Vooruitblik
Desert Trip: Tomorrowland voor babyboomers
De komende twee weekends vindt in de Californische woestijn Desert Trip plaats, een festival met een nog nooit vertoonde line-up, een Woodstock voor oude, en welgestelde, hippies. Mark Coenen kan niet wachten om op het vliegtuig te stappen.
Geheugen, spreek.
Als het waar is dat iedereen een absolute leeftijd heeft (een uitspraak van Harry Mulisch, die beweerde eeuwig 17 te zijn), dan is die van mij ergens tussen de 12 en de 13. Maximaal 14. Veel preciezer kan ik niet zijn: ik ben vergeten hoe oud ik exact was toen ik Woodstock zag, een film die mij midscheepser raakte dan die Britse torpedo's die tien jaar later tijdens de Falklandoorlog de Argentijnse pantserkruiser Belgrano tot zinken brachten. Eerste jaar middelbaar?
Het was zeker in de Rubens, in die tijd de grootste cinema van 't Stad, in de Carnotstraat. De bus stopte op de Rooseveltplaats. Het was een woensdagnamiddag.
Niets in mijn hele leven daarvoor was maar in de verste verte te vergelijken met die mystieke ervaring in die aardedonkere cinemazaal, waar ik verdoofd mijn ogen uitkeek op het vier uur durende epos over muziek, hippies en de revolutie, die nu wel elke dag kon uitbreken, leek het wel.
En blote meisjes. Mijn god, ze waren met zovelen! En ze zaten overal! Ik kwam ogen en oren tekort. En mijn jongensbroek leek bij sommige passages in de film plots een maatje te klein.
De scènes met de ranke deernen die in het gezelschap van hun - in mijn herinnering - zwaargeschapen vrienden in een nabijgelegen vijver gingen baden: ik kan ze mij op donkere dagen nog zo voor de geest halen. Al herinner ik mij ook nog alsof het gisteren was, jammer genoeg, dat de jeugd van toen alleen maar over ontploft schaamhaar beschikte.
Ik vond dat toen niet erg, denk ik. Bloot was bloot. In geen enkele film liepen zo veel mooie mensen in hun natuurlijke staat rond, of het moest zijn in Ilsa, de wolvin van de SS, op hetzelfde moment te zien in cinema Rex, op het Astridplein. Maar dat had ik van horen zeggen.
'We are stardust, we are golden'
De farm van Max Yasgur ligt in Bethel, Upstate New York, vlak bij Woodstock, het dorpje waar in 1921 in het Overlook Mountain Hotel de Amerikaanse communistische partij was gesticht. Woodstock werd het toneel van het beroemdste popfestival aller tijden en vatte perfect de jaren 60 samen: het prerevolutionair elan, dat in Amerika gevoed werd door de Vietnamoorlog en de moorden op Bobby Kennedy en Martin Luther King, werd geconsacreerd tijdens drie dagen peace and music.
Liefde was het antwoord. Wat was de vraag alweer?
'We are stardust, we are golden and we've got to get ourselves back to the garden': zo klonk het bij Joni Mitchell, die nog altijd spijt heeft dat ze het festival gemist heeft, omdat haar manager een ander concert belangrijker vond. Het Woodstockgevoel: tegencultuur maar met bloempjes in het haar.
De pastorale romantiek, perfect gevat op 16 mm-pellicule door regisseur Mike Wadleigh en diens assistent Martin Scorsese verborg veel ongemak en ongenoegen. Drie dagen vrede en muziek, allemaal goed en wel, maar ook drie dagen met veel te weinig wc's, te veel regen, nauwelijks eten, en files die langer waren dan die op de Brusselse buitenring tegenwoordig. Modder tot over uw oren.
De helft van het publiek had niet betaald. Nauwelijks security. En een geluidsinstallatie die maar droeg tot halverwege de wei van Yasgur.
Men verwachtte 200.000 mensen, het waren er meer dan dubbel zoveel.
De affiche was een prachtige dwarsdoorsnede van de rebelse popmuziek van toen, al zaten er wat vreemde eenden in de bijt, zoals de vetkuiven van Sha-Na-Na en notoire onbekenden - die dat gelukkig zo gehouden hebben - als Quill en Bert Sommer.
Niet iedereen overleefde de montage: er waren 16 camera's, die gedurende drie dagen de klok rond hadden gedraaid: materiaal te veel dus.
Zij die wel in de film zaten, werden op slag wereldberoemd.
Joe Boyd, de toenmalige manager van The Incredible String Band, beweerde tot op zijn doodsbed dat het feit dat ze hun plaats op die regenachtige vrijdagavond afgestaan hadden aan Joan Baez, hun carrière gekelderd had. Baez ging interplanetair na het zingen van 'Joe Hill', een gevoelige ballade over een vakbondsman. Dat ging er bij de hippies in als zoete koek, hoewel haar kristalheldere stem en gitaar niet veel verder dan de eerste rijen geraakte. Te kleine boxen.
Dankzij de documentaire van Michael Wadleigh werd ze even een superster.
