MinirecensiesBoeken
Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard
De immer elegant uitgedoste René Magritte (1898-1967) was steeds ‘op zoek naar wat nog nooit was gezien’. Toch leidde de nu wereldberoemde surrealist en ‘hedendaags beeldenleverancier’ een schijnbaar weinig opzienbarend leven, grotendeels in Brussel doorgebracht. De biografie van Alex Danchev – na diens dood afgewerkt door Sarah Whitfield – maakt daar komaf mee. We volgen Magrittes parcours: van de traumatische zelfmoord van zijn moeder tot de verkoop van vervalste kunstwerken, of het gedoe met de Franse surrealisten. Deze rijkelijk geïllustreerde biografie eert de unieke subversiviteit van de Belgische schepper van mysterie en droombeelden, met die onmiskenbare toefjes erotiek en afgrijzen.
De Franse conceptuele kunstenaar-auteur Edouard Levé (1965-2007) sloeg na inlevering van het manuscript van Zelfmoord de hand aan zichzelf. In dit postume boek – over de zelfdoding van een vriend - onderzoekt hij waarom iemand uit het leven stapt. Speelt de doodsoorzaak een rol in hoe je je iemand precies herinnert? Zorgt een suïcide voor ‘betekenis’?
Voormalig Gronings stadsdichter Rense Sinkgraven gaat er prat op de eerste Nederlandse duivenmelkersroman te hebben geschreven. Hij kent het wereldje op zijn duimpje, zo blijkt uit deze curieuze droogkomische roman, waarin de intuïtieve Wicher in de clinch raakt met de beredeneerde Lambert, zijn eeuwige rivaal. En ook de liefde haalt haar gram.
Stine Jensen werpt filosofische kwesties op en maakt ze in het geestig geïllustreerde De filotective behapbaar voor het jonge grut. Waarom moest Socrates de gifbeker leegdrinken? Waarover ruzieden Wittgenstein en Popper? Waarom ging Simone de Beauvoir met de billen bloot op een foto? Aan de lezer om deze raadsels uit te klaren.