DubbelinterviewStany Crets & Ann Van den Broeck
‘De politiek kent de cultuursector niet, zoveel is duidelijk’
Ze zagen dit jaar voorstelling na voorstelling wegvallen. En de frustratie bij acteur-regisseur Stany Crets en zijn vrouw, musicalactrice en zangeres Ann Van den Broeck is sinds donderdag nóg groter. ‘De politiek kent de cultuursector niet, zoveel is duidelijk.’
Het is alsof ze in een tunnel zonder licht zitten, klinkt het misschien een beetje contradictorisch vanaf hun zonovergoten terras. “Een tunnel waarin de gps niet aangeeft wanneer je eruit kunt”, zegt Stany Crets. “En je elk moment zonder benzine kan vallen. Dat vat het zowat samen.”
Hij en zijn vrouw Ann Van den Broeck hebben er enkele maanden opzitten die nogal ‘dubbel’ waren. Enerzijds liepen agenda’s leeg, zagen ze een ware ravage aangericht worden in hun sector en hebben ze tot op vandaag niet het perspectief waar ze op hoopten. Anderzijds haalde de verplichte rust veel druk van de ketel en hebben ze er vooral als koppel deugd van gehad. “Hoe we dat gedaan hebben?”, lacht Ann Van den Broeck. “We zijn de eerste weken beginnen aperitieven om vijf uur. En dat zijn we gewoon blijven doen.”
Maar donderdag, na de beslissing van de veiligheidsraad, kreeg de frustratie weer de bovenhand. Er werd wel beslist om meer publiek toe te laten bij evenementen – tweehonderd mensen binnen en vierhonderd buiten – en vanaf september kan daar flexibel mee omgegaan worden, mits de goedkeuring van burgemeester en minister. Maar dat is bij lange na niet wat de sector zelf gevraagd had, zijnde het loslaten van die maximale aantallen en de zalen voor 60 procent mogen vullen. “Voor grote producties is het nog altijd totaal niet rendabel”, zegt Van den Broeck. “Als wij Mama Mia (de musical van Crets waarin Van den Broeck de hoofdrol speelt, CG) voor tweehonderd mensen moeten spelen, dan gaan we failliet. We zitten bijna met meer volk op en achter de schermen dan er in de zaal mogen.”
Toch leek de bevoegde minister van Cultuur, Jan Jambon (N-VA) jullie teleurstelling niet te begrijpen. Hij noemt het systeem met de uitzonderingen vanaf september veel efficiënter.
Crets: “Het toont aan dat men de sector niet kent. Men verwart vaak de professionele activiteiten met niet-professioneel georganiseerde evenementen.
“Het is duidelijk dan men ons gewoon niet vertrouwt. Er is al sinds 12 juni een sectorgids waarin van A tot Z beschreven staat hoe we te werk kunnen gaan. Hoe mensen van hun auto naar de zaal geraken, hoe ze de voorstelling kunnen zien en daarna veilig thuis geraken. Met de grootste verantwoordelijkheid wat betreft het besmettingsrisico. Die gids hebben de virologen mee goedgekeurd. Maar als puntje bij paaltje komt, beslist men iets anders. Dan zeggen ze: er moeten maar eens twee niet-professionele organisatoren zijn die de sectorgids aan hun laars lappen. Dus houden ze de hele sector op slot. Dat is hetzelfde als van een autoloze zondag een autoloos jaar maken om geen verkeersdoden te hebben. Een makkelijkheidsoplossing. Terwijl we net moeten proberen te leven met dit virus en we methoden hebben gevonden om dat zo veilig mogelijk te doen. We vragen gewoon een gelijkwaardige behandeling als andere sectoren.”
Van den Broeck: “Je maakt de mensen bang. Als ze voortdurend hameren op dat besmettingsgevaar, dan gaan mensen denken dat het theater een brandhaard is. Terwijl wij weten dat er alles aan gedaan wordt om zoveel mogelijk risico’s uit te sluiten. Ik ben heel bang dat als dit nog lang blijft duren, het jaren kan duren vooraleer we weer volle bak in een grote zaal kunnen spelen. Omdat mensen te bang zullen zijn om te komen.”
Volgens sommigen is coronaproof werken bij grote voorstellingen en evenementen met veel volk onmogelijk. Ziekenhuizen proberen ook al jaren infectievrij te werken en zijn daarin gespecialiseerd. Ook daar zijn er nog infecties.
Crets: “We kunnen natuurlijk geen garantie geven, maar wel zoveel mogelijk risico vermijden.”
Van den Broeck: “Dat geldt toch voor alle sectoren? Niemand kan dat garanderen. Maar zij mogen wel werken. Het is jammer dat we tijdens de zomer niet de kans hebben gekregen om te tonen hoe het zo optimaal mogelijk kan. Dan hadden we in september een stapje verder gestaan. Dan konden de grote producties die in november en december in première moeten, zich deftig voorbereiden. Nu kan dat nog altijd niet. Stel dat ze in oktober een fiat krijgen, dan is het te laat om bijvoorbeeld decors te bestellen en te beginnen. Laat staan dat de mensen nog tickets gaan kopen.”
Er is nu maximaal ingezet op het openen van de scholen, met weinig ruimte voor bijkomende versoepelingen. Is dat niet ergens begrijpelijk?
