Reportage
Deze filmfreaks blijven vechten voor het bestaan van hun videotheek: "Internet vermoordt films"
Ze kijken dagelijks vijf films, weten meer over uw favoriete acteur dan IMDb en blijven volhouden in een branche die al lang werd doodverklaard. Wij ontmoetten de laatste videotheekhouders van Vlaanderen, en ontmaskerden hen als grotere filmmaniakken dan al onze filmrecensenten tezamen.
Het is inmiddels een open deur: de videotheek is al even morsdood als het postkantoor of reisbureau onder de kerktoren. De steelse blikken in het pornohoekje, knullig geplastificeerde kaartjes en de obligate boete bij het te laat inleveren: voor de meeste mensen is het nostalgie, voor tieners vandaag zelfs volledig onbekend terrein. Waar er in 2008 nog bijna 700 videotheken in ons land te vinden waren, wijst een ruwe telling nu nog op zo’n 35 overlevenden. Het merendeel intussen vooral vape shop, wedkantoor en nachtwinkel, met een stoffig hoekje Hollywoodfilms uit de jaren 2000 als alibi. De grote schuldigen: Netflix, VOD, streaming en alle gratis online varianten die het gevecht zinloos maken.
En toch. Te midden van deze kaalslag bleven hier en daar ook enkele Echte Videotheken overeind. Filmmekka’s pur sang, uitgebaat door liefhebbers die het niet voor het geld, maar wel voor de passie de titel van laatste videotheekhouders van Vlaanderen trots bekleden.
Precies zo een dinosaurus is Dolf Deelkens, eigenaar van Video 77 in Borgerhout. Winst maakt hij niet, al jaren niet meer. Wel leeft hij van de wedde van zijn vrouw. Toch denkt geen (tot op zijn heupen lange) haar op zijn hoofd eraan nu te stoppen. “Films zijn mijn leven. Elke dag kruip ik zo in de huid van een ander. Een dag zonder film, is voor mij een verloren dag”, verklaart hij zijn verbetenheid in smakelijk Antwerps. Net zoals roken of drugs, beschouwt hij films als een verslaving. “Ik wil gewoon alles gezien hebben. Zelfs slechte films kijk ik uit, uit respect voor de maker. Als ik sterf, zal ik het meeste spijt hebben van alle films die ik niet meer heb kunnen zien.”
Dat die verslaving niet altijd economisch rendabel is, zal de zestiger “worst wezen”. Meer dan 2 miljoen euro investeerde hij de afgelopen 30 jaar in nieuwe films, de klok rond stond hij zelf in de winkel. Maar op zijn spaarrekening is er geen rosse cent van over. “Ik heb altijd te veel films gekocht. Eentje overslaan, kon ik niet. Ik ben geen ondernemer. Daarin was ik vroeger al een buitenbeentje. In de jaren 90 waren hier 12 videotheekhouders binnen een straal van 500 meter, maar zij hadden het enkel over centen en procenten.”
Een bijna kinderlijke liefde voor film waarvoor alles moet wijken, het is een terugkerend mantra bij de laatste videotheekhouders. Ook Pino Cantoro van de Leuvense Videocorner zag er twintig jaar lang geen graten in om dubbele shifts te draaien als psychiatrisch verpleegkunde bij nacht, en videotheekuitbater bij daglicht. Vandaag verzekert zijn vervroegd pensioen hem van een basisinkomen naast de videotheek.
“Film heeft mijn leven gered. Ik ben een Italiaanse mijnwerkerszoon van de tweede generatie. Precies hetzelfde verhaal als Rocco Granata, behalve dat ik nooit een wereldhit schreef”, vertelt hij wanneer we tussen zijn propvolle archief schuifelen.
“Tot mijn derde groeide ik op tussen de schapen en het goede weer in Italië, erna belandde ik in de barakken die de Duitsers in Limburg hadden achtergelaten. Miezerig, grijs, grauw, zo zit het nog in mijn geheugen.” Toen hij op zijn negende voor het eerst de escapistische kwaliteiten van de bioscoop ontdekte, was hij dan ook meteen verknocht. “De cinema was vlak bij ons, dus al snel mocht ik er alleen naartoe. Dat was een openbaring. Het waren de beginjaren van de grote Romeinenfilms. Vanaf die dag ben ik blijven film kijken, en nooit gestopt.”
