PortretFrancis Alÿs
‘De man die bergen verzet en zeeën verkleurt’ vertegenwoordigt België op Biënnale van Venetië
Vandaag gaat de 59ste Biënnale van Venetië open voor het publiek. Vlaanderen en België worden er vertegenwoordigd door een man met een grote reputatie en een onbekend gezicht. Portret van een antister.
Toen Vlaanderen een kunstenaar moest selecteren om België te vertegenwoordigen op de 59ste Biënnale van Venetië, zat de regering-Jambon nog maar net in het zadel. Het was een regering zonder minister van Cultuur – dat deed minister-president Jambon er in de vrije uren wel even bij – en zonder grensverleggende plannen voor de Vlaamse cultuur, behalve dan het voornemen om een bloedbadje aan te richten onder de linkse culturo’s die de subsidies wegslurpen. In zijn beleidsplan stelde de deeltijdse minister zich vooral tot doel het Vlaamse erfgoed en de Vlaamse identiteit uit te venten in dorp en wereld.
En wat deed de jury die, uit naam van Jambon, onze vertegenwoordiger voor Venetië moest aanduiden? Ze koos voor de meest kosmopolitische kunstenaar uit het aanbod. Een man wiens enige link met Vlaanderen lijkt te zijn dat hij er in 1959 werd geboren, zij het in een Franstalig gezin. Een man die architectuur heeft gestudeerd in Doornik, en die in 1986 naar Mexico is vertrokken om nooit meer terug te keren. Een man die ondertussen de dubbele nationaliteit heeft, Belg en Mexicaan, en die de wereld als zijn werkterrein beschouwt. Zijn werk was overigens al eens eerder te zien op de Biënnale: in 2017, in het Iraaks paviljoen. Zijn naam is Francis Alÿs.
Geniale zet, al mag betwijfeld worden dat de deeltijdse minister van Cultuur zich daarvan bewust was. Want naast een halve Belg is Francis Alÿs ook een van de meest authentieke, integere en gerespecteerde hedendaagse kunstenaars van de planeet. Zou het nieuwe Vlaamse cultuurbeleid dan toch niet zo kneuterig worden als werd gevreesd?
Mystery man
Op YouTube circuleert een filmpje, getiteld A brief history of Francis Alÿs, waarin leven en werk van de kunstenaar wordt samengevat in vijf minuten. Handig, want Alÿs is toch een beetje een mystery man. Niet alleen omdat hij doorgaans in verre contreien actief is. Ook omdat hij zich, in tegenstelling tot collega’s met dezelfde status, niet het aureool van de geniale scheppende kunstenaar aanmeet. Alÿs ziet zichzelf veeleer als een verloskundige. Iemand die helpt visuele poëzie ter wereld te brengen. Soms door gewoon te observeren, soms door een handje toe te steken en te regisseren. Hij maakt ook tekeningen en schilderijen, maar zijn bekendheid heeft hij te danken aan ‘publieke acties’ die hij vastlegde op video.
Het hart van Alÿs’ oeuvre vormen de zogenaamde paseos: lange wandelingen waarop hij met een camera registreert wat hem opvalt of toevallig overkomt, of tijdens dewelke hij een ogenschijnlijk absurde ‘actie’ uitvoert.
Zo volgde hij in Mexico-Stad het wedervaren van een plastic fles die over een plein waaide. Toen de omstanders merkten dat de fles ‘gevolgd’ werd door een man met een camera, begonnen ze haar traject te beïnvloeden door ze in alle mogelijke richtingen te schoppen. Op het einde liep de aanklampende cameraman, Francis Alÿs zelf, domweg tegen een rijdende auto aan. Besluit, in de woorden van Alÿs: “Sometimes making something leads to nothing. And sometimes doing nothing leads to something.”
Op een andere ‘wandeling’ duwde hij een grote blok ijs door de straten van Mexico-Stad, negen uur lang, tot hij volledig gesmolten was en er enkel een klein plasje water op een stoeptegel overbleef.
Zeeën kleuren en bergen verzetten
In 2010 vulde hij in Trabzon, Turkije, een emmer met water uit de Zwarte Zee. Hij toog ermee naar Aqaba in Jordanië, waar hij de emmer leeggoot in de Rode Zee. Watercolor, zo heet dat werk.