Crets: “Tja, als ze zeggen: we doen onderwijs open want dat is van algemeen nut, is daar natuurlijk weinig tegen in te brengen. Maar moet de rest daarvoor wijken? Dan houden ze er geen rekening mee dat het hier gaat om 80.000 mensen die in de cultuursector werken en daardoor bedreigd zijn. Dat is een sociale en maatschappelijke ramp. Ik vind dat een zwaktebod.”
U heeft het over algemeen nut. Zit daar niet de clou? Dat men het algemeen nut van cultuur te weinig inziet?
Crets: “Natuurlijk. Je merkt dat aan de reacties van sommigen. Ze zien het eerder als een hobby. Maar cultuur zit zo verweven in de maatschappij dat als je de stekker eruit zou trekken een groot deel van de mensen geen zuurstof meer krijgt. Dat beseffen velen niet, dat het mee het maatschappelijk weefsel bepaalt. Ik zeg niet dat cultuur het skelet is van een lichaam, maar laat ons zeggen dat wij toch de lever zijn.” (lacht)
U zei daarnet dat de politiek de sector niet kent. Zit er niet een stuk verantwoordelijkheid bij de sector? Jullie lopen niet bepaald de kabinetten plat, zoals andere lobbygroepen.
Van den Broeck: “Dat is nu met de Crisiscel Cultuur die opgericht werd tijdens de coronacrisis wel het geval. Zij zijn supergoed bezig. Niet alleen Stany, al is bij hem duidelijk de vakbondsman naar boven gekomen. Maar al die mensen zijn daar keihard voor aan het werken, vaak dag en nacht. Petje af dat ze zo blijven vechten.”
Crets: “De sector is sowieso versnipperd. Dat is de aard van het beestje. Er was inderdaad weinig eenheid. Die komt er nu wel. We proberen met de crisiscel om de beleidsmensen te sensibiliseren. Hen te doen luisteren. De meesten van ons hebben een carrière van vele jaren. We weten hoe het er aan toe gaat in onze sector. Maar op die kabinetten komen ze soms compleet uit de lucht gevallen.”
“Onze sector werd al jaren verwaarloosd. Het is volgens mij zo’n post die ministers eigenlijk niet willen. Ik stel me soms voor dat die bij de verdeling op tafel blijft liggen. Dat ministers een spelletje zwarte pieten spelen. Wie met de piet blijft zitten, krijgt Cultuur. Zoiets. (lacht) Maar misschien komt er uit dit alles nog iets goeds. De sector spreekt nu uit één mond en we proberen de politiek te doen luisteren. In de toekomst zou dat beter moeten gaan.”
Jullie werken als koppel allebei in deze sector waar harde klappen vallen. Hoe gaan jullie ermee om?
Van den Broeck: “Dat was in het begin slikken. Vooral omdat we met Mama Mia net in première waren gegaan toen de lockdown volgde. Eerst denk je dan: oké, laat ons het beste maken van deze verplichte vakantie. Maar als je ziet dat alle producties, voorstellingen en concerten een na een geschrapt of verplaatst worden, slaat de schrik je om het hart.”
“Voor mij was het mentaal een stuk moeilijker dan voor Stany. Hij is het gewoon vanaf april een rustigere periode te hebben waarin hij zijn tuin induikt en zijn brein reset om daarna weer een jaar creatief te kunnen zijn. Ik heb gemerkt dat ik het samen optreden echt miste.
“Al hebben we niet helemaal stilgezeten. Stany en ik werken samen aan een musical en ik heb intussen een boek geschreven, iets waar ik verder nog niets mag over zeggen.”
Crets: “Ik ben vooral blij dat we er als koppel goed uitgekomen zijn. Dat is niet evident. We zitten hier, met ons twee en de kinderen, in een aangename bubbel. Je leeft op een rustiger manier waardoor je vaak meer aanvaardt van elkaar dan wanneer het druk en hectisch is. Op een bepaald moment is bij mij het besef gekomen: we kunnen dit aan. We kunnen financieel nog efkes door en eigenlijk zitten we hier thuis goed. Dat gaf een zekere rust.
“Maar het is wellicht veel lastiger voor mensen die maar pas in het wereldje zitten. Ik zei het gisteren tegen Peter Van den begin. Dat wij blij mogen zijn dat we op dit punt in onze carrière zijn aanbeland waardoor je ook financieel een reserve hebt. Als je nu moet starten, is het geen pretje. Ik kan me goed voorstellen dat ouders tegen hun kinderen zeggen: ‘Vergeet die artistieke carrière.’ Dat zeiden ze in onze tijd ook natuurlijk, maar nu zou ik als kind wel drie keer nadenken of ze geen gelijk hebben.” (lacht)
Hoe kijken jullie naar de komende maanden?
Crets: “Moeilijke vraag. We hopen dat het snel betert. Ik hoop nog altijd dat we de Sound of Music tegen december op de rails kunnen zetten. Dat we daarna verder kunnen zoals gepland. Is dat niet het geval, dan ga ik hier in mijn tuin de seizoenen zien voorbijkomen. In de lente begin ik opnieuw te snoeien.”
Van den Broeck: “Ik kan bij mijn broers in de fietswinkel gaan werken als het op cultureel vlak niets wordt, want fietsen verkopen is wel een branche met perspectief.” (lacht)
Crets: “Ik heb ook nog een kleine ambitie: imker worden. Ik heb me recent verdiept in het houden van bijen en misschien koop ik volgend seizoen wel enkele bijenkasten. Dan helpen we daar nog het ecosysteem mee, ook.”