InterviewSilke Vandenbroeck en Laura Scheerlinck
De makers van ‘De volksjury’: ‘Als we mannen waren, zouden we geprezen worden als comedians’
Met 375.000 maandelijkse luisteraars na honderd afleveringen, publieksprijzen en uitverkochte theaterzalen voelen podcastpioniers Laura Scheerlinck (30) en Silke Vandenbroeck (31) van truecrimehit De volksjury zich geliefd. Ook al komt er soms kritiek. ‘Als we mannen waren, zouden we geprezen worden als comedians.’
“Ben jij ook van de Dutroux-generatie?” In gesprek met Laura Scheerlinck en Silke Vandenbroeck vormen volkstrauma’s en de kerfstok van sadisten het referentiekader. Het is enerzijds te wijten aan een gezonde obsessie voor moord en anderzijds aan beroepsmisvorming. Sinds oktober 2017 neemt het duo moordzaken onder de loep in de podcast De volksjury. Wat begon als een vreemde hobby werd geleidelijk aan steeds serieuzer.
Het tweede boek van De volksjury is zopas verschenen en in het voorjaar volgen acht liveshows in theaterzalen over het hele land. “In één dag waren de vijfduizend tickets de deur uit”, grijnst Laura Scheerlinck. “En mijn vrienden maar klagen: ‘Je had niet gezegd dat het zo snel zou uitverkopen.’ Wist ik veel...”
In tussentijd bereikt de gelijknamige podcast, waarin ze toogpraatgewijs speculeren over een (on)opgeloste moordzaak, maandelijks 375.000 luisteraars. Voor het tweede jaar op rij was De volksjury de populairste Belgische podcast op Spotify.
Het zaadje dat tot De volksjury is uitgegroeid werd op een dronken avond geplant in het Brusselse, waar Scheerlinck en Vandenbroeck destijds radio- en televisiejournalistiek studeerden aan de VUB. “Silke was de eerste persoon die ik tegenkwam die vertrouwd was met podcasting”, aldus Scheerlinck, die net als Vandenbroeck in de ban was van Serial, de moeder aller truecrimepodcasts.
In Serial neemt Sarah Koenig haar rol op als onderzoeksjournalist. Met haar diepgravende onderzoek naar de moord op een Koreaans-Amerikaanse 18-jarige studente bereikte de eerste reeks van de Amerikaanse podcastmaker meer dan 300 miljoen luisteraars. Maar de ambitie om net als Koenig zelf onderzoek te voeren naar een case hebben de hosts van De volksjury nooit gehad.
“Serial was een journalistiek product, terwijl het van in het begin duidelijk was dat De volksjury een hobbyproject zou zijn. My favorite murder is een betere referentie. Daarin doen twee vrouwen beurtelings en op ludieke wijze een moordverhaal uit de doeken. Dat was voor mij een eyeopener: je mag het wel degelijk op een luchtige manier over ernstige zaken hebben. Zij zijn evenmin experts”, zegt Scheerlinck.
Vandenbroeck vervolgt: “Ook voor mij was het een verademing dat humor een plaats kan hebben in een podcast over gruwelijke zaken. Comedy is nooit het uitgangspunt geweest van De volksjury – je waakt erover dat je de slachtoffers met respect behandelt – maar wanneer je een case uitspit, stoot je wel eens op een passage die een persoonlijke, grappige anekdote oproept. Als we lachen, lachen we met onszelf.”
Wanneer hebben jullie beseft dat moord jullie fascineert?
Scheerlinck: “Als 12-jarige kocht ik op de Boekenbeurs, in het bijzijn van mijn ouders, Moordenaars en hun motieven van strafpleiter Jef Vermassen. Het zat er dus al vroeg in. (lacht)”
Vandenbroeck: “Bij mij sinds mijn obsessie voor Serial, hoewel ik als tiener wel al naar krimi’s keek op Vitaya en Canvas. In het middelbaar heb ik tijdens de les Engels eens een presentatie gegeven over Jim Jones, de sekteleider die zijn volgelingen aanzette tot zelfmoord.”
Scheerlinck: “Je loopt er natuurlijk niet mee te koop. Ik heb mij altijd een beetje gegeneerd dat ik in de ban was van seriemoordenaars, al heeft de hype rond true crime het taboe naar mijn gevoel wel doorbroken. Veel meer mensen durven nu toegeven dat het hen fascineert om te weten te komen wat er omgaat in het hoofd van een moordenaar.”
Waarom hebben jullie dan journalistiek gestudeerd en geen criminologie?
Vandenbroeck: “Omdat ik niet wist dat zo’n opleiding bestond. Daar ben ik pas achter gekomen door met true crime in aanraking te komen. En als ik criminologie had gestudeerd, had ik Laura nooit ontmoet.”