Ik weet dat ik na de film, knipperend tegen het helle zonlicht na 4 uur duisternis, 'I'm Going Home' van Ten Years After, met een waarlijk razende gitaarintro van Alvin Lee absoluut het hoogtepunt vond van de film. Naast de nimfgelijke vrouwen, natuurlijk. En Jimi.
Het tijdperk van de Waterman
Woodstock luidde het tijdperk van de Waterman in, als men tenminste gelooft in de twijfelachtige fabels van de dierenriem. Een tijdperk van scheppende individualiteit, non-conformisme, filantropie, waarachtigheid, doorzettingsvermogen, op liefde gelijkende vriendschap en menselijkheid begon naar verluidt na de slotakkoorden van Jimi Hendrix op de leeglopende, doorzopen wei van Max Yasgur. Amper een jaar later was Hendrix dood.
Een paar maanden na die onvergetelijke zomer van de liefde werd Meredith Hunter, een 18-jarige zwarte student doodgestoken door tot hun nok met amfetamines en sterke drank gevulde Hells Angels op het Woodstock van de westkust, in Altamont, Californië.
We schrijven 6 december 1969. Het tijdperk van de Waterman had net geen 100 dagen geduurd.
Goeie pennen, wel.
Niet het tijdperk van de Waterman, maar dat van de zomerfestivals begon met Woodstock. Tot in de kleinste boerengaten overal ter wereld, tot in het Hageland toe, worden ze georganiseerd.
De organisator van Woodstock scheurde in tegenstelling tot de Herman Schueremansen die zijn voorbeeld volgden wel fameus hun broek: Michael Lang incasseerde een verlies van 1 miljoen dollar (omgerekend naar dollars van nu: een kleine 7 miljoen).
Hij maakte dat later ruimschoots goed met de inkomsten uit de film en de iconische driedubbele lp's . Veel later werd Lang manager van Soulsister, dat zich op zijn uitdrukkelijk verzoek herdoopte in Leyers, Michiels and Soulsister, featuring de Rosse en de Cuyvers.
Pour la petite histoire: het koppel dat op de hoes van de driedubbelaar staat te verkleumen onder een slaapzak, is na 47 jaar nog altijd getrouwd. Nog geen woordeke gehad, naar het schijnt.
Oldchella
Volgende week wordt op 500 kilometer van Altamont, in de woestijn vlak bij het Joshua Tree National Park, Desert Trip georganiseerd. Het plekje heet Indio, er is een dure poloclub en het ligt vlak bij Palm Springs.
In Woodstock werd de Amerikaanse communistische partij gesticht en woonden de hippies in roze huizen, in Palm Springs en omgeving wonen de rijkste gepensioneerden ter aarde, in airconditioned paleizen van klatergoud.
Veel groter kan het verschil niet worden.
Desert Trip wordt georganiseerd door de mensen die ook het Coachella-festival hebben uitgevonden. Van Coachella naar Oldchella. Een meerdaags muziekfestival voor verwende nouveaux riches organiseren in een onherbergzame woestijn: ze hebben er in Californië al voor minder gek verklaard.
Dat was echter zonder het genie van organisator Gary Tovar gerekend, die het Coachella Valley Music and Arts Festival de talk of the town called L.A. maakte, zo hip dat half Hollywood er half bloot komt paraderen in de vip. 'It's no event, it's a state of mind.'
Als u wilt weten waar die van Tomorrowland hun mosterd hebben gehaald: het geheim ligt ergens tussen de cactussen van de Empire Polo Club .
Tovar zat ooit zeven jaar in het prison omdat hij de grootste smokkelaar van marihuana van Californië en omstreken was. Met het geld dat hij verdiende met zijn reefers, betaalde hij de hele punkscene om in Californië te komen spelen.
'Move over hippies, your time is up' was zijn mantra en Public Image Ltd, Siouxsie and the Banshees en de Anti-Nowhere League werden kind aan huis in Orange County, waar ze met bands als The Dead Kennedys and Black Flag nochtans al lawaai genoeg hadden.
Maar punk brengt niet op, en na zijn faillissement organiseerde Tovar in 1999 dan maar de eerste Coachella, met Beck en Morrissey. Nu renteniert hij en heeft hij een voorschrift van de dokter voor medicinale marihuana. The times they really are a changin'.
Desert Trip roept dat het een once in a lifetime festival is. Dat zou best weleens kunnen kloppen, want de jongste muzikant is 69 en er zijn er toch al een paar met een kwalijke hoest.
Voor de overlevenden
Spelen ten dans: de overlevenden van de sixties.
Als je je nog iets herinnert van de sixties, heb je ze niet echt meegemaakt, pleegt men weleens te zeggen, maar op Desert Trip spelen zij die het beleefd hebben én het nog kunnen navertellen.
Bob Dylan is de enige Amerikaanse act van het weekend. Lijkt een beetje raar, maar logisch als je er even over nadenkt: ik kan mij geen Amerikaanse groep uit die tijd voor de geest halen die in deze line-up zou passen. Want Hendrix en Joplin zijn dood, Creedence Clearwater Revival hebben al een decennium ambras en de Jefferson Airplane is met pensioen. The Incredible String Band is gesplit omdat ze niet in de film zaten.
