RecensieTheater
Dissident is een flauw pamflet over de onderwijskwestie
Aan de jongeren zelf ligt het niet. En hun boodschap over de noodzakelijke systeemverandering in het onderwijs is urgenter dan ooit. Maar theatermaker Lara Staal giet Dissident in zo’n lauwe vorm dat het een krachteloos pamflet wordt.
Het gaat niet goed met het Vlaams onderwijs. Over de beleidsnota die Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) in 2019 presenteerde vloeide al veel inkt: onder de slagzin ‘Ons kapitaal’ droomt Weyts van een systeem dat jongeren zo efficiënt mogelijk voorbereidt op een taak in de kapitalistische prestatiemachine. In het debat dat volgde op de nota kwamen onderwijsexperts en leerkrachten aan het woord, maar de stem van het ‘startkapitaal’ zelf (dixit Weyts) ontbrak tot dusver. Die lacune vult Lara Staal, huisregisseur bij NTGent, terecht op. Ze ging aan de slag met vijf jongeren die niet in het ideale onderwijsplaatje van Weyts passen en een moeilijk schoolparcours liepen of lopen. Het concept is eenvoudig: in een omkering van de rollen zit het publiek bij de jongeren in de klas. In twaalf lessen onderwijzen ze ons in wat er fout loopt in het onderwijs, en hoe het beter kan. Hun aanklacht wordt doorspekt met documentair materiaal waarin ouders, leerkrachten, peers en experten getuigen. Beatboxer Serdi Faki Alici ondersteunt hun discours met grommende beats.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten levert dat geen woedende, opwindende performance op, maar een brave samenvatting van het heersende debat. Dat ligt niet aan de jongeren zelf. Dat net zij op die bühne staan is essentieel, en wat ze te zeggen hebben ook. Maar hoe is het in godsnaam mogelijk dat Staal dit potentieel geen meer theatrale vorm geeft? Of, integendeel, dit klassieke format juist overboord gooit, zodat er met de vijf ook écht iets kan gebeuren? Nu is het noch mossel noch vis: beurt om beurt reciteren de jongeren de frases die in het script staan en die inhoudelijk het debat bevestigen. Maar is dat voldoende voor een voorstelling?
Dissident is geen lezing, geen debat, geen opiniestuk. Het is theater, of het wordt toch als theater geframed, wat Staal de unieke mogelijkheid biedt om met dit razend actuele materiaal iets anders te doen. Dat heeft ze niet gedaan. In Dissident worden lesjes opgedreund, net zoals in sommige klaslokalen. Van de jongeren leren we in les 10: “We hebben niet alleen een hoofd, maar ook een hart.” Is Staal vergeten dat voor een theaterpubliek hetzelfde geldt?