InterviewDouglas Firs
Douglas Firs neemt afscheid van zijn moeder: ‘Wellicht heb ik alles gedaan wat je volgens psychologen níét moet doen’
Gertjan Van Hellemont had zijn nieuwe plaat Heart of a Mother liever nooit gemaakt. Twee jaar geleden kreeg de bezieler van Douglas Firs eerst het vreugdevolle nieuws dat hij vader zou worden, waarop een mokerslag volgde: zijn moeder had nog maar een paar weken te leven. Heart of a Mother is gemaakt tussen sterf- en kraambed, zwevend tussen doodsverachting en levensverwachting, in een vacuüm waar de tijd leek stil te staan. ‘Soms denk ik dat ik nog moet beginnen te rouwen.’
‘Niet aanbellen, de baby slaapt.’ Het briefje wappert op de deurbel van een rijhuisje in de dorpskern van Heusden bij Gent. De baby in kwestie is de eenjarige Georges, het zoontje van Gertjan Van Hellemont en zijn vriendin Jolien. De kleine Georges zal het hele interview lang blijven doorslapen: zijn vader staat ons te woord in de perfect geïsoleerde homestudio pal boven de kinderkamer.
Begin 2020 overleed je moeder. Smaakt het succes van Heart of a Mother nu een beetje bitter of verzacht het de pijn net?
Gertjan Van Hellemont: “De releasedag was een zwarte dag. Terwijl de lof binnenstroomde, dacht ik alleen maar: zie hoe mijn ego hier nu gestreeld wordt, terwijl deze plaat er niet eens had mogen zijn. Nu ben ik al wat milder voor mezelf en zie ik ook de waarde van de songs in. Ook door de berichten en mails die ik krijg van fans, mensen die ik niet eens persoonlijk ken. Iemand wiens schoonmoeder zelfmoord had gepleegd, schreef me: ‘Ik heb veel aan je liedjes.’ Het is voor mij ook telkens zoeken naar de juiste woorden – ik ben geen psycholoog of specialist – maar ik wil mijn tijd nemen om al die mensen een antwoord te schrijven.
“Of Heart of a Mother ook écht een succes is, wil ik laten afhangen van de optredens die er nu aankomen. Zal er publiek zijn? Zal het ervan genieten? De aftrap in de AB Club op 16 oktober is in ieder geval uitverkocht. Ik hoop op veel mooie, gloedvolle avonden.”
De rouw om je moeder, het prille vaderschap, de pandemie, deze plaat: alles dwong je om thuis te blijven, terwijl er toch een wandering soul in je zit.
Van Hellemont: “Ik zat vast, hier in Heusden, maar op een goede manier. Ik had op zolder net mijn eigen studio laten bouwen, en beneden had ik eindelijk die woonkamer met mijn eigen vleugelpiano waar ik al zo lang van droomde. De vleugel — een Gunther, een oud Belgisch merk dat ik zelf niet kende — heb ik op de kop kunnen tikken bij een Gentse pianohersteller. Ik heb de aannemer die onze benedenverdieping verbouwde meermaals moeten uitleggen dat ‘de salon’ die hij op zijn plannen zo mooi had uitgetekend, toch zou moeten wijken voor mijn piano. Waarna hij me telkens even aankeek en zijn plannen gewoon verder uit de doeken deed (lacht).
“Door de manier waarop ik met de dood van mijn moeder omga, was de lockdown eigenlijk een zegen voor me. Ik hoefde niemand onder ogen te komen, kon wegvluchten van mijn verdriet. Soms denk ik dat ik nog moet beginnen te rouwen. Het overvalt je en het is zo onbevattelijk en zo groot, maar iedereen heeft zijn eigen littekens, hè. Waardoor ik al snel denk: ik ga niemand lastigvallen, mijn verdriet is niet bijzonderder dan dat van een ander. Mijn broer Sem, die piano speelt bij Douglas Firs, praat er ook weinig over. Er zijn natuurlijk ook veel mensen die niet durven te vragen hoe het gaat, maar dat vind ik vooral vervelend voor mijn vader: hij doet wél niets liever dan praten over mijn moeder, wat ik eigenlijk bewonder.
“Of mijn aanpak zo slim is, weet ik niet. Wellicht heb ik alles gedaan wat je volgens psychologen níét moet doen. Ik zocht deze kamer op en maakte muziek.”
Er is geen juiste manier van rouwen. Iedereen doet het op zijn of haar manier.
