TipsBoeken
Deze vijf boeken zijn meer dan de moeite waard
Dirk Leyman werpt een blik op de boekenberg, kiest een handvol nieuwe exemplaren uit en proeft voor.
De Nederlandse dichteres Ellen Deckwitz mag je met een gerust hart een poëziesuperspreader noemen. Een ongevaarlijke bezigheid, gelukkig. Ze laat geen gelegenheid onbenut om ons op de geneugten van rijm, vers en klank te wijzen, op het podium, in de klas of in een krantenkolom. In Eerste hulp bij poëzie, eerder apart verschenen als Olijven moet je leren lezen en Dit gaat niet over grasmaaien, ontkracht ze onder meer het hardnekkige fabeltje dat poëzie raadselachtig of aartsmoeilijk is.
Ellen Deckwitz, Eerste hulp bij poëzie, Uitgeverij Pluim, 286 p., 26,99 euro.
--
Voor lieden die ‘graag een beetje dichterlijk denken’ terwijl ze verlangen naar Lissabon, zo typeert ex-radiocoryfee en dichter Bart Stouten zijn meanderende, nieuwe boek over de Portugese hoofdstad. Op de hem zo karakteristieke wijze mijmert hij over beminde poëten als Fernando Pessoa of de overleden Herman de Coninck. En er is die ingrijpende ontmoeting met de Iraanse jongen Nima. ‘De stad van de zeven heuvels is als een visioen in een droom, als je ze vanuit de zee nadert.’
Bart Stouten, Lissabon. Een droomwandeling, Vrijdag, 276 p., 24,50 euro.
--
Je moet Ian Buruma heten om een ingenieus, knap boek te puren uit drie zo’n schijnbaar uiteenlopende levens. Het verband? Ze smukten hun geschiedenis op en heulden met de vijand. In De fantasten schrijft de befaamde historicus over de ‘weldoorvoede levensgenieter’ Felix Kersten, privémasseur van SS-baas Heinrich Himmler, of over Friedrich Weinreb, de chassidische Jood die er prat op ging Joden te beschermen, maar ze aan de nazi’s verlinkte. En er is de ‘oosterse Mata Hari’ Aisin Gyoro Xianyu.
Ian Buruma, De fantasten, Atlas Contact, 380 p., 24,99 euro. Vertaling Arthur Wevers.
--
Korneel De Rynck, ook auteur van reisgidsen over WO I, buigt zich na de fifties (in Vroeger was alles anders) nu over de sixties en hun welvaartsexplosie. In De golden sixties kijkt hij naar de periode 1958-1973, waarin veel (technische) revoluties samenvloeiden: de doorbraak van de telefoon, de tv in de huiskamer, de opmars van supermarkt en Koning Auto. En spaghetti was hier toen heus nog een nieuwigheid. Met veel beeld, anekdotes en vooruitgangsoptimisme.
Korneel De Rynck, De golden sixties. Hoe het dagelijks leven in België veranderde tussen 1958-1973, Manteau, 336 p., 22,99 euro.
--
Voormalig hoogleraar Franse literatuur Luc Rasson is gefascineerd door 20ste-eeuwse Europese locaties die we associëren met vernietiging en dood. ‘Misschien is dark tourism niets anders dan een hedendaags memento mori.’ Hij reist naar plekken uit de Franco-tijd, het Boedapest van 1956, waar de opstand tegen communistische tanks soms met de blote vuist werd gevoerd, Mussolini’s Rome of Baltische executieoorden. En pepert ons in dat oorlog helaas de akelige motor van de geschiedenis blijft.
Luc Rasson, Donker toerisme. Reizen door het Europa van de twintigste eeuw, Ertsberg, 266 p., 27,50 euro.