Expo
De Fellini-files: waar de maestro de mosterd haalde
Federico Fellini was een dromer. Toch putte de legendarische regisseur meer inspiratie uit de realiteit dan je zou verwachten. Expo Fellini, de tentoonstelling die vanavond in het kader van Film Fest Gent officieel wordt geopend, levert het bewijs.
De Italiaanse filmreus Federico Fellini (1920-1993) creëerde zijn eigen wereld, met beelden die nog steeds meteen herkend worden en gelabeld als Felliniaans. Hij is een van de weinige filmmakers van wie de naam inmiddels ook als adjectief voortleeft. Net als het woord paparazzo. Dat was de naam die Fellini bedacht had voor het personage van een persfotograaf - geïnspireerd door de echte fotograaf Tazio Secchiaroli - die in La Dolce Vita de jetset achtervolgde in het nachtelijke uitgaansleven op de Via Veneto.
Felliniaans staat nu voor exuberante en barokke, voluptueuze en provocerende, grappige en groteske, poëtische en nostalgische beelden: de trommelende Gelsomina (rol van Fellini's echtgenote Giulietta Masina) met het geschminkte clownsgezicht in La Strada, Anita Ekberg en Marcello Mastroianni in de Trevi-fontein in La Dolce Vita, de rolschaatsende priester-mannequins in Fellini-Roma, enzovoort.
Fellini debuteerde als karikaturist en cartoonist in tijdschriften als Il Travaso en Marc' Aurelio. En tekenen is hij zijn hele leven lang blijven doen. Tijdens telefoongesprekken, op café of op restaurant: steeds opnieuw zat hij te schetsen en te krabbelen: personages, kostuums, decors...
Maar de maestro tekende meer dan alleen dat. Op aanraden van de psychoanalist Ernst Bernhard, door wie hij geïnteresseerd was geraakt in het gedachtegoed van Carl Gustav Jung, begon hij zijn dromen op te tekenen én uitgebreid te beschrijven in een dik boek, Il Libro dei Sogni. Zo bleef hij gedurende meer dan dertig jaar zijn obsessies - vooral de Vrouw en het katholicisme - angsten en demonen heel kleurrijk en gedetailleerd toevertrouwen aan het papier.
undefined
Realiteit als inspiratiebron
En toch schiep Fellini niet alles uit zijn onderbewuste. Het meest verrassende aspect van de expositie, met honderden tekeningen, krantenknipsels, foto's en filmfragmenten, is het bewijs dat Fellini zijn inspiratie vaak gewoon uit de realiteit haalde. Dat is vooral duidelijk bij La Dolce Vita uit 1960. De bekende openingsscène met het Christusbeeld dat onder een helikopter bengelt? Oude tv-beelden laten zien hoe vier jaar eerder een beeld van Christus de Arbeider met een helikopter vanuit Milaan naar Rome werd gevlogen. De legendarische fonteinscène? Twee jaar eerder was er in Il Tempo al een fotoreportage verschenen waarop te zien is hoe Anita Ekberg verfrissing zoekt in diezelfde Trevi-fontein. De schandaalverwekkende striptease? De inspiratie daarvoor kwam uit een echt schandaal, ook twee jaar eerder, toen de starlet Aïché Nana in de mondaine nachtclub Il Rugantino uit de kleren ging.
undefined
Wat de expo, via setfoto's en fragmenten van de filmmaker aan het werk, ook mooi demonstreert, is hoe Fellini ook het archetypische beeld van de filmregisseur heeft beïnvloed: de man met de megafoon en de theatrale gebaren, die zijn acteurs graag voordoet wat hij van hen verwacht.
Expo Fellini, tot 25 januari in Caermersklooster in Gent.