MinirecensiesBoeken
Deze vier nieuwe boeken zijn meer dan de moeite van het lezen waard
Voor het eerst waagt Christiaan Weijts zich op het terrein van de speculatieve non-fictie, met een weliswaar op ware feiten gebaseerde roman. In Furore volgt hij het turbulente leven van Tom Schilperoort (1882-1930), autocoureur, bohemien, journalist en oorlogscorrespondent. In Parijs sluit hij vriendschap met Picasso, die een jaar nadien naar Nederland komt. Voor Weijts het startsein voor een wijdvertakte ideëenroman, waarin een kunsthistoricus anno 2054 het verloop van deze ongewone vriendschap reconstrueert. Weijts leeft zich opnieuw uit in groots opgezette tableaus.
Zanger-schrijver Lieven Tavernier steekt de neus weer aan het venster met tedere kronieken en verhalen. Tlieverdje is gedrenkt in een warme Gentse atmosfeer maar brengt ook aubades aan Elvis, Edith Piaf en Françoise Hardy. Steeds weer zoekt de auteur naar milde raakpunten tussen literatuur en leven.
Ooit telde Brussel vijf vondelingen per week, nu gelukkig slechts één à twee per jaar. In haar sterk geresearchte De vondelingen wil Diane De Keyzer een naam bieden aan duizenden ongewenste en naam- loze kinderen, vroeger en nu. Van vondelingenschuiven tot voedsters: ze ziet geen enkel aspect over het hoofd.
‘Terwijl ik schrijf vliegen hoogst geciviliseerde wezens over en proberen mij te doden’, zo noteert George Orwell in 1940. De schrijver van Animal Farm en 1984 reflecteerde constant over zijn tijdperk. In Waarom ik schrijf krijgen we een staalkaart met beschouwingen over onder meer zijn jongensjaren, zijn boekverkoperstijd en politieke hangijzers.
George Orwell, Waarom ik schrijf, 383 p., 24,99 euro.