Van Hellemont: “‘Dit moet je lezen!’ zeiden goedbedoelende mensen me weleens, waarop ze me een boekje in de handen stopten over hoe je moet rouwen – dat bestaat dus allemaal. Ik ben nogal een koppigaard op dat vlak: als iemand me zegt dat ik iets zus of zo moet doen, doe ik het liever op een andere manier. Die boekjes níét lezen: dat was mijn manier (lacht).
“Mijn moeder is gestorven op 10 februari 2020, Georges is in augustus geboren, maar naar mijn gevoel is dat allemaal nog maar een wéék geleden. Ik zou moeten opzoeken wanneer mijn grootmoeder, de moeder van mijn moeder, precies gestorven is. Ze was één van de slachtoffers van de eerste coronagolf, ze is gestorven in een rusthuis. Maar haar dood kon ik plaatsen, omdat ze al zo oud was. Ze was ook dementerend. Mijn moeder wilde nog volop léven. Ik zie ook geen silver lining aan ongeneeslijke kanker. Het is alleen maar hard en meedogenloos.”
EEN BEETJE VIES
De titel verraadt het niet, maar ‘Pains in the Asses’ is één van de donkerste songs op de nieuwe plaat.
Van Hellemont: “Dat is een nummer over de mens in al z’n absurditeit, over onze grote gevoelens en kleine kantjes. Eigenlijk denk ik dat we allemaal knettergek zijn (lacht). We hechten te veel belang aan dingen die eigenlijk niks voorstellen, terwijl we bij superbelangrijke dingen te weinig stilstaan. We maken ons druk om een kapotte wasmachine, en staan even later een begrafenis te regelen.
“Ik relativeer nu wel meer dan vroeger. Dan denk ik: hier ga ik me nu niet aan ergeren, ik lééf, het is allemaal hier en nu aan het gebeuren! Maar al die ergernisjes hebben natuurlijk evengoed bestaansrecht.”
In openingsnummer ‘At Least Once’ beveel je de luisteraar aan om ooit eens naar Californië te gaan, bij wijze van levenservaring. Die reis heb jij enkele jaren geleden zelf gemaakt, met Bram Vanparys van The Bony King of Nowhere.
Van Hellemont: “Mijn wereld is opengegaan in Californië. We zijn eerst van San Francisco naar Big Sur gereisd, dan naar het noorden – richting Oregon en Washington – om ten slotte naar Canada te vliegen. Het was zalig. Zes weken lang hadden we geen internet. Onderweg gaven we concertjes, leerden we mensen kennen… Het verschil met hoe de nieuwe plaat is ontstaan, hier in mijn kamertje, kon niet groter zijn.
“Alleen de wijde wereld ingaan, dat gevoel van vrijheid: ik mis het soms wel. Het biedt je ook een breder perspectief. Je hoeft niet je hele leven op één plek te wonen, er is veel mogelijk. Ik ga niet ontkennen dat ik heel veel zin heb om weer op een vliegtuig te springen, maar dat zou wel tot een conflict leiden: ik wil mijn zoontje natuurlijk geen week missen.
“Een plaat schrijven is voor mij aan een bureau gaan zitten en werken. Daar is niks romantisch aan. Om de magische momenten mogelijk te maken die daaraan voorafgaan – dat je ineens de slagzin voor een nieuw nummer te pakken hebt, bijvoorbeeld: de echt plezierige kant van muziekmaken – probeer ik nog altijd te ontsnappen. Dit keer kon dat een fietstochtje zijn, of een verblijf aan zee. Ik dróóm ook weleens een song. Gelukkig altijd één die nog niet bestaat, en waarmee ik ’s ochtends dus aan de slag kan (lacht).
“Als kind deed muziek me al dromen van verre plekken. In de lagere school was ik bezeten van The Globe Sessions van Sheryl Crow. Er zat geen tekstboekje bij mijn cd, dus maakte ik er zelf één. Als ik dan languit op de grond lag te luisteren naar nummers als ‘Crash and Burn’ of ‘The Difficult Kind’, was ik wég.”
Ook Heart of a Mother wordt onder de noemer ‘americana’ thuisgebracht. Na 15 jaar Douglas Firs lijkt het een veilige gok: Gertjan Van Hellemont zal nooit een technoplaat maken.
