AchtergrondSerie 'Pistol'
De making-of van serie ‘Pistol’ bewijst: de Sex Pistols zijn nog steeds ‘één grote, ongelukkige familie’
‘De Sex Pistols zijn nu een Mickey Mouse-product.’ Johnny Rotten, voormalig frontman van Engelands beroemdste punkformatie, is niet te spreken over Pistol, de nieuwe reeks van Danny Boyle. En hij vat daarmee perfect samen hoe de Sex Pistols functioneerden: door ruzie te maken.
“Ik wil dat Johnny Rotten het aanvalt!” Dat statement van Trainspotting-regisseur Danny Boyle stond parmantig bovenaan op een interview in The Guardian, afgelopen week. Boyle sprak er over Pistol, de zesdelige reeks die hij voor Disney+ regisseerde, en die vanaf vandaag te zien is. Een reeks die werd gebaseerd op Lonely Boy: Tales from a Sex Pistol, de autobiografie van Sex Pistols-gitarist Steve Jones. Nog vóór de opnames startten, zette dat kwaad bloed bij John Lydon, ofte Johnny Rotten: de snauwende punkzanger die het gezicht was van de Pistols toen zij in de late jaren 70 het weldenkende Groot-Brittannië op zijn kop zetten met snerende punksongs als ‘Holidays in the Sun’, ‘Problems’ en ‘Pretty Vacant’ (spreek uit: ‘Pretty Vaaay-cunt’).
“Hij is een genie”, vertelde Boyle over de Sex Pistols-zanger in The Guardian. “Ik bedoel, natuurlijk kun je geen serie over hém maken, want hij is unmanageable. Iedereen weet dat. Het boek van Steve is een zij-ingang. Het maakt het mogelijk om naar de volledige groep te kijken.” Toen Pistol werd aangekondigd, noemde Rotten het in The Sunday Times “de meest respectloze shit die ik al heb moeten meemaken” en trok hij naar de rechtbank om te vermijden dat de muziek van de Sex Pistols zou worden gebruikt in de serie – zonder zijn toestemming, was Rottens redenering, hadden Jones en drummer Paul Cook het recht niet. Maar de rechtbank ging daar niet in mee.
In 1998 hadden de nog levende leden van de iconische punkband een ‘band member agreement’ opgemaakt, die stelde dat “een meerderheid” van de leden over het gebruik van de songs kon beslissen. Jones en Cook zouden worden gesteund door Glen Matlock, de originele bassist, en door de erfgenamen van diens opvolger Sid Vicious, en kregen gelijk van de rechter. Rotten werd een paar miljoen pond lichter gemaakt en voelde zich “de gevangene van een vijandelijke meerderheid”. Jones en Cook hadden het over “een onplezierige ervaring”, maar ze “geloven dat het noodzakelijk was om in de toekomst hopelijk met een betere verstandhouding te kunnen samenwerken”.
No future
Een “betere verstandhouding” staat nochtans niet in de ongeschreven missieverklaring van de Pistols. Dat is wat de overlevering wil, en dat is ook wat in Pistol wordt verteld: de Sex Pistols waren een zootje ongeregeld dat dreef op conflict en ruzie om elkaar naar een hoger niveau te stuwen. “De chemie zit perfect”, horen we Pistols-manager Malcolm McLaren zeggen in de tweede aflevering van Pistol, wanneer hij Rotten rekruteert in Jones’ band. “Ze haten elkaar nu al.”
McLaren was the man with the plan. Samen met zijn partner, modeontwerpster Vivienne Westwood, baatte hij de boetiek SEX uit, waar Jones over de vloer kwam. McLaren zag in The Swankers, het coverbandje waarvan Jones de zanger was en dat de mosterd ging halen bij “Roxy Music, David Bowie en Mott The Hoople”, de perfecte manier om een stroomstoot door het belegen, conservatieve Engeland te jagen. “Ik wil de furie van de vergeten generatie horen,” zegt hij in Pistol, “de generatie met no future.”
Het is dé grote ironie van het hele verhaal van de Sex Pistols: de opgestoken middenvinger van misschien wel het meest controversiële en anarchistische groepje uit de muziekgeschiedenis kwam uit het brein van een slimme marketeer. “Malcolm en Vivienne waren eigenlijk een koppel bedriegers”, zou Rotten later verklaren in John Robbs boek Punk Rock. “Ze wilden eender wat verkopen door op eender welke trend te springen.”