Zijn beroemdste werk - When Faith Moves Mountains, ‘Wanneer geloof bergen verzet’ - realiseerde Alÿs in 2002. Met de hulp van 500 vrijwilligers, allen gewapend met een spade, verplaatste hij in een landschap even buiten de Peruaanse hoofdstad Lima een grote zandduin... een paar centimeter. Maximum effort, minimal result, was het motto van die actie. Een verwijzing naar de situatie in veel landen van Latijns-Amerika, waar minimale sociale hervormingen altijd geweldig veel moeite en tijd kosten.
De poëzie van het toeval, radicale concentratie en absurde humor zijn de belangrijkste ingrediënten van Francis Alÿs’ werk. En politiek, niet te vergeten.
In 2004 maakte hij een wandeling van 24 kilometer door Jeruzalem. Uit een geperforeerde pot die hij meedroeg, liet hij groene verf lekken. Op die manier trok hij een spoor door de stad dat de grens tussen Israël en Palestina, die sinds 1948 bekendstaat als ‘de groene lijn’, opnieuw zichtbaar maakte.
Voetbal zonder bal
Maar Alÿs’ meest hartverscheurende politieke werkstuk is zonder twijfel Haram Football, een video die hij in 2017 draaide in Mosoel, Irak. De stad was toen net bevrijd, de verhalen over de wreedheid en de absurditeit van het IS-regime kwamen los. Alles was haram, verboden, in IS-gebied: schoonheidssalons, het tekenen of afbeelden van menselijke figuren, alle boeken behalve de Koran, en zowat alle vormen van sport, spel en vertier. Ook voetbal, want dat wordt gespeeld in blote billen en kan leiden tot de verering van andere idolen dan Allah. In januari 2015 werden in Mosoel dertien kinderen voor de ogen van hun ouders geëxecuteerd omdat ze naar een voetbalwedstrijd op tv hadden gekeken. (Jordanië-Irak, Irak won met 0-1.)
Francis Alÿs registreerde de reactie van de kinderen van Mosoel op het voetbalverbod van IS: ze speelden voetbal zonder bal. Of liever: ze speelden met een imaginaire bal, maar met evenveel vuur en inzet. Voetbal als een spontane vorm van satire en verzet.
Haram Football maakt deel uit van een serie video’s waar Alÿs in 1999 mee begon: de kinderspelen. In alle hoeken van de wereld capteert en documenteert hij de spelletjes die kinderen in de publieke ruimte spelen. Hij heeft er ondertussen al meer dan dertig vastgelegd, in Afghanistan en Hongkong, Canada en Congo, Mexico en Costa Rica, België en Zwitserland. Op de Biënnale van Venetië worden dertien films uit die reeks geprojecteerd. Twaalf daarvan werden de afgelopen twee jaar gedraaid, tijdens de pandemie. Francis Alÿs heeft het Belgische paviljoen in de Giardini met andere woorden omgebouwd tot een grote speeltuin. De titel van zijn installatie is The Nature of the game.
Kunstenaar-antropoloog
“Francis gaat te werk als een kunstenaar-antropoloog”, zegt Hilde Teerlinck. Zij is de curator die Alÿs naar voren schoof voor Venetië en de expo met hem voorbereidde. “Hij begeeft zich vaak naar conflictgebieden, en dan is het observeren van spelende kinderen een zachte manier om inzicht te verwerven en binnen te dringen in de maatschappij. In hun spelletjes zitten vaak maatschappelijke codes verstopt. Net zoals kinderspelen ook overlevingsmechanismen kunnen zijn, een manier kunnen zijn om traumatische gebeurtenissen te verwerken. Haram Football is een goed voorbeeld.”
“Francis Alÿs is vooral een heel eerlijke, positieve kunstenaar”, aldus Teerlinck nog. “Hij forceert niets. Hij heeft nooit een masterplan. Hij reist naar waar hij wordt uitgenodigd. En eens hij ergens is, wordt hij een spons. Hij verwondert zich over wat hij ziet. Hij cijfert zich weg en verdiept zich in anderen. Als je mij vraagt waarom hij een ideale vertegenwoordiger van Vlaanderen en België is op deze Biënnale, dan zeg ik: dààrom, vanwege zijn enorme empathische vermogen en zijn absorptievermogen. Dat is toch de rijkdom van de Vlaamse en Belgische cultuur? Wij reizen, wij kijken over onze enge grenzen. Wij stellen ons open en pikken dingen op.”
Francis Alÿs is naar eigen zeggen blij, zelfs ontroerd, dat hij weer terug is in Venetië. Hij heeft er in de jaren tachtig nog een tijdje architectuurgeschiedenis gestudeerd.
