Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard

Schilder Robert Devriendt verwierf faam met zijn kleine, haast filmische reeksen schilderijen, waarin tactiliteit overheerst. Ook in zijn debuutroman Maximes obsessie weet hij dat sensuele overtuigend in woorden te vangen. In een parade van mysterieuze scènes volgen we Maxime, die zich in een verwilderd bos heeft teruggetrokken. Hij verzamelt, observeert en nodigt bezoekers uit, zoals de patserige lingerieontwerpster Edith. Devriendt ­verkent de grenzen van voyeurisme en ­escapistisch isolement, in een uitgekiende roman die de lezer meermaals misleidt.

Mededogen, milde ironie en een bedachtzame toon kenmerken het werk van ­Libris-laureaat 2020 Sander Kollaard. In De laatste dag van de koning zijn twee eerdere ­verhalenbundels hernomen, plus diverse essays, over onder meer deze cruciale vraag: is het mogelijk fatsoenlijk over geluk te schrijven?

Voortreffelijk debuut van toneelschrijfster Helena Hoogenkamp. De begeerde Louis wordt in haar roman voorwerp van fascinatie. Eerst in die vreemde zomer van 2003, later opnieuw – als Carla een relatie met een vrouw heeft en Louis een succesvol acteur is. Subtiele coming-of-ageroman met weerhaakjes.

Licht vervreemdende momentopnames over eenzaamheid, woede en verlangen legt de Berlijnse Judith Hermann vast in haar verhalenbundel Lettipark. Ze schrijft over intense ontmoetingen, relaties, kinderen en zonderlingen. De vaak weerloze personages blijven je bij, mede door de geraffineerde stijl.