muziek
De herrijzenis van Reena Riot: “Ik wilde niet mijn hele leven frieten en pasta opscheppen”
Naomi Sijmons van Reena Riot heeft miserabele jaren achter de rug. Toen ze auditie deed aan het conservatorium kneep een jurylid met zijn wijsvingers de oren dicht. En haar vorige manager wilde haar tot de nieuwe Bonnie Raitt kneden. Tegenwoordig doet de Gentse haar goesting, en dat heeft Reena Riot met Nix een prachtdebuut opgeleverd.
Ploeteren. Met dat werkwoord vat Naomi Sijmons de voorbije jaren samen. Daar was ook haar vader, wijlen The Scabs-bassist Fons Sijmons, een kei in, zegt ze. Knokken voor erkenning: het zit in de genen van de dertigjarige zangeres.
Het parcours van Reena Riot oogt als de Strade Bianche-koers: verraderlijk, met grote kans op pech onderweg. Sijmons schreef in 2007 haar eerste eigen song. Op een barkruk in de Gentse Kinky Star, herinnert ze zich. De tekst pende ze neer op de achterkant van een bierviltje. Ze wilde dolgraag muziek studeren, tot frustratie van haar ouders. Zelfs haar vader, de rockster nota bene, zag haar liever voor een zekere toekomst kiezen. Naomi Sijmons heeft vervolgens verschillende opleidingen uitgeprobeerd. Zonder succes. “Ik ben gewoon geen academisch wonder”, grijnst ze nu. “Mijn ouders vonden het na een tijd zo hopeloos dat ze mij toch een muzikale studie hebben laten volgen.”
In het jaar dat de pop- en rockschool in Hasselt werd opgericht, deed de zangeres auditie aan Codarts, de kunstvakhogeschool van Rotterdam. In Gent studeren was geen optie, nadat ze daar ooit voor een jurylid zong dat zijn oren dichtkneep. Rotterdam was de plek waar de schuchtere einzelgänger volledig floreerde. “Nederlanders zijn gevatter dan wij. Ik heb in Rotterdam haar op mijn tanden gekregen. En ik heb daar geleerd wat ik níét wil in het leven.” Ze verwijst naar de twee bands waarmee ze in Rotterdam speelde. “Voor de ene groep telde de kortste weg naar het succes, en in de andere band wilden de muzikanten vooral hun vakmanschap etaleren. Terwijl ik gewoon muziek wil maken. Compromisloos.”
Eenmaal Naomi Sijmons in het circuit was terechtgekomen, wist de dertiger dat daar haar toekomst lag. “Telkens als ik een studie onderbrak, ging ik een tijd in de horeca werken. Ik heb frieten en pasta opgeschept. Toen wist ik: dit wil ik echt niet voor de rest van mijn leven doen. Daar heb ik de wilskracht gehaald om van mijn passie mijn werk te kunnen maken.”
Burn-out
Het leek Reena Riot na haar studies voor de wind te gaan. In 2012 schopte ze het tot in de finale van Humo’s Rock Rally. Hoewel ze had gehoopt vanaf dan progressie te boeken, bleef ze jarenlang ter plaatse trappelen. Met dank aan een manager die in Naomi Sijmons een artiest zag die ze niet is. “Eenmaal in de studio kreeg ik vanuit het management en van de producer kritiek op mijn muziek. ‘Je klinkt zo raar’, zeiden ze dan. Ik voelde mij in het nauw gedreven.” Haar toenmalige entourage zag in Naomi Sijmons de nieuwe Bonnie Raitt. “Ik heb niets tegen haar, maar ik wil Bonnie Raitt niet zijn. Ze duwden mij in een referentiekader, terwijl ik net wil experimenteren.”
