneer ik een microdosis truffels inneem. (lacht)
“Pas op: ik wil zeker niet gezegd hebben dat ik truffels helemaal afzweer, want ik blijf openstaan voor alternatieven. Maar voor mij waren ze niet de magische oplossing. In zoverre die er al is. Ik doe het voorlopig dus weer met de dingen waarvan ik weet dat ze voor mij werken.”
Als ik zie wat truffels kosten, is het voorlopig wel prima nieuws voor je portemonnee?
(giert) “Dat valt te bezien. Ik bestelde die truffels in grote hoeveelheden en ik ging er ook zelf mee aan de slag. Ik was echt een heks! Drogen, afwegen, brouwen, ik vond dat allemaal keitof. Je kunt ze bovendien gewoon zelf kweken. Dat kost allemaal niet zo veel.”
Zie je jezelf als...
“Een heks? O, ja! Maar dat komt toch ook echt op? Ik voel dat van overal. Mensen zijn daarmee bezig. Op mijn spirituele, psychedelische trips word ik ook altijd dezelfde heks. Ik breng altijd dezelfde oerkreten uit en ik voel dat die van diep in mij komen. Meer nog: ik voel mij op zulke momenten het meest mezelf. Ik moet nu weer naar manieren zoeken om daar af en toe naar terug te keren, want ik kon daar enorm veel kracht uit putten. Maar zo’n oerkracht, die heeft elke vrouw toch in zich?”
Hekserij lijkt bij een jonge generatie inderdaad een positieve connotatie te hebben gekregen.
“Bij jongeren wel, ja. Maar toen ik onlangs tegen mijn mama zei dat ik misschien een heksenopleiding wilde volgen, zei die: ‘Nee, schatteke, niet doen!’ (lacht) Die dacht echt: nee, duisternis! Maar hekserij is natuurlijk donker én licht. Zoals het leven. Ik vind dat een interessant pad om te exploreren. Voorts ben ik een rationeel persoon, totaal niet zweverig. Maar ik geef nu ook geld aan medicatie waarvan niemand goed snapt hoe ze werkt. Waarom zou ik dan ook niet gewoon mijn natuur wat meer durven te volgen?
“We leven in een maatschappij die dat onderdrukt omdat we alles willen rationaliseren. En daardoor zijn we de voeling met de natuur en onszelf kwijtgeraakt. Altijd maar moeten blijven geven, een mens is daar niet voor gemaakt. Niets in de natuur staat het jaar rond in bloei. Vandaar dat er, denk ik, ook zo veel burn-outs en depressies zijn. Ook bij jongeren. Man, die hebben het zo moeilijk nu. De arbeidsmarkt, de vastgoedprijzen, alles wordt duurder, de druk van sociale media. En als ze naar een psycholoog willen gaan, zijn er wachtlijsten van twee jaar. Dat is echt heftig.”
Zie je die druk van sociale media ook bij jouw kinderen?
“Tuurlijk. Die gsm is verkleefd aan hun hand, dus ze staan ook altijd ‘aan’. Ze zien constant met wie hun vrienden afspreken, hoeveel likes die krijgen, al die toxische positiviteit. Veel jongeren zijn overprikkeld en vinden geen rust meer. Het is té veel. Als ik vroeger thuiskwam van school, kon ik mij uren terugtrekken op mijn kamer en tijd nemen voor mezelf. Als ik daar nu aan terugdenk, vraag ik mij soms echt af wat ik daar de hele tijd zat te doen. Want dat is toch gewoon absurd, zo zonder iets naar uw kamer gaan! (lacht) Nee, echt, wat deed ik dan? Een cd opzetten?”
Zijn andere generaties er vandaag beter aan toe?
“Allicht niet. Ik scrol ook de hele tijd op Facebook. Mijn plusdochters lachen mij daar dan altijd mee uit: wie zit er nu nog op Facebook? Zelfs Instagram is bijna gedaan. Ik ben daar dus eveneens keihard mee bezig, ook al maakt mij dat niet gelukkig. Want ik ben zelf ook gevoelig aan het aantal likes dat ik krijg. Hoe onnozel ik dat ook vind.
“Daar gaat ‘Hurray’ op mijn laatste plaat ook over. Daar zitten twee persoonlijkheden in: de aandachtstrekker en de criticus. De eerste zit natúúrlijk op sociale media: ‘Hallo, hier ben ik! Kijk eens naar mijn mooie ogen! Check deze volle zaal waarvoor ik net heb gespeeld!’ Dat is puur onzekerheid. Bevestiging willen. En de tweede zegt dan: ‘Ga je nu echt dat spelletje blijven spelen? Hoe oud ben je intussen? Je staat daar toch boven?’ Met die dualiteit moet ik leven.”