Scheerlinck: “De rol als podcasthost is de enige positie waarin ik mezelf zie in de gortdroge wereld van justitie. Ik ben een weegschaal in hart en nieren, dus in een onderzoek zou ik zeker en vast last hebben van tunnelvisie. (lacht) Ik zou evenmin iemand kunnen verdedigen waarvan ik weet dat die in fout is.”
Vandenbroeck: “Ik ben faitdiversjournalist geweest en hoewel dat boeiend was, vind ik het leuker om een verhaal van a tot z te vertellen. Ik hoef het niet vanop de eerste rij mee te maken. Laat mij maar artikels uitspitten, informatie distilleren en dat op een gevatte, leuke manier overbrengen.”
Wat was bij de start van de podcast jullie ambitie?
Vandenbroeck: “Die was er niet echt. Na twee jaar gaf Spotify aan dat er duizend mensen luisterden, wat als een overwinning voelde. We hebben altijd gedroomd van een stabiel aantal luisteraars – dat is sinds corona het geval – maar het heeft dus wel enkele jaren geduurd.”
Scheerlinck: “Ik spiegelde mij ergens aan gelijkaardige podcasts in Amerika. Het succes van My favorite murder leerde mij dat je als resultaat van een succesvolle podcast ook boeken kunt uitbrengen. Je kunt het theater in, merchandise verkopen, enzovoort. De volksjury bestond drie jaar toen ik voorzichtig van een eerste boek durfde te dromen. We droomden dus wel, maar we hadden geen verwachtingen. Dat maakt wat ons nu overkomt des te mooier.”
‘We willen dé gezichten van de true crime in Vlaanderen worden’, lieten jullie vorig jaar optekenen.
Vandenbroeck: “Dat is ons ook gelukt. Als er iets gebeurt in de wereld van true crime zijn wij het aanspreekpunt geworden.”
Beschouwen jullie jezelf als expert?
Vandenbroeck: “Nee. Wanneer iemand mij vraagt waarom iemand een moord pleegt, moet ik het antwoord verschuldigd blijven. Daarvoor moet je in gesprek gaan met specialisten, mensen die je een inkijk kunnen geven in de psyche van de mens. Maar met vragen over de storytelling van een reeks over een gruweldaad kun je wel bij ons terecht.”
Scheerlinck: “Soms laten studenten ons weten dat ze op school een presentatie hebben gegeven over een zaak die bij ons aan bod is gekomen, en dan kan ik alleen maar hopen dat wij niet de enige bron zijn. (lacht) Voor een correcte weergave van een case ben je bij ons niet aan het juiste adres. We zijn verhalenvertellers – we proberen een spanningsboog te creëren met de informatie die voorhanden is.”
Vandenbroeck: “We zijn afhankelijk van artikels en getuigenissen die openbaar zijn. Het probleem is dat artikels elkaar durven tegen te spreken. Soms is er sprake van acht messteken en zijn het er elders vijf. We gaan het nooit 100 procent juist hebben. Daar streven we natuurlijk naar, maar wij hebben de moord niet vanop de eerste rij meegemaakt. We zitten ook niet in de rechtszaal. Dus nee, wij zijn geen experts.”
Jullie maakten een aflevering over de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer in 1996, waarop zijn broer in de media kritiek gaf. ‘Ik vond het oppervlakkig en naast de kwestie. Ze lazen krantenartikels en deden eigen invullingen, maar daardoor verwarden ze dingen met elkaar.’
Scheerlinck: “Wij pretenderen ook geen onderzoeksjournalisten te zijn. Dat hebben we nooit beweerd, al insinueert de man in kwestie dat wel. Het klopt dat wij passages uit nieuwsartikels voorlezen. Al kan ik er natuurlijk wel inkomen dat de vertelstijl van De volksjury niet iedereen zijn ding is.”
Vandenbroeck: “Ik vind het jammer wanneer mensen kritiek uiten nadat ze één aflevering hebben gehoord. We doen méér dan het voorlezen van krantenartikels. We gebruiken zaken ook om maatschappelijke thema’s aan te kaarten, zoals homofobie, femicide en racisme – weliswaar op een subtiele, slinkse manier. Door mij te verdiepen in cases gebeurt het geregeld dat mijn oogkleppen afvallen en ik hoop dat we dat effect ook op anderen hebben.”
Scheerlinck: “Naar aanleiding van een homofobe moord heeft Silke tijdens een aflevering het verhaal van haar coming-out gedaan. Aan de reacties te zien, hebben veel luisteraars iets gehad aan haar getuigenis. Daar doe je het tenslotte voor.”
Het is toch duidelijk dat De volksjury puur entertainment is? Ik beschouw jullie podcasts als cafégesprekken.
Vandenbroeck: “Ja. Laatst liet iemand in een recensie weten dat hij oprechte woede voelt voor wat wij doen. Ook op Facebook lezen we geregeld botte commentaren. Je mag kritiek hebben, maar let toch een beetje op de manier waarop. Wij zijn ook maar mensen.”