“De stad is natuurlijk veranderd”, zegt hij aan de telefoon, terwijl hij de laatste hand legt aan de mise-en-scène in het Belgische paviljoen. “Toen ik hier college volgde, was Venetië een studentenstad. Er waren 55.000 residenten en meer dan 30.000 studenten. Nu zijn de toeristen het hele jaar door de dominante groep. Ik heb gehoord dat er op dit moment een controverse woedt over de kinderen die spelen op de stadspleintjes. Sommige mensen vinden dat die de toeristen te hard storen en willen ze bannen uit bepaalde zones. Ouders en schooldirecties zijn verontwaardigd en noemen het een vorm van apartheid voor kinderen. (lacht) Het is ongelooflijk dat mijn ‘kinderspelen’ nu ook een thema zijn in Venetië.”
Hij zou er tot het einde van zijn dagen als kunstenaar mee kunnen bezig zijn, zegt hij. “Het project heeft enige urgentie: veel van die kinderspelen zijn aan het verdwijnen. Ik zie het gebeuren met mijn jonge kinderen (hij heeft er drie, DI): die spelen niet half zoveel buiten, in de publieke ruimte, als ik in mijn jonge jaren. Waaraan ligt dat? Aan de digitalisering, ongetwijfeld, aan het feit dat kinderen nu meer met sociale media en online games bezig zijn. Maar zeker ook aan het feit dat ouders hun kinderen niet meer de straat op jagen. Ik merk het aan mezelf. Mexico-Stad, waar ik woon, is zoals bekend niet de veiligste cocon ter wereld, maar kinderen kunnen er nog spelen op het centrale plein. Ik zal de mijne evenwel geen moment uit het oog verliezen.”
Francis Alÿs is ook oprecht vereerd dat hij Vlaanderen en België mag vertegenwoordigen op deze Biënnale. “Mijn connectie met België blijkt sterker te zijn dan ik zelf verwacht had. Mijn neiging om complexe maatschappelijke problemen te benaderen met humor, beschouw ik als een Belgisch trekje. Bovendien is deze tentoonstelling een onverbloemde hommage aan Pieter Bruegel de Oude. Zijn schilderij Kinderspelen (uit 1560, nu in de collectie van het Kunsthistorisches Museum in Wenen, DI) was een grote inspiratiebron. De verwondering, de liefde die eruit spreekt voor de manier waarop kinderen de werkelijkheid kunnen transformeren in een spel: ik hoop dat de toeschouwers die ook zullen terugvinden in mijn werk.”
Biënnale van Venetië, tot 27 november, labiennale.org, belgianpavilion.be
Geen Russisch paviljoen in Venetië
Ook de Biënnale van Venetië kan niet om de oorlog in Oekraïne heen. De kunstenaars die zouden exposeren in het Russische paviljoen besloten niet te komen, waardoor het paviljoen, midden in de tentoonstellingstuin, vrijwel leeg staat. Vadim Zacharov (63), die Rusland in 2013 vertegenwoordigde op de Biënnale, hield woensdag ook een protestactie. Met een protestbord klaagde hij de Russische invasie in Oekraïne en de Russische propaganda aan. “Het vermoorden van vrouwen, kinderen, het Oekraïense volk is een schande voor Rusland.” Zijn dappere protest werd door de Italiaanse politie onderbroken.
In de Scuola Grande della Misericordia loopt dan weer This is Ukraine: Defending Freedom, een tentoonstelling die uitgaat van het Oekraïense PinchukArtCentre. “Eigenlijk hadden we het gebouw gehuurd om de nieuwe generatie van kunstenaars te tonen, maar op 24 februari werd dat onmogelijk. Je kunt geen viering voor jonge kunstenaars houden, als mensen sterven in dat land”, zegt Björn Geldhof, de Belgische artistiek directeur van het PinchukArtCentre.
De tentoonstelling, die gepatroneerd wordt door de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, moet “Oekraïne op zo’n krachtig mogelijke manier tonen”, aldus Geldhof. “We hebben vier kunstschatten uit Oekraïne kunnen redden en zetten die naast jonge kunstenaars, die in vier weken tijd eigen werk hebben gemaakt dat zeer sterk reageert op de oorlog.” De bovenverdieping toont werk van kunstenaars als Damien Hirst (Sky over corn field) en JR (Valeriia).