Dertien eigen woningen architecten worden beschermd
Dertien eigen woningen van belangrijke Vlaamse architecten worden voorlopig beschermd. Vlaams minister Dirk Van Mechelen (Open Vld) heeft daarvoor de procedure ingezet. Hij moet binnen het jaar beslissen of de bescherming definitief wordt.
Concreet gaat om woningen van architecten die iets betekenen of betekend hebben in de Vlaamse, Belgische of zelfs internationale architectuurwereld en hun stempel drukten op een bepaalde periode. De eigen woning is daarbij meestal typerend voor een bepaalde periode in de carrière van de architect of net een synthesemoment van een lange evolutie.
De 13 geselecteerden zijn de eigen woningen van de architecten Lode Wouters (Deurne, 1961), Paul Neefs (Oud-Turnhout, 1965), bOb Van Reeth (Mechelen, 1969), Antoon Blanckaet (Aalst, 1932), Juliaan Lampens (Eke, 1960), Jean Van Den Bogaerde (Sint-Martens-Latem, 1966), Pieter De Bruyne (Aalst, 1970), Willy Van Der Meeren (Tervuren, 1955-1956), Fernand Brunfaut (Meise), Peter Callebout (Nieuwpoort-Bad, 1956), Axel Ghyssaert (Brugge, 1960), Georges Vandenbussche (Tielt, 1960-1970 en Marc Dessauvage (Loppem, 1972-1980). (belga/dm)