In New York, waar hij korte tijd manager was van The New York Dolls, had McLaren de punkscene rond de Ramones en Television zien opbloeien, en hij wilde zelf aan de basis liggen van dezelfde trend in Londen. McLaren zou zijn rol als de kwade genius achter de Sex Pistols nog in de verf zetten en zelfs uitvergroten in The Great Rock-’n-Roll Swindle, een muziekfilm waarin hij zelf de hoofdrol vertolkte, en de Pistols in bijrollen opdoken. Op Johnny Rotten na, dan. Hij had op dat moment de deur van de Sex Pistols al achter zich dichtgeslagen.
Een van de problemen waar McLaren aanvankelijk mee kampte, was het personeel van The Swankers. Gitarist Wally Nightingale droeg een bril – en had daardoor niet het juiste imago – terwijl Jones te onzeker was om frontman te zijn van QT Jones & His Sex Pistols, zoals McLaren de band inmiddels had gedoopt. Nightingale kreeg zijn spreekwoordelijke C4, en Jones kreeg een gitaar. Na vier dagen en vier slapeloze nachten en met de hulp van methamfetamines, zo wil Pistol ons doen geloven, beheerste hij het instrument genoeg om ‘No Fun’ van The Stooges te kunnen spelen.
Inmiddels rekruteerde McLaren John Lydon, die in een verknipte wollen trui en een ‘I Hate Pink Floyd’-shirt was binnengewaaid in de winkel, als leadzanger. Dat de jongeman met het blonde piekhaar niet echt kon zingen, was evenmin een bezwaar als dat Jones nog maar net een gitaar had vastgegrepen. “Ik wil geen muzikanten”, zegt McLaren in Pistol. “Ik wil saboteurs. Moordenaars.”
‘Dirty fucker’
Als hij ze ook echt heeft uitgesproken, waren het profetische woorden, want het duurde niet lang vooraleer Jones en Rotten elkaar naar het leven stonden. De ene verweet de andere niet te kunnen zingen, de andere verweet de ene geen gitaar te kunnen spelen. (“Deze idioten kunnen geen muziek schrijven die mijn teksten waardig is”, aldus Rotten in Pistol.) Ondertussen raakten ze het er wel, min of meer, over eens dat Glen Matlock té onderlegd was op muzikaal vlak, doordat hij over “Fsus4-akkoorden” sprak en aan Paul McCartney refereerde. Matlock werd, op aandringen van McLaren, naar de uitgang geduwd. John Simon Ritchie, die zich de naam Sid Vicious aanmat, kwam in zijn plaats. Naast Vicious leken Rotten en Jones koorknapen. En conservatorium-alumni.
Het viertal Rotten-Vicious-Jones-Cook werd de bekendste formatie van de Sex Pistols, maar was geen lang leven beschoren. Dat geldt eigenlijk voor de hele band tout court: tussen de dag waarop Rotten SEX binnenliep en de dag waarop hij een show in San Francisco eindigde met de woorden “This is no fun. Ever felt like you’ve been cheated?” en op die manier de band opblies, zat nauwelijks tweeënhalf jaar.
Tweeënhalf jaar waarin Rotten zichzelf tot anarchist en antichrist bombardeerde (‘Anarchy in the UK’), abortus hekelde (‘Bodies’) en het jubileum van koningin Elizabeth besmeurde (‘God Save the Queen’).
Tweeënhalf jaar waarin een schokgolf door Groot-Brittannië trok nadat Jones tv-presentator Bill Grundy tijdens een live-uitzending “dirty fucker” en “fuckin’ rotter” had genoemd, waarin het legendarische Never Mind the Bollocks naar de top van de hitlijsten klom zonder dat de songs op de radio werden gedraaid, en waarin Vicious ‘Gimme a fix’ in zijn borstkas kerfde omdat hun Amerikaanse tourmanager hem van de heroïne probeerde te houden. Tevergeefs, zo bleek uiteindelijk.
In 1979 zou Vicious op 21-jarige leeftijd sterven aan een overdosis, terwijl hij op borg vrij was na in verdenking te zijn gesteld van de moord op zijn vriendin, Nancy Spungen. Het droeg alleen maar bij aan het weerbarstige en nihilistische no future-imago van de Sex Pistols. Ondanks de afkeer van Rotten en Jones voor Paul McCartney en co., mogen ze zich qua impact vergelijken met The Beatles: na de Beatlemania was er geen andere artiest die nog zo’n stroomstoot door het Britse (en internationale) muzieklandschap joeg als de Sex Pistols. Een immense verwezenlijking, van een groepje onverlaten die McLaren in Pistol omschrijft als “één grote, ongelukkige familie”.