Ze heeft onder die vervloekte entourage – ze wil uit respect geen namen noemen – twee ep’s uitgebracht. “Ik heb die eerste ep al jaren niet meer gehoord. Dat ben ik niet. Ik kan mij daar niet langer mee associëren”, zegt de Gentse schouderophalend. “Er werden voortdurend beslissingen langs mij heen genomen. Dat ging van de platenhoes over mijn podiumoutfit tot de muziek. Ik heb op een dag ontdekt dat mijn manager achter mijn rug met Jan (Myny, bandlid van Reena Riot, ELV.) afsprak, zodat hij op mij zou kunnen inpraten. Hij wilde mij koste wat kost in een bepaalde muzikale richting sturen. Dat was de druppel. Als je niet gelooft in de muziek van je artiest, heeft het geen zin om samen te werken. Ik heb toen het contract verbroken.”
“Ik heb aan stoppen gedacht”, geeft Sijmons toe. “Er zat niets meer in. Het geld was op en de goesting was weg. En ik was kapot, ik zat aan de grond. Ik ben toen vijf dagen op zeven zangles gaan geven. Ik ben daar doodongelukkig geworden, heb mijn stem kapot gezongen en ben in een burn-out beland.” Ze is jaren verloren aan dat wanbeleid. Normaal gezien had Nix, haar langverwachte debuutplaat, er twee à drie jaar geleden kunnen liggen. Achteraf gezien is ze blij dat, door onvoorziene omstandigheden, de muziek heeft kunnen rijpen.
Hoe Reena Riot anno 2019 klinkt, is zoals Naomi Sijmons wil klinken. Het is een onheilspellende, sferische plaat geworden, waarop ze soms als Beth Gibbons van Portishead klinkt, en soms als Alison Mosshart van The Kills. Er schuilt ook iets van Tom Waits in Nix. Er zijn slechtere referenties. Reena Riot is niet langer een soloproject, maar een band. En deze keer koos ze zelf de groepsleden. Jan Myny was een oude bekende, en ook Alan Gevaert (dEUS), Bernd Coene (Tiny Legs Tim) en Thomas Werbrouck (Krankland, Little Trouble Kids) kwamen de troepen vervoegen. Ze vonden een grote repetitieruimte in de haven van Antwerpen, waar ze Reena Riot met z’n allen nieuw leven inbliezen.
Nie neute, nie pleuje
“Jan heeft mij op een dag opgebeld. ‘Hoe zit het?’, zei hij.” Ze is hem daar heel dankbaar voor, zegt ze herhaaldelijk. Doordat hij haar de hand reikte, wist Naomi Sijmons recht te krabbelen uit de emotionele put waarin ze verzeild was geraakt. “Mijn toenmalig lief heeft mij toen ook een stevige trap tegen mijn kont verkocht. Ze zei dat ik alleen maar met randzaken bezig was en dat ik daarom de essentie – de muziek – over het hoofd zag. Die openbaring had ik nodig. Met succes: een half jaar later zaten Jan, de groep en ik samen in de studio.”
Uit de potige rocksongs die Nix herbergt, kan je afleiden dat Naomi Sijmons niet langer over haar laat lopen. Dat straalt ook de platenhoes uit, waarop ze naakt staat met ongeschoren oksels. “Een middelvinger naar de mensen die mij wilde kneden tot de artiest die ik niet ben”, zei ze eerder in De Morgen. Er komt overigens minder kritiek op die platenhoes dan verwacht, grinnikt Reena Riot. “Er zei een groep meisjes: ‘Stinkt dat niet, dat okselhaar?’ (doodserieus) Je zweet stinkt, dames, en daar bestaat deo voor. Maar verder rept er nauwelijks iemand een woord over de blote borsten.”
Misschien houdt het publiek zich koest omdat het weet dat ze haar portie malaise inmiddels heeft gehad? “Mijn oma langs vaderskant was bikkelhard. Nie neute, nie pleuje, was haar motto. Mijn vader was daar niet anders in. Hard werken zit in het geslacht Sijmons”, lacht ze de tanden bloot. Met Reena Riot valt niet langer te sollen. En dat juichen we toe.
Nix van Reena Riot verschijnt op 25/1 via Wolfman / N.E.W.S.