Van Hellemont: “Dat niet, nee (lacht). Ik heb wel het gevoel dat mijn muziek almaar minder americana is. Ten tijde van The Long Answer Is No, de tweede Douglas Firs-plaat, wilde ik Wilco zijn. Ik ben toen ook naar The Loft getrokken, hun studio in Chicago, om de plaat te laten mixen door Tom Schick, die ook bekend is van Ryan Adams. Heart of a Mother is naar mijn gevoel de plaat met het geluid dat het meest van mij is.
“Ik heb wel één en ander afgekeken van Adrianne Lenker van Big Thief. Die tapijtjes die ze maakt met haar stem: zulke dingen heb ik ook ineen zitten knutselen. Of is Big Thief ook americana? Zij staan toch al vér af van pedalsteels en rootsy gitaren? Ach, ik maak gewoon liedjes.”
Heart of a Mother is net als voorganger Hinges of Luck uit 2017 gemixt door Kevin Ratterman, de vaste handlanger van My Morning Jacket. Wat zocht je bij hem dat je bij Tom Shick niet vond?
Van Hellemont: “Tom Shick in The Loft: dat was een supereerlijke mix, perfect voor The Long Answer Is No. Kevin Ratterman is avontuurlijker. Als je hem een song opstuurt, maakt hij er een eigen versie van en stuurt die terug. Soms is dat er pal op, soms zit hij er compleet naast, maar hij vindt het nooit erg om opnieuw te beginnen. Met hem werken is dus spannender. Voor Hinges of Luck ben ik hem gaan opzoeken in Louisville, Kentucky – het voorbije jaar kon dat natuurlijk niet. Hij bleek een nogal nonchalante kerel, die iedere dag dezelfde kleren droeg en iedere dag een beetje méér stonk. Hij kauwde ook constant op zijn haar, wat ik een beetje vies vond. Maar hij mixte wel keigoed! (lacht)
“Louisville was een héél grauwe plek. Ik was erheen gevlogen met Simon Casier (bassist, red.) en Sem, en we voelden ons eerlijk gezegd niet erg op ons gemak. De pijnstillerepidemie die de Verenigde Staten in z’n greep heeft, slaat ook daar genadeloos toe: Louisville had net het nieuws gehaald met een recordaantal drugsdoden, zo’n 60 per dag.
“Na de mixing zijn we met zijn drieën doorgetrokken naar het zuiden, om in tien dagen de tour Nashville-Memphis-New Orleans te doen. Memphis viel wat tegen, dat is toch een Elvis Presley-pretpark geworden, maar in Nashville staan in ieder stoem café de beste muzikanten te spelen. En iedere Airbnb waar we logeerden, werd uitgebaat door een aspirerende muzikant met een woonkamer vol gitaren – iedereen probeert een centje bij te verdienen om rond te komen als muzikant. Om maar te zeggen: het niveau van de muzikanten ligt ginds een pak hoger dan hier, maar de competitie is ook veel harder.”
Voel je je dan toch geen gelukzak, hier in Heusden aan de Schelde?
Van Hellemont: “Ergens wel, natuurlijk. In mei 2019 heb ik meegedaan aan Miles of Music, een muziekkamp op een klein eilandje in Lake Winnipesaukee in New Hampshire. De getalenteerdste singer-songwriters en muzikanten heb ik daar ontmoet, maar stuk voor stuk moesten ze knokken om te overleven in steden als New York. Ik heb ook gezien hoe velen van hen tijdens de pandemie, terwijl muzikanten in België op overheidssteun konden rekenen, onlinesessies speelden en hun fans om een financiële bijdrage sméékten: ‘Hier is mijn PayPal-account.’”
Heb je ook iets geleerd op dat kamp?
Van Hellemont: “Ik heb er in ieder geval de nieuwe song ‘One Day’ geschreven. Je krijgt er zangles van iemand die nog met David Bowie heeft gewerkt, of gitaarles van een oude rot uit Nashville, en je mag je nummer opnemen met muzikanten van Josh Ritter. Dus ja, dat is heel fijn. Ik was vooraf een beetje bang dat het een hippiebedoening zou worden – er waren geen douches, we moesten ons iedere ochtend wassen in het meer (lacht) – maar er was geen tijd om de hippie uit te hangen, want je vloog van de ene workshop naar de andere.
“Van Isa Burke, één van de zangeressen van Lula Wiles — bij haar volgde ik ’s ochtends een songwriting class –, leerde ik een truc voor wanneer je vastzit met een songtekst: sla een willekeurig boek open en laat je oog vallen op één bepaald woord, zoek op die manier nog een woord, en probeer die twee woorden dan te verbinden via een strofe. Grappig genoeg las ik die truc even later ook in het boek How to Write One Song van Jeff Tweedy, de frontman van Wilco. In dat boek schrijft hij ook: ‘Niks is zo mooi als tijd doorbrengen met je familie, en niks is zo oninspirerend.’ (lacht) Héél herkenbaar. Een gezin, familie: je hebt dat allemaal nodig om je leven te verrijken, maar daar komen geen nummers uit, hè.