Filmmoord
Intussen zagen zowel Cantoro als Deelkens bijna alle films in hun collectie, respectievelijk 10.500 en 18.000 exemplaren. Wijkbewoners kennen hen als wandelende filmdatabase, die gerust de concurrentie met IMDb (Internet Movie Database) aankunnen. “Geef me een film, en ik zeg je wat er op de omslag staat. Ook van al mijn klanten weet ik wat ze graag zien. Zo geef ik telkens advies op maat”, pocht Deelkens.
Volgens beiden is het dan ook hun kennis en diverse aanbod die maken dat hun zaak vandaag nog enigszins levensvatbaar blijft. Want terwijl Telenet en Netflix zich steeds meer toespitsen op kaskrakers en eigen content, blijft de echte filmliefhebber op zijn honger zitten. Zeker nu grote kleppers als Disney aankondigden hun films én die van Fox – recent door Disney overgekocht – van Netflix te halen, brokkelt het online filmaanbod af.
“Al snel had ik door dat ik gerust ernaast kon blijven bestaan. Oude klanten komen zelfs weer terug, omdat ze beseffen dat er op het internet toch bar weinig te vinden is”, ondervindt ook Juan Barbolla van Video Express in Sint-Gillis. Al sinds de prille beginjaren maakt hij er zijn stokpaardje van om enkel films te bieden die elders niet vinden zijn. Belgische films, kleinschalige Europese films en onontdekte parels uit alle windstreken: dat aanbod vind je op Netflix noch Telenet.
“Als klein ventje werd ik verliefd op Charlotte Gainsbourg. Ik wilde haar films zien, maar kon ze bijna nergens verkrijgen. Daar wou ik verandering in brengen.” Ondertussen kun je in Video Express terecht voor Woody Allen of Wes Anderson, maar naast deze klassiekers botsen we ook op een hele rits obscure Japanse, Italiaanse en Iraanse films. “Dat is het voordeel van een videotheek: ik kan mensen leiden naar films waar ze anders nooit naar zouden grijpen. Zo is er de Braziliaanse film Historias, die ik fantastisch vind. Maar online is die absoluut onvindbaar. Zonder dat ik hem hier zou aanraden, was die film dood. Het internet vermoordt films.”
Bakfietsmensen
Gelukkig is het nog niet zover, want ook anno 2018 komen nog heel wat cinefielen met plezier uit hun luie zetel voor een film van Juan, Pino of Dolf. Terwijl we aan de toonbank van Video Express hangen is het zoete inval van studenten, regisseurs en andere bewoners van het kunstzinnige Sint-Gillis. Zelfs filmmaker Antoine Cuypers komt nog even een dvd terugbrengen voor zijn shoot. “Als klant bij een videotheek, ben je cinefiel. Anders kom je niet meer. Ik heb het geprobeerd in Elsene en Jette, maar dat hield totaal geen stand. Hier heb ik ongelooflijk veel geluk”, glundert de Spanjaard. Toen hij het een paar jaar geleden moeilijk kreeg, verenigden klanten zich zelfs in de ‘vrienden van Video Express’. Zij steunen hem financieel en nodigen elke zes weken een grote naam uit de filmwereld uit voor een selectie uit de collectie. “Zo zal Joachim Lafosse binnenkort enkele gayfilms uitlichten, ter ere van de gay pride.”
Ook in Borgerhout zijn het tegenwoordig die ‘hipsters’ en meerwaardezoekers die de videotheek op de been houden, ziet Deelkens. “Vroeger woonden hier vooral arbeiders en werklozen. Zelfs enkele Syriëstrijders staan nog in mijn klantenbestand, die heb ik echt zien radicaliseren. Maar vandaag nemen de bakfietsmensen het over. Artiesten, kunstenaars, de wereldverbeteraars: zij zien weleens graag de betere film. Zo had ik de laatste jaren zelfs Veerle Baetens, Michaël Pas en Bruno Vanden Broecke als klant.”
