MinirecensiesBoeken
Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard
Zweig
‘Het hoogseizoen in Oostende is een ononderbroken, bonte verscheidenheid van feesten en publieke evenementen’, zo opent Stefan Zweig (1881-1942) zijn sfeervolle reisimpressies over Oostende. Tussen 1902 en 1928 bezocht hij ook Belgische steden als Brugge, Ieper, Antwerpen, Leuven en Luik. Elegante reportages, nu verzameld in het hebbedingetje Het land tussen de talen, vertaald door Els Snick, met aquarellen geïllustreerd door Koen Broucke.
Eenzaat
Zijn laconieke, wat droge verteltoon is IMPAC Dublin Literary Award-winnaar Gerbrand Bakker trouw gebleven in zijn nieuwe roman, maar aan ongerijmde gebeurtenissen geen gebrek in De kapperszoon. Simon, de kapperszoon, is weer zo’n eenzaat, als in het bejubelde Boven is het stil. Zelf kapper is de passieve Simon niet gebrand op te veel klanten. Zijn vader heeft hij nooit gekend, die blijkt omgekomen bij de vliegramp op Tenerife in 1977. Waarna Simon plots fanatiek probeert te achterhalen wat er precies gebeurd is. En er banjert ook een schrijver door het boek die verbazend goed op Bakker lijkt.
Japans
Een Japanse roman die met een zekere lichtvoetigheid toch zware thema’s opdist en waarin een vermagerde herdershond de hoofdrol opeist. Na de tsunami in Fukushima wordt de dolende viervoeter opgevangen door onder meer een vrachtwagenchauffeur, een smokkelaar en een prostituee. Toch zet hij hun leven telkens op een ander spoor.
Haasse-biografie
In haar volumineuze biografie over Hella S. Haasse, gecanoniseerde schrijfster van onder meer Oeroeg (1948) en Heren van de thee (1992), legt Aleid Truijens onvermoede kanten bloot van de altijd zo minzame, soeverein ogende schrijfster. Ze vluchtte in de verbeelding, want haar 64-jaar durende huwelijk was koud en afstandelijk, wars van intimiteit. En waarom behoorde ze nooit tot de ‘Grote Drie’?