Dylan past overal.
The Who en Neil Young stonden al op Woodstock. De middelpuntvliedende gitaren van Pete Townshend, Keith Moon die in 1978 op zijn 32ste zijn drumstokken aan Maarten gaf maar in Woodstock de tentzeilen van het dak speelde, en een Roger Daltrey in manische topvorm: benieuwd wat daar van overblijft na een halve eeuw. The Who is in Italië op tournee om zich voor te bereiden op de Desert Trip-concerten. Daar vinden ze Deep Purple en Yes ook nog top, dus ik houd mijn hart vast.
Neil Young was op Woodstock het slechtgezinde aanhangsel van Crosby, Stills & Nash, die zich, wegens statutair cokemisbruik, eigenlijk The Frozen Noses wilden noemen toen de band werd opgericht.
Young bleef het toppunt van dwarse, geëngageerde eigenzinnigheid: er is geen goed doel of hij heeft er al geld voor opgehaald. Zeker als het gaat over natuurbehoud en milieu. Recent maakte hij nog een lied voor de protesten tegen de oliepijplijn in Arizona. Hij speelt tegenwoordig met Lukas and Micah Nelson, de zonen van Willie: de kans is groot dat hij vader ook op het podium haalt, volgende week.
Ook Roger Waters, die ooit met Pink Floyd een dubbel-lp schreef over een muur die te vergelijken is met de muur die Donald Trump wil bouwen tussen de States en Mexico, kan niet ontbreken. Hij mag, ongetwijfeld symbolisch, de laatste dag afsluiten, net op het moment dat het derde debat tussen Clinton en Trump live gaat in alle Amerikaanse huiskamers.
Paul McCartney bewees met zijn passage tijdens het festival in mijn achtertuin vorige zomer dat de botox nog goed zit, maar dat de stem gevaarlijk begint uit te schuiven: geen méns die daarop gaat letten, volgende week. Wordt hét feelgoodmoment.
En de Rolling Stones mogen de festiviteiten openen. Dat is een goed idee, want dan is de toon meteen gezet: iedereen met oren aan zijn hoofd hoort dat de bompa's lawijt het muzikale peil van hun beste periode evenaren. We spreken hier over echt heel lang geleden, toen ze met Get Yer Ya-Ya's Out! de definitieve liveplaat van de jaren 70 maakten. Ik heb nooit gesnapt waarom ze die onnozelaar van een Ron Wood hebben binnengehaald, maar hij is gelukkig nog in zijn proefperiode, want hij is nog maar lid sinds 1976.
Peace, love and luxury
Desert Trip wordt het festival waarop de babyboomers hun jeugd ritueel ten grave dragen: die heeft al veel te lang geduurd trouwens, die knarren zijn allemaal boven de 60.
Dat gebeurt wel in stijl en met alles d'erop en d'eraan.
De tickets kosten een arm en een been, maar toch bleven de goedkoopste (199 dollar, 177 euro) het langst onverkocht. Het mocht blijkbaar iets kosten: de oudere jongeren hebben er tot 1.599 dollar (1.425 euro) voor over om in een luxueuze tuinstoel naar de concerten te kijken.
Once in a lifetime, out of their pocket.
Er zijn campings met royale tenten en stemmige regendouches, honderd Sergio Hermannen uit heel het land komen duur koken en er wordt gevraagd om te betalen met Apple Pay. Er zijn tipi's te huur met uitzicht over het meer. Yoga en pilates. Riksja's om mee rondgevoerd te worden. Ongetwijfeld genoeg weed om iedereen gedurende drie dagen met een beate glimlach te laten rondlopen. Groovy, man. Er is een reusachtige fototentoonstelling, de grootste vintage fotoverzameling ooit, in een tent van 3.000 vierkante meter, met lounge en bar. Men schenkt er dertig verschillende soorten wijn.
Yesterdayland, van alle comfort voorzien. Aan de uitgang staat een batterij defibrillators.
Zijn de festivals van nu Carrefours met veel te veel bands, hier komt de fijnproever aan zijn trekken: zes bands, met stamboom, met daartussen veel tijd om te recupereren. Net zoals het was in de beginjaren van Torhout-Werchter, waar de discussie over de negen uitverkorenen op de affiche haast belangrijker was dan het festival zelf.
Men verwacht een omzet van 160 miljoen dollar. Peace, love, music and cash.
Michael Lang broedt dan weer op een nieuwe editie van Woodstock, over drie jaar, als het festival 50 wordt. Drie jaar: dat is voor de bands die nu op Desert Trip staan nog een eeuwigheid.
Daar ga ik niet op wachten. En ik neem geen zwembroek mee. Je weet maar nooit.
U kan de belevenissen van Mark Coenen op Desert Trip volgen op de Instagram- en Snapchataccounts (de.morgen) van De Morgen.