Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard
Voormalig Gents stadsdichter David Troch (1977) mag er prat op gaan de uitvinder van het eenlettergreepgedicht te zijn. Dat leverde hem een nominatie op voor de Wablieftprijs. Toegankelijk én begrijpelijk is zijn poëzie alleszins. In zijn nieuwe bundel eenlettergreepverzen stelt hij de vraag wat het betekent om weg te gaan. Meer zelfs, de man voert de daad bij het woord. Lief en leed kruisen zijn pad. Troch paart lichtvoetigheid aan gevoeligheid, in deze bundel waar dag- en nachttimbres afwisselen. ‘Vrees niet, ik sluip niet plots weg / in de hoop dat je het niet eens merkt.’
‘Een mens die niet in Italië is geweest, zal altijd een gevoel van minderwaardigheid hebben’, vond de Engelse schrijver Samuel Johnson. Wie snakt naar la bella Italia, krijgt met dit lijvige boek waar voor zijn geld. Een geduldige inventaris van alle fraais in de aantrekkelijkste Italiaanse cultuursteden.
De in een streng islamitisch gezin opgegroeide Büsra is zeer bedreven in het stiekem vieren van de teugels, van afspreken met jongens tot make-up dragen. In haar memoir Ik ga leven rekent de Turks-Nederlandse Lale Gül taboeloos en met spot met haar opvoeding af. ‘Is God dan blij met mijn tragedie?’
Herman Brusselmans vist in Maanlicht van een andere planeet een van zijn beroemde alter ego’s op: Louis Tinner uit zijn klassieker De man die werk vond (1985). Kinderloos, weduwnaar en 60 jaar oud sloft hij door het bestaan, met af en toe een ontmoeting die hem even van de wijs brengt. Vintage Brusselmans? Wees maar zeker.