InterviewMichiel Ceulers
De wedergeboorte van schilder Michiel Ceulers in Mechelen: zo authentiek als een dragqueen
Even leek hij weggedeemsterd, maar nu is hij helemaal terug: ontdek de wilde onfrisheid van kunstenaar Michiel Ceulers in De Garage in Mechelen. ‘Ik opereer op de grens van smaakvol en smakeloos.’
Tien jaar geleden was Michiel Ceulers (35) al een tijdje hot en trending. Hij zat nog op school (KASK Gent, Rijksacademie Amsterdam) toen hij werd gelanceerd door de Antwerpse galerie Maes & Matthys, die nu jammer genoeg niet meer bestaat.
Zijn overwegend abstracte schilderijen vlogen de deur uit. Iedereen was gek van die moiré- en rasterpatronen vol vlekken en vegen. Ze hadden iets bevrijdends. Abstract hóéft niet synoniem te zijn met afgemeten en afgelikt, of met mysterieus en sacraal, leken ze te zeggen. Iemand typeerde zijn werk als dirty abstraction. Nagel op de kop.
De jonge kunstenaar kreeg vleugels, en geld, en vloog hoog: een galerie in Londen en in Los Angeles, en ook nog eentje in Madrid. Maar in eigen land werd het na pakweg 2012 stil rond zijn persoon. Je hoorde dat het hem voor de wind ging, met name in L.A., en dat zijn zelfbewustzijn zeker niet was afgenomen. Michiel Ceulers is zo’n kunstenaar die, als je hem complimenteert met zijn werk, steevast antwoordt: “Ja, ik weet het, het is geweldig”.
Rond 2015 waren ook de buitenlandse avonturen afgelopen. Je hoorde dat hij weer in Gent woonde, en vervolgens in Brussel, en dat hij deeltijds in cafés werkte om aan de kost te komen. Nu klimt hij opnieuw op het podium.
Fluorescerende kanaries
Het is de vooravond van zijn feestelijke opening in De Garage in Mechelen. De kunstenaar overschouwt wat hij heeft aangericht. Kin omhoog, borst vooruit, armen op de rug. Zijn galeriste in L.A., waar hij afgelopen zomer ook opnieuw tentoonstelde, noemt hem Little Napo. Kleine Napoleon.
De titel van de nieuwe expo is: Comment tuer l’amant de sa femme quand on a été élevé comme moi dans la tradition? Het is een regel uit een chanson van Jacques Brel, die op poëtische wijze uitdrukt wat de schilder zich afvraagt: hoe blijf ik gevaarlijk en radicaal? Hoe vernieuw ik een medium, de schilderkunst, waarin het domweg onmogelijk is geworden om nog origineel te zijn?
Er is werk uit zijn beginperiode, maar ook veel gloednieuw werk. Het eerste wat opvalt, is dat het nieuwe werk overwegend figuratief is.
“Ik wil een niet-narratieve kunstenaar zijn”, zegt Ceulers. “Ik hou niet van kunst die talig is, van schilderijen waar je lange begeleidende teksten bij nodig hebt om ze te kunnen begrijpen. Aan de academie loste ik dat op door carrément abstract te gaan. Ondertussen kan ik hetzelfde effect ook bereiken met figuratieve schilderijen.”
Als de expo in Mechelen iets aantoont, dan wel dat het werk van Michiel Ceulers nog niets van zijn frisheid heeft verloren. Of moeten we zeggen: van zijn onfrisheid? Want tegenwoordig werkt hij met afval en recuperatiematerialen die hij in Brussel uit de goot raapt. Van stukken wrakhout maakt hij paneeltjes, lappen textiel gebruikt hij als canvas, met repen karton en piepschuim kadert hij zijn schilderijen in, met plastic flessen en kippengaas maakt hij sculpturen.
Michiel Ceulers: “Ik doe dat omdat een klassiek canvas mij angst aanjaagt. Ik heb de neiging erop te blijven kliederen en alles dood te schilderen. Maar als mijn ‘drager’ al een identiteit heeft, of zoals recupmateriaal al een beetje geleefd heeft, dan kan ik echt toewerken naar dat moment waarop er ineens een op zichzelf staand kunstwerk ontstaat. Voor mij is een schilderij af als het een object met een eigen karakter is geworden, waar ik mezelf nog nauwelijks in herken. Het schilderij-als-object vind ik trouwens belangrijker dan wat er wordt afgebeeld. Als je in deze tijd je schilderijen rond de afbeelding laat draaien, ben je verloren. Dan verzuipen ze in de tsunami van beelden die elke dag op ons afkomt via de sociale media. Originaliteit bereiken in wat je afbeeldt, is onmogelijk geworden. Maar je kunt wel nog eerlijk en authentiek zijn in de manier waarop je je werk assembleert.”
Er zitten veel kanaries in deze show, vaak uitgevoerd in fluorescerende, elektriserende kleuren. Je kunt ze zien als de kanaries uit de koolmijn, die verwijzen naar een onheil dat in de lucht hangt, maar ook gewoon als parmantige ijdeltuiten.
Oprecht nep
In de monografie die ter gelegenheid van de expo verschijnt, wordt gezegd dat de kunst van Michiel Ceulers fundamenteel queer is. Hoezo?
“Queer zoals een dragqueen queer is”, preciseert Ceulers. “Gemaakt om te verleiden, met veel blingbling, maar als je dichterbij komt zie je dat het trash is: cheap, nep, gezichtsbedrog. Queer in de zin van vreemd, overdreven, pervers en voor sommigen verwerpelijk. Op de grens van smaakvol en smakeloos. Als een dragqueen lipsynct, weet je dat het niet echt is, maar toch is de kopie vaak doorleefder, meeslepender, overtuigender dan het origineel. Dat is het soort authenticiteit die ik nastreef. Nep, maar eerlijk en oprecht.”
Een schilderij met alleen het woord ‘aids’ erop heeft als titel Anal Injected Death Syndrome. Ceulers weet sinds 2017 dat hij hiv-positief is. “Dat is iets raars”, zegt hij. “Je diagnosticeert jezelf als ziek, terwijl je het helemaal niet bent. De medicatie onderdrukt het virus dermate dat het niet meer besmettelijk en zelfs niet meer meetbaar is, en zich niet tot aids kan ontwikkelen. Als die medicatie er niet was, zou ik een vogel voor de kat zijn. Daar heb ik tijdens de eerste covidgolf vaak aan moeten denken.”
Michiel Ceulers, De Garage/Hof Van Busleyden Mechelen, tot 20 februari 2022.