Meer dan een winkel, blijken de laatste videotheken dan ook vooral een belangrijke ontmoetingsplaats voor filmfans. Verhitte debatten, persoonlijke gesprekken en urenlange snuistersessies met hun klanten behoren tot het dagelijkse takenpakket. “Soms is het hier bijna een café, komen eenzamen uit de buurt meer om een pint te pakken dan een film. De meest ongelooflijke verhalen heb ik zo gehoord, maar ik zal nooit oordelen”, glimlacht Deelkens. “Mensen komen omdat ze zich hier goed voelen”, vult Barbolla aan. “Als ze zich achter de kassa willen installeren, een sigaret opsteken, een paar uur blijven: mij is het allemaal best.”
Trots wijst hij op de tientallen tekeningen, briefjes en kunstwerken van klanten op zijn muur. Opvallend veel ‘sorry, te laat’-boodschappen sieren de collectie. “Ik heb nog nooit een boete gevraagd. Ik wil dat de films gekeken worden. Ze hier laten verstoffen, daar heb ik niets aan.”
De fatale klap
Trouwe klanten, een rijk aanbod en veranderende markt: zou het kunnen dat de Echte Videotheek dan toch niet op sterven ligt, maar net een heropleving tegemoet gaat? Verschillende uitbaters kijken hoopvol naar platenwinkels, die ook eerst volledig uit het straatbeeld verdwenen en dan weer een opmars maakten. Deelkens: “Er gaan altijd mensen blijven die dat fysiek schijfje in handen willen houden, dat klakgeluidje horen van de dvd-speler.”
Toch is niet iedereen overtuigd. Volgens Barbolla is de intentie van de videotheekbezoeker heel anders dan een platenverzamelaar, ten eerste al omdat je het schijfje niet zelf bijhoudt. “Wij moeten het net hebben van het deelsysteem. Per verhuurde film vraag ik maar 2,48 euro, het exacte equivalent van 100 Belgische frank. Dat is heel wat minder dan een plaat. Ik verkoop ook geen drank of snoepgoed, want ik wil niet in het vaarwater komen van de nachtwinkels in de buurt.” De toekomst ziet hij bijgevolg allerminst rooskleurig in. “Zelf zou ik tot mijn 80ste willen voortdoen, maar het wordt stilaan egoïstisch tegenover mijn kinderen. Elk jaar dat ik het nog volhoud, is een overwinning.”
Deelkens ziet dan weer vooral (illegale) streamingdiensten zoals Popcorn Time de laatste videotheken nekken. “Recent hoorde ik in een bubbelbad twee kerels opscheppen over illegaal films kijken. Ik was woest: ik steel toch ook geen brood? Ooit kreeg ik drie weken voor de première een perfecte versie van de laatste Lord of the Rings in mijn brievenbus, maar meteen heb ik dat schijfje vernield. Ik kijk nog liever geen films, dan er niet voor te betalen. En als ik dat al zeg...”
En dan zijn er nog de uitdagingen uit onverwachte hoek, soms nog het meest fataal van al. Zo geven banale wegenwerken binnenkort de finale klap voor de ooit zo legendarische Videocorner. “Door werken op het Martelarenplein blijven de klanten weg. Erna wordt het hier een rustige fietsstraat, dus ik heb ook geen vooruitzicht. Mediamarkt, Netflix, Telenet, streaming... ik heb zoveel overleefd, maar hiervoor vind ik geen oplossing”, treurt Cantoro.
Als magere troost wordt hij binnenkort wel gehuldigd door Cinema Zed, dat een speciale tribute organiseert ter ere van Videocorner. Op het programma: de allereerste Romeinenfilm die Cantoro ooit zag. Verder verkoopt hij vanaf nu alle films tegen de huurprijs. “Iets zelf bijhouden doe ik niet, want dan zou ik 80 procent van de winkel houden. Maar dat ik films blijf kijken, staat vast. Dat kan gewoon niet anders, dat zit in mij.”