BoekrecensiesBoeken
Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite waard
In Mijn nachten met Spinoza wroet voormalig Dichter des Vaderlands Els Moors diep in eigen ziel en lijf. 48 dagen lang onderzoekt ze aan de hand van 48 door Spinoza gedefinieerde ‘affecten’ (van hoop en afgunst tot wellust) haar eigen leven. Het mondt uit in onverschrokken ‘autofictie’, vol zelfverachting en zonder remmingen, “als het leven van een parasiet die nergens voor deugt”, zeker na haar relatie met de getrouwde H. Veel onverwachte ontmoetingen met great expectations en daaropvolgende ontgoochelingen, en vooral: veel seks. “Ik pretendeer dat mijn eigen leven niet meer is dan goedkoop theater.”
Tweede roman van de in 2018 veelbelovend gedebuteerde Persis Bekkering (°1987). Losjes gebaseerd op Frank Wedekinds beroemde toneelstuk Lulu (1894) volgen we Nim, een door de ravecultuur bezeten meisje. Na zich te hebben ontworsteld aan “dubieuze vaderfiguren” rijdt ze zich vast in een uitzichtloos heden. Een bezwerende trip richting leegte.
Een amper bekend aspect van onze naturalistische kolos Cyriel Buysse (1859-1932). In zijn novelle De zwarte kost uit 1898 trok hij al vroeg alle registers open tegen de wandaden van kolonialen in Belgisch Congo-Vrijstaat, nog voor Joseph Conrad en Mark Twain dat deden. Deze bundel bevat ook andere satirische teksten over Belgische Congo-bemoeienissen.
Eindelijk is er een Nederlandse vertaling van de eerste naoorlogse roman van Samuel Beckett (1906-1989). In Mercier & Camier zwerven de twee titelhelden doelloos door een stad en ‘herkennen we een Beckett die zijn stem vindt, soms als jongeman die de baard in de keel krijgt, soms met de brille van een oude meester’, aldus vertaalster Jona Hoek.