Ook iconen als Madonna sloven zich tegenwoordig uit op sociale media.
“En waarom? Dat is toch voor niets nodig? Dat is ook weer onzekerheid, angst om er niet meer bij te horen, om uitgesloten of afgewezen te worden. Het is een angst die we allemaal kennen. Zelfs Madonna, die zich totáál niet meer moet bewijzen. Maar als je daar diep vanbinnen zelf niet van overtuigd bent, gaat geen enkel aantal likes, geen enkel succes – hoe groot ook – daar verandering in brengen. Je kunt Madonna zijn of twintig MIA’s winnen en nog onzeker zijn. En je kunt niets winnen en zelfverzekerd zijn.
“Dat laatste is wat ik wil, want alleen dan kun je echt genieten van het succes. Anders ben je zelfs op het moment dat je een MIA in ontvangst neemt in jouw hoofd toch alweer bezig met de volgende stap.”
Wat doe je tegenwoordig om jouw hoofd rust te gunnen en tijd te nemen voor jezelf?
“Ik sta op, breng mijn twee jongste kinderen naar school – zij op de fiets, ik loop erachter – en dan ga ik een uur lang in de natuur joggen. Dat is echt mijn houvast. Vroeger deed ik dat met muziek in de oren, maar dat doe ik niet meer. Ik probeer echt – en dat is trainen – in het moment te zijn. Ik ben intussen ook verslaafd geraakt aan Eckhart Tolle, een spiritueel leider wiens podcasts ik allemaal heb verslonden. Ego is een illusie, zegt hij – vaak met de nodige humor. Je moet dat gewoon afzetten en in het moment zijn, want daar is het altijd goed.”
‘Gewoon.’
“I know! I know! Voor 99,99 procent van de mensen blijft dat een proces; er zijn maar een paar mensen verlicht geraakt. Maar ik vind dat proces al interessant genoeg. Ik heb echt momenten dat mijn verstand af staat en dat ik in het moment ben. Dus ja, Eckhart Tolle, sporten, mediteren en – als dat lukt – mezelf niet blamen. O, en wat ook helpt: ik vind het tof om ’s avonds een serie te bekijken. Maar dat is natuurlijk gewoon vluchten. Ik ben nu bezig aan Succession.”
Voor de eerste keer? Ik ben jaloers!
(enthousiast) “Dat is tof, hè!
Een van de beste tv-series ooit.
“Dat is! Dat is zó goed, man! Hilarisch, slim. Daar kan toch bijna niets aan tippen? En fenomenaal geacteerd ook. Ik zie niemand spélen, ik geloof al die mensen gewoon! Ik kijk er elke avond naar uit om verder te kijken. Dat overkomt mij misschien één keer per jaar, dat een serie mij zo vastneemt.”
Geen kerstfilms op het programma?
“Ik moet zeggen dat ik daar vroeger keihard van genoot, om in de kerstvakantie samen met mijn mama in de zetel naar een film te kijken. Ik heb een jeugd met keiveel tv gehad, and I loved it! Maar ik probeer mijn twee jongste kinderen nu zelf niet te veel naar tv te laten kijken. Uit angst dat ze te snel verslaafd raken aan schermen, denk ik. Ze zijn nu 3 en 5, en de oudste begint echt een goed gevoel voor humor te krijgen. Mr. Bean vindt hij supergrappig, dus misschien moeten we deze kerst dan maar eens gezellig in de zetel naar Dumb and Dumber kijken. Ik heb die ooit rond kerst gezien, dus voor mij blijft dat voor altijd ook een kerstfilm.”
Dat wordt jouw eindejaar: gezellig thuiszitten?
“Dat en vier familiefeesten, die weliswaar ook heel gezellig zijn. Dan worden altijd de dia’s bovengehaald van toen ik klein was. En dat is hilarisch, want ik was echt een superlelijk kind!”
Ik dacht dat je vaak in de top drie stond?
“Later! In de lagere school was dat. Van 0 tot 5 was ik echt een gedrochtje. Op foto’s uit die tijd zie je mijn broer en zus echt blaken, terwijl ik er altijd lijkbleek uitzag, vol eczeem, en vooral nooit lachend. Op familiefeesten ligt iedereen daar nog altijd van in een deuk, zodra de dia’s worden bovengehaald: ‘Ah, ons gedrochtje is daar weer!’ Mijn papa schiet mij dan altijd te hulp: ‘Zeg, alsjeblief! Dat is wel mijn dochter!’ Keigrappig, want hij méént dat ook echt. Ik kijk er nu alweer naar uit.”