DansrecensieCosì fan tutte
De Keersmaeker op mozartiaans niveau met een laboratorium van de liefde ★★★★☆
Toen Anne Teresa De Keersmaekers enscenering van Mozarts Così fan tutte in Parijs in première ging, noemde deze krant de productie ‘ijzersterk’ en ‘historisch’. Nu, vijf jaar later, is de voorstelling te zien bij Opera Vlaanderen. Het experimentele, vernieuwende is er wat af maar daaronder blijkt een eminent muzikale interpretatie schuil te gaan.
De ondertitel van Così fan tutte luidt La scuola degli amanti, de leerschool der geliefden. Dat kan je ook lezen als ‘het laboratorium van de liefde’ en zo heeft De Keersmaeker het opgevat. De lege, witte toneelruimte is een klinische omgeving; de bewegingen van de spelers volgen geometrische figuren op het speelvlak, als in een alchemistisch experiment. De uitkomst van die proef is onzeker en complex: de zekerheid van de absolute liefde wordt tenietgedaan ten voordele van een groter bewustzijn van de eigen feilbaarheid. Jeugdige naïviteit verpopt naar een volwassen realisme.
Tegelijkertijd – en hier is de rationalistische librettist Da Ponte aan het werk – verschuift het zwaartepunt van mannelijke, potentieel vrouwonvriendelijke onstuimigheid via vrouwelijke innerlijke twijfel naar een verlichte compromisbereidheid tussen de seksen. Dat kan ook vandaag nog een leerschool zijn.
Bij de Parijse opvoeringsreeks ging de aandacht van publiek en kritiek vooral naar de ontdubbeling van de personages door dansers die de zangers continu begeleidden. Dat procedé is inmiddels al vaker toegepast door choreografen die operaregisseur werden, meestal op een puur esthetische manier.
Bij De Keersmaeker is er echter meer aan de hand. Op vele momenten lijkt de danser commentaar te leveren op de gemoedstoestand van zijn of haar personage. Hij of zij pikt elementen op uit de orkestpartituur – met name daar waar Mozart nuances aanbrengt die de gezongen tekst overstijgen – en vormt die heel subtiel om tot beweging. Dat tilt de aanwezigheid van de dansers op naar een, nou ja, mozartiaans niveau.
Dan moet de muzikale interpretatie evenveel nuance en diepgang krijgen. Dirigent Trevor Pinnock – ooit nog een voortrekker van de oudemuziekbeweging in Groot-Brittannië – levert een propere, tamelijk rechtlijnige interpretatie af, met contrasterende tempi en weinig dynamische nuance. Dat is in Così, met zijn constant schakerend sentiment, niet voldoende. Van de doorgaans goede zangers heeft de ene al wat meer moeite met de regie-eisen dan de andere maar als geheel is de cast zeker geloofwaardig.
Kort samengevat: een hoogst intelligente interpretatie die het puur mooie – en zeker het frivole – ver overstijgt.
In Antwerpen tot 13 februari; in Gent van 23 februari tot 6 maart.