Scheerlinck: “Het is ook niet zo dat we De volksjury door de strot van de mensen rammen. Wij verschijnen niet elke weekavond om 19 uur op je tv. Je kunt makkelijk om ons heen.”
Zijn er, los van de zaak-De Vleesschauwer, nog nabestaanden die niet te spreken waren over een aflevering?
Vandenbroeck: “De berichten van nabestaanden die ons bereiken zijn eigenlijk altijd positief. Voor het eerste boek hebben we de papa van Nathalie Geijsbregts (in 1991 verdwenen aan een bushalte, ELV) geïnterviewd. Hij was zo blij en dankbaar met de aandacht.”
Scheerlinck: “Zijn dochter is nu 31 jaar vermist. Justitie zit op een dood spoor en de kans dat er schot in de zaak komt is natuurlijk klein. Er wordt maar tijdelijk over een zaak gepraat, daarna voelen de nabestaanden zich vergeten. Dat we hun geliefden opnieuw onder de aandacht brengen, doet hen schijnbaar deugd.”
Is het de ambitie om de naar eigen zeggen ‘onverantwoorde manier’ waarop jullie moordzaken belichten om te buigen naar een ‘verantwoorde manier’?
Scheerlinck: “Ja. Er is de wens om ooit een serieuze podcast te maken, maar dat zal niet onder de naam De volksjury zijn. Natuurlijk zou ik mij graag tien afleveringen lang toeleggen op één zaak en die tot op de bodem uitspitten, maar dat is nu niet aan de orde en die aanpak past bovendien niet binnen dit format.”
Vandenbroeck: “Het volgende hoeft ook geen true crime te zijn. We hebben andere interesses waarmee we ongetwijfeld verantwoord kunnen omgaan.”
De verdeling in de opleiding criminologie aan de KU Leuven is naar verluidt 80 procent vrouwen, 20 procent mannen. Onderzoekers beweren dat true crime vooral in trek is bij vrouwen. Hebben jullie daar een verklaring voor?
Vandenbroeck: “Ze zeggen dat vrouwen angstiger zijn en dat true crime hun tools aanreikt om voorbereid te zijn op bepaalde situaties, maar wanneer ik naar Laura en mezelf kijk, is dat totaal niet het geval. Ik ben niet bang om vermoord te worden. Ik hou van true crime omdat ik wil weten wat een moordenaar drijft. Wanneer loopt de emmer over? Wat was de druppel? Het is een ver-van-je-bed-show en dat prikkelt de verbeelding.”
Het valt mij op dat het gegeven dat jullie vrouwelijke podcastmakers zijn irritatie uitlokt bij bepaalde podcastluisteraars.
Vandenbroeck: “Ongeveer 85 procent van onze volgers op Instagram is een vrouw, waarvan het overgrote deel tussen de 18 en 35 jaar is. Hoewel het aandeel mannen toeneemt, begrijp ik wel dat je niet luistert wanneer iemand in je omgeving ons wegzet als ‘gibbertrienen’. Ik heb daar een probleem mee: waarom worden wij steevast weggezet als ‘de meisjes van De volksjury’?”
Scheerlinck: “Als we mannen waren, zouden we geprezen worden als comedians.”
Zou De volksjury nog populairder zijn als jullie mannen waren geweest?
Scheerlinck: “Dat denk ik niet, maar we zouden wel minder kritiek krijgen op wie we zijn en hoe we doen. Het is nu eenmaal makkelijker als man.”
Vandenbroeck: “Natúúrlijk knaagt dat. Ik probeer mij erover te zetten, maar van de honderd reacties blijft vooral die ene negatieve hangen. Ik sta open voor kritiek, of alleszins voor onderbouwde kritiek. Wijs mij gerust op mijn fouten, maar wat is het nut van mij openlijk een trien te noemen? Je mag dat vinden, vertel het op café tegen je vrienden, maar ik heb daar geen boodschap aan.”
Het is bovendien openlijk seksisme.
Vandenbroeck: “Wij zijn de dertig gepasseerd. Wij zijn geen meisjes meer, hè. En daarbij: wij worden zelden omschreven als ‘de hosts van’ of ‘de makers van’. Doordat altijd de term ‘meisjes’ gebruikt wordt, voelt het alsof wij niet – of toch minder – serieus worden genomen. Daar heb ik het moeilijk mee.”
Scheerlinck: “We zijn vijf jaar bezig, verkopen culturele centra uit, zijn de best beluisterde podcast op Spotify en toch heb ik niet helemaal het gevoel dat we met de grote jongens meespelen. Ik vind het vooral jammer voor de jonge vrouwen die na ons komen. Ook zij zullen dit allemaal moeten slikken, hoe goed ze ook zijn.”
De afleveringen van De volksjury zijn te beluisteren via de podcastkanalen.
Silke Vandenbroeck en Laura Scheerlinck, De volksjury 2, Borgerhoff & Lamberigts, 240 p., 23,99 euro.