“Tenminste, toch niet zolang alles goed gaat.”
MAAR ÉÉN DROOM
In ‘At Least Once’ beschrijf je hoe hard de ochtenden na een overlijden zijn. Hoe de roes van de nacht aangenamer is dan ontwaken in een wereld waaruit een geliefde is weggeroofd. ‘Better times are hard to find’ zing je ook. Heb je die betere tijden intussen gevonden?
Van Hellemont: “Er zijn minder héél diepe dalen. Ik zit niet meer om drie uur ’s nachts te huilen op de badkamervloer. En dat ik bij het wakker worden schrik van de realiteit, omdat ik die ’s nachts even ‘vergeten’ ben: dat heb ik niet meer.
“Ik heb wel nog maar één keer gedroomd over mijn moeder. Dat vind ik een beetje jammer: zo’n droom, dat is ook een moment dat je nog samen wordt gegund. Jolien droomde in het begin vaak over mama, en daar was ik toch wat jaloers op.
“Tegenwoordig beleef ik natuurlijk vooral ochtenden waarop de babyfoon lawaai maakt (lacht). Vader zijn helpt me ontegensprekelijk. Georges is een vat vol energie, hij is alles volop aan het ontdekken. Ik hou van mijn rol als tussenpersoon tussen iemand die is weggevallen en iemand die erbij is gekomen. Dat is zéker een verschil met de Douglas Firs van mijn vorige platen. Daarop hoorde je nog een jongen die de wereld zag vergaan wanneer hij liefdesverdriet had. Het was allemaal erg ik-gericht. Intussen heeft het leven me het vogelperspectief geschonken. Ik ben maar een schakel in een hele keten van mensen, besef ik nu.
“Jolien is ook veranderd sinds ze moeder is. Ze is een echte leeuwin geworden. Ze zou haar leven voor Georges geven, terwijl ik als vader in een ultieme noodsituatie toch ook een stemmetje zou horen: ‘Ja maar, ik leef toch ook graag.’ Het moederinstinct zal altijd sterker zijn.”
De bijzonderste song op Heart of a Mother, en ook het bijzonderste moment in de film die Victor Van Rossem over de plaat maakte, is de pianosong ‘So This Is It? (For Arlette)’. Hij is geschreven en uitgevoerd door je vader Hubert voor je moeder, zijn vrouw Arlette. Op het einde van de docu zien we hem stilzwijgend aan de piano zitten, een beeld dat boekdelen spreekt.
Van Hellemont: “Mijn vader had dat pianostuk gecomponeerd voor mijn moeders asuitstrooiing, we hebben het wat langer gemaakt en er pedalsteel, trompet en contrabas aan toegevoegd. Papa is een gepensioneerd leraar notenleer. Hij heeft eigenlijk fagot gestudeerd, maar ik heb hem dat instrument nog nooit horen bespelen – ik moet ergens eens een fagot gaan zoeken (lacht). Als een echte muziekleraar luistert hij ook niet écht naar songteksten. Ik was een beetje nerveus om hem de hele plaat te laten horen – ik wist niet hoe hij zou reageren op zulke persoonlijke teksten – maar zelfs na ettelijke keren viel me op dat hij toch vooral naar de muziek luisterde.
“Mama luisterde wél naar teksten. Ze hield van Willy DeVille en The Kinks. Ze was ook kritisch en direct als het over mijn songs ging. Als ze iets niet goed vond, zei ze dat meteen.”
Heart of a Mother is uitgebracht op je gloednieuwe eigen labeltje, Arlette Records. Het had de naam kunnen zijn van een obscuur label uit het Detroit van de jaren 60.
Van Hellemont: “De naam heeft inderdaad iets Ronettes-achtigs, hè (lacht).
“Het was tijd geworden om in eigen beheer te gaan werken, en het was Sem die met de naam afkwam. Arlette Records: het staat wel chic, daar op Spotify. Alsof mama tegen me zegt: ‘Ik kijk mee.’”
Douglas Firs speelt o.a. in de AB (op 16/10). Heart of a Mother is uit bij Arlette Records/N.E.W.S.
© Humo