Graphic novel
‘Dit is geen boek over pedofilie’: Ben Gijsemans komt met tweede graphic novel
Voor twintiger Aaron ligt het hele leven nog aan zijn voeten. Maar hij worstelt met een ondraaglijk gevoel: hij valt op jongetjes. Ben Gijsemans maakte er een pakkende graphic novel van waarin, wel, niets ophefmakend gebeurt. ‘Ik probeer geen ideeën te verkopen, wel inzicht te verschaffen.’
Opvallend: cover noch achterflap van Aaron refereren aan de pedofiele geaardheid van de hoofdrolspeler. Dat komt, begint Aarschottenaar Ben Gijsemans (31), “omdat het geen boek over pedofilie is, maar het boek enkel een pedofiel personage herbergt. En dus vind je het woord ‘pedofilie’ niet terug in de tekst op de achterflap. Het was mij er enkel om te doen de onrust in het hoofd van een jongeman te verbeelden. Om hem te laten ontdekken wat hij ontkent, en te ontkennen wat hij ontdekt.”
Toen Gijsemans vijf jaar geleden aan zijn tweede graphic novel begon, had hij niet meteen een jonge pedofiel als titelpersonage in gedachten. Enkel die ene quote van een auteur, waar die zijn hoofdpersonage beschreef als “een persoon die naar iets verlangt, maar wat hij verlangt maakt hem kapot”, bleef hem bij. “Dat vond ik een straf uitgangspunt en het kwam overeen met de beelden en sferen die zich in mijn hoofd hadden gevormd. Goed, zo’n quote kan je betrekken op vele thema’s, maar waar je bij een alcoholist of een seksverslaafde nog oplossingen kunt bedenken, ligt dit bij een pedofiel anders.”
De onvermijdelijke vraag volgt of de auteur zelf met zijn seksuele geaardheid kampt. Of dat hij in zijn kennissen- of vriendenkring pedofielen kent. Gijsemans grijnst. “Neen”, zegt hij resoluut. “Ik ben zelf geen pedofiel en ken ook geen enkele pedofiel. Dit was allemaal nieuw voor me. Wel heb ik me heel goed geïnformeerd omdat ik niet in valkuilen wilde trappen.”
Inzicht verkrijgen
Dat hij zichzelf eerder als een onderzoeker ziet, stipuleert hij. “Ik hou van kunst en heb bijgevolg een hekel aan propaganda. Ik probeer geen ideeën te verkopen, maar inzicht te verkrijgen. Ik neem dus ook geen standpunt in – ook al zullen sommigen dit anders bekijken.”
De auteur baseerde zich dus op niemand, al refereert hij in zijn boek wel aan de Duitse documentaire Outing uit 2013, van Sebastian Meise en Thomas Reider. Daarin wordt de midtwintiger Sven gevolgd, die sinds zijn puberteit worstelt met zijn seksuele aantrekkingskracht voor kinderen. De documentaire verwijst naar schuldgevoelens bij jonge pedofielen, peilt naar hun plaats in de maatschappij en vraagt zich af of die soms niet te hard oordeelt.
“Ik was onder de indruk van de kwelling van de jongen in Outing en voelde me wat verplicht die film aan te kaarten in het boek omdat ik merkte dat er enkele plotwendingen overeenkwamen, zoals de reis die Aaron onderneemt en het ontmoeten van iemand met wie hij onbedoeld een grens aftast. Maar het heeft geen echte link met mijn boek.” Net zoals er geen link is met de Vlaamse film Muidhond, waarin de pedofiele jongen wel tot daden overgaat, zal hij achteraf zeggen.
Hubert
Aaron is het tweede deel van wat een trilogie moet worden over “met zichzelf worstelende individuen die zich door persoonlijke kwesties moeilijk met hun omgeving kunnen verbinden en zich, in een poging hun dagelijkse onrust verteerbaarder te maken, storten op escapisme”.
In Hubert, het eerste deel, voerde Gijsemans een man van middelbare leeftijd op die zijn heil zocht bij de schilderijen in het Museum voor Schone Kunsten. Heel wat eenvoudiger dan het thema uit Aaron.
“Ik kan me ook heel goed inbeelden waarom er zo weinig over gesproken wordt”, klinkt het. “Toen ik me er op voorbereidde snapte ik waarom er zo hard in zwart-wittermen over gesproken wordt. Ik moet ook bekennen dat ik niet echt uitkeek naar het verschijnen van dit boek, net omdat het zo’n controversieel thema is. Men begrijpt vaak niet wat pedofilie betekent en verwart het met pedoseksuelen en psychopaten – het is een vuilbakterm geworden. Nu, ik begrijp waarom het sentiment errond is zoals het is, toch wil ik in mijn rol van onderzoeker blijven en me er niet door laten leiden. Ik probeer enkel Aarons worsteling zo goed mogelijk in beeld te brengen. Iedere mens worstelt, toch? Daar ben ik nieuwsgierig naar. En ik ben vooral nieuwsgierig naar worstelingen die niet bepaald zomaar een voor de hand liggende uitkomst hebben.”
Actief lezen
Wie denkt aan Aaron een snelle hapklare brok leesvoer te hebben, is eraan voor de moeite. Gijsemans laat zijn hoofdpersonage vaak tot maar liefst vijf pagina’s dagdromen aan zijn bureau, in bed of op het voetbalveld. En dat, terwijl er geen woord volgt en het aan enige actie ontbreekt. Waarom? Meerdere keren valt het begrip tijdens het interview: actieve leeservaring.
“Net als bij Hubert hadden mensen vrij snel door dat de klassieke striptaal ontbreekt en dat het geen passieve leeservaring zou worden. Dat ze gewoon iets zouden zien uit het leven van een ander waar je anders misschien geen toegang tot zou krijgen. De interpretatie daarvan is de actieve leeservaring. Als je je brein uitschakelt gebeurt er letterlijk niets bij het lezen en ligt er inderdaad maar iemand te liggen op bed. Als je mee bent met het verhaal en je neemt een actieve leeshouding aan, zal je zien dat mijn vormgeving niet zomaar voor niets is.”