MinirecensiesBoeken
Deze vijf nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard
De kleuren van Anna - Sander Kollaard
Sander Kollaard (°1961), onverhoedse Libris Literatuurprijswinnaar 2020, vertrekt in zijn boeken graag van het doodgewone en het dagelijkse. Om van daaruit gewiekst bredere horizonten te exploreren. In het empathische De kleuren van Anna mijmert de ik-verteller, die net als Kollaard op het Zweedse platteland woont, over de overleden dorpelinge Anna, ooit ‘een vurige furie’ die hem aandachtig naar kleuren liet kijken. Hoofdstuktitels ‘Rood’, ‘Geel’, ‘Blauw’ en ‘Groen’ vormen de springplank naar uitwaaierende mijmeringen en beschouwingen over pakweg Shakespeare, schilder Kees van Dongen of onze blauwe planeet. Een essayistisch getinte, af en toe voortkabbelende roman die toch charmeert.
Flankhond - Bas Kwakman
Van jongs af aan gekweld door hoofdpijn: dat is het lot van schrijver en voormalig Poetry International-directeur Bas Kwakman. In Flankhond zoekt hij via dagboeknotities uitwegen voor zijn ‘continu belegerde hoofd’ dat vaak ‘in een bankschroef’ zit geprangd. Een surreële zoektocht naar genezing, onderstut door kunst, muziek en poëzie.
De landsheer van de Lethe - Paul Demets
Een nooit eerder gepubliceerde dichtbundel van Paul Demets uit 1997 ziet nu toch het licht. De landsheer van de Lethe – waarvan elke cyclus verwijst naar getijden en stromingen – is doordrongen van de Oostendse kunstenaar Léon Spilliaert (1881-1946). Spilliaerts doeken boden Demets troost bij persoonlijke gebeurtenissen. Maar ze fungeerden ook als toetssteen.
Altijd weer opstaan - Helga Schubert
“Ik ben een oorlogskind, een vluchtelingenkind en een kind van de Duitse deling”, schrijft Helga Schubert (°1940), een psychotherapeute die tien jaar onder toezicht van de Stasi stond. In haar memoir Altijd weer opstaan vertelt ze punctueel en toch aangrijpend over strijd en verzet, en over de moeizame relatie met haar moeder.
Mary - Anne Eekhout
Nog voor verschijning zoemde Mary, de vierde roman van Anne Eekhout (1981), al internationaal rond en werden uitgeversdeals beklonken. Haar saga over de tienerjaren en vroege volwassenheid van Mary Shelley (1797-1851), beroemde auteur van Frankenstein, baadt in een gothicsfeertje en kreeg een sausje van feministische en victoriaanse motieven over zich heen. Uitgangspunt is het bezoek in 1816 van Mary (en haar latere man Percy, haar stiefzus Claire en de arts John Polidori) aan dichter Lord Byron aan het meer van Genève, waar ze elkaar bij het haardvuur spookverhalen opdissen. Eekhout belicht ook Shelley’s cruciale Schotse periode, vier jaar eerder.