Genie
Vraag aan Rotten wie daar de grootste verantwoordelijkheid voor droeg, en hij zal antwoorden: ikzelf. Aan het Britse medium iNews vertelde hij afgelopen week dat de andere Sex Pistols “fuck all deden tot ze mij ontmoetten en fuck all deden nadat ik hen verliet”. Nadat hij de rechtszaak tegen zijn voormalige bandleden verloor, omschreef hij hen als “dood hout” en mensen “die zonder mij geen carrière zouden hebben”.
Ondanks alle protest van Rotten over Pistol, is dat wel wat Danny Boyles reeks toont. In de laatste aflevering verwijst Rotten zelfs naar Jones, Cook en Vicious als “mijn backing band”, en in The Guardian gaf Boyle ook toe dat Rotten de belangrijkste pion was in McLarens plan. “Je moet erkennen dat er een genie in zit, en dat is Rotten. Hij is degene die alles heeft veranderd, een culturele sleutelfiguur in ons landschap. Ik houd van Lydon omwille van wat hij doet, en ik wil niet dat hij dit leuk vindt – ik wil dat hij het aanvalt. Ik denk dat dat zijn absolute recht is. Waarom zou je een levenslange gewoonte veranderen?”
Die vleiende woorden hebben er niet toe geleid dat Rotten inmiddels is bijgedraaid in zijn mening over Boyle, die hij als “a crippling monstrosity” omschreef in iNews: “Het lijkt alsof hij denkt alles over mij te weten zonder me gesproken te hebben.” In een tirade in de tabloid The Sun kondigde de punkzanger dan weer aan dat hij de reeks wel zal bekijken, zij het met frisse tegenzin. “Ik wil het niet echt bekijken, maar ik zal het moeten factchecken. Ik heb er nog geen enkele seconde van gezien, ook niet van het script. Ik ben volledig buitengesloten”, aldus Rotten, die ervan overtuigd is dat Pistol een aaneenschakeling van leugens en verdraaide waarheden is. “Als er enige waarheid in zat, zouden ze het niet voor mij verborgen hebben gehouden. Ze hebben hier drie volle jaren aan gewerkt, achter mijn rug, zonder mij op eender welke manier te betrekken.”
Hij eindigde zijn betoog met: “Ik heb al die songs geschreven. Ik ben het imago, het is mijn naam die ze gebruiken om het te promoten. Monsieur Rotten hier.”
Anson Boon, de jonge acteur die Rotten in Pistol vertolkt, gaf in elk geval aan “erg blij” te zijn dat de Pistols-zanger de serie zal bekijken. Maar “erg blij” is een sentiment dat nooit welkom leek te zijn op repetities van de Sex Pistols. Je kunt veel zeggen over Malcolm McLaren, een slimme, cynische en gewetenloze manager die anarchie wist te verkopen als een product, maar – bewust of onbewust – voelde hij wel aan dat er een grote kracht in destructie schuilt. Om de Britse goegemeente te lijf te gaan, moesten Rotten, Jones, Vicious en Cook eerst zichzelf te lijf gaan. Woede is een emotie die je niet kunt faken: dat Never Mind the Bollocks, een plaat waarvan de fuck you-attitude en het punkgehalte nooit werd geëvenaard, ook 45 jaar later nog vitaal én pisnijdig klinkt, komt doordat ze werd gemaakt door vier (nu ja, drie: Jones speelde ook de baspartijen van Vicious in) vitale en pisnijdige outcasts uit Londen, die aanvoelden dat chaos krachtiger was dan harmonie.
De meningen over Pistol zullen uiteenlopen: de met archiefbeelden en dik aangezette Cockney-accenten aangelengde hervertelling van het Sex Pistols-verhaal voelt enerzijds geconstrueerd en geromantiseerd aan, en anderzijds verheft Boyles oog voor detail en de sterke acteerprestaties van Boon en Toby Wallace (als Steve Jones) Pistol tot een meeslepende en eigenzinnige trip down memory lane.
Pistol is een medaille met twee kanten: enerzijds een oprechte ode aan de meest invloedrijke punkband uit de geschiedenis, en anderzijds, zoals Rotten het samenvatte, “een Mickey Mouse-product”. Net zoals de Sex Pistols aan de ene kant een door een gehaaide manager bedacht product voor de verstoten jeugd van Engeland waren, en aan de andere kant een oncontroleerbare sneltrein die alles en iedereen van de rails reed en eerder vroeg dan laat wel uit de bocht móést vliegen. Enerzijds “één grote, ongelukkige familie”, anderzijds een van de sterkste formaties die de Britse muziekgeschiedenis ooit heeft voortgebracht.
Of zoals Rotten sneerde op EMI, nadat de gelijknamige platenmaatschappij hun contract had verbroken: “And you thought that we were faking / That we were all just money making / You do not believe we’re for real / Or you would lose your cheap appeal?”
Pistol is te bekijken op Disney+.