RecensieOorlogsfilm
‘De slag om de Schelde’ is een film voor het serietijdperk ★★★★☆
Geld mag dan niet gelukkig maken, met een budget van 14 miljoen euro kan je wel een goede film maken. De slag om de Schelde - de op één na duurste Nederlandse film ooit - mixt grandioze gevechtsscènes met persoonlijke verhalen over verzet en collaboratie.
Het zijn de maanden na D-day, in het begin van De slag om de Schelde. Een kaart van Europa toont hakenkruisvlaggetjes die gestaag worden verdrongen door oprukkende vlaggen van Engeland en Canada. Zeeland is nog in Duitse handen, blijkt uit een close-up, maar de komst van de geallieerden lijkt nabij. Op straat in Vlissingen is de sfeer begin september gespannen doch hoopvol. ‘Het is voorbij’, loopt een vriendin van artsendochter Teuntje (Susan Radder) op de zaken vooruit. ‘We zijn van ze af.’
Dat valt tegen. Teuntjes broertje Dirk, als fotograaf werkzaam voor het verzet, gooit in een opwelling een steen naar een Duitse truck en veroorzaakt een dodelijk ongeluk. Hij ontsnapt, maar wordt herkend. Als een nazikolonel bij Teuntje en haar vader (zeer fraaie bijrol van Jan Bijvoet) voor de deur staat, op zoek naar Dirk, beschermt ze haar broer en maakt ze binnen een oogwenk zelf deel uit van het verzet.
Ondertussen hebben we op dit moment kennisgemaakt met de Engelse piloot William (Jamie Flatters), die neerstort in de Zeeuwse polder, en de naar de Duitsers overgelopen Nederlander Marinus (Gijs Blom). Het verteltempo ligt moordend hoog in De slag om de Schelde. Terwijl de strijd om de bevrijding van Zeeland toewerkt naar de slag in de filmtitel - een D-day-achtige zelfmoordmissie waarbij de nazi’s van de strategisch cruciale Sloedam werden verjaagd -, worden de verhaallijnen van Teuntje, William en Marinus op soms virtuoze wijze versneden.
De strakke regie van Matthijs van Heijningen en het plotgerichte scenario van Paula van der Oest maken hun avonturen meeslepend, als de filmequivalent van een pageturner. Een oorlogsfilm voor de seriegeneratie, zou je De slag om de Schelde ook kunnen noemen. Zeker als de film volwaardig op stoom raakt, eindigt de ene na de andere scène in een cliffhanger. De spectaculaire vliegtuigcrash vanuit het perspectief van de cockpit eindigt doodleuk op het moment van impact – om enkele verhaalwisselingen verder pas weer door te gaan. Opwindende cinema, al gaat de dwingende verteltechniek soms ten koste van de personages en hun identiteit, hun keuzen en de gevolgen van die keuzen.
Tegelijk tekent dit de ambitie van de makers: zij creëerden een doordenderende spektakelmachine, met gevechtsscènes die linea recta uit de openingssequentie van Saving Private Ryan lijken te komen, maar ze geven óók voorzetjes op vragen over ideologie en aansprakelijkheid, over de kracht van eindeloos opgediste leugens en de noodzaak van verzet.
De slag om de Schelde, vanaf 15